MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19560903 Eduard Reeser aan Thea Vermeulen-Diepenbrock

Eduard Reeser

aan

Thea Vermeulen-Diepenbrock

Bilthoven, 3 september 1956

Bilthoven, 3 September 1956

Beste Thea,

Er is alle reden voor dat Matthijs bij het Prins Bernhard Fonds een subsidie aanvraagt voor het schrijven van een symphonie. Dat kan op het aanvraagformulier zonder bezwaar vermeld worden. Laat je door de gecompliceerdheid van dat formulier vooral niet van de wijs brengen: dat heeft alleen betrekking op vereenigingen en andere lichamen. Het is voldoende als er een aanvrage is en die kan in dit geval heel summier zijn. Je kunt in een begeleidend briefje er altijd nog bij zetten dat de aanvrage op mijn advies geschiedt. Ik zal er op de vergadering van de Kunstcommissie warm voor pleiten en ik hoop dat het bestuur er in zal treden; in dat geval zou er wel een f 3000- uit de bus kunnen komen; dat is dan een subsidie van één jaar maar er bestaat misschien een kansje om het met een half jaar te verlengen. − Maar laat ik je niet blij maken met een doode musch! Ik kan je alleen beloven dat ik er alles aan zal doen en ik vind het geval van Matthijs, juist in verband met de première van de IIe symphonie en de publiciteit die daarmee gepaard is gegaan, voor het PBF gunstig liggen.

Het zou wel heerlijk zijn als jullie in Holtwick konden gaan wonen. Wat een moeizaam leven heb je toch! Wel niemand moet zulke hindernissen overwinnen om zijn doel te bereiken als jij! Het is ongelijk verdeeld in de wereld en ik zou me heel goed kunnen voorstellen dat je er verbitterd onder werd.

[…]

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA