Adriaan Roland Holst
aan
Thea Vermeulen-Diepenbrock
Bergen, 2 september 1956
Bergen N.-H.
2. IX. '56 –
Zondag –
Beste Thea,
Laat mij je allereerst verzekeren, dat ik aan een eventueele steun aan Thijs natuurlijk gráág mee zal doen. Maar nu wat de bijzonderheden in je brief aangaat. Ik vraag mij af, of je, toen je die schreef, al op de hoogte was van een gesprek, dat Thijs met Rients D. had (maar ik geloof, dat dit plaats had, den dag nadat je mij schreef of den dag ervoor, maar dat jij er nog niets van wist) – In dat gesprek werd n.m. overeengekomen, dat Thijs, ook na de verhuizing naar Laren, voor de Groene zou blijven werken (zij 't dan niet naar aanleiding van concerten, en dat zijn maandelijksch salaris hetzelfde zou blijven.) – Volgens je brief zou er dan geen sprake kunnen zijn van een subsidie van O. K. en W., noch van een vermindering van het jaarlijksch inkomen, want zoo'n subsidie zou niet veel meer dan de helft van wat Thijs bij de Groene verdient, bedragen (ik weet n.m. maar van één subsidie die hooger is dan f. 1500.-) – Het ouderdomspensioen zou dan jouw salaris bij de N.R.C. vervangen. Rients zei toen ook, dat hij in de week, die morgen begint weer een gesprek met Thijs zou hebben. – Ik wacht het resultaat daarvan dus liever eerst nog af.
Daarna zou ik jullie dan in Amsterdam kunnen opzoeken, om te bespreken, wat er eventueel kan worden gedaan. Ik vraag mij n.m. af, of het plan, dat jij voorstelt niet een al te gecompliceerde administratie zou vereischen. Maar dat kunnen wij dan later nog onder oogen zien – –
Hartelijke groeten, ook voor Thijs,
van
Jany
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA