Henri Arends
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 11 juli 1956
Amsterdam, 11 Juli 1956
Zeer geachte Heer Vermeulen,
Grote drukte weerhield mij tot heden, om uiting te geven van de gevoelens, welke Uw 2de symphonie bij mij opwekte, na de partituur te hebben bestudeerd en vervolgens gerepeteerd te hebben. Eerlijk gezegd, hield ik verschillende passages voor onrealiseerbaar. Na de knappe uitvoeringen onder leiding van mijn baas, blijk ik mij deerlijk te hebben vergist. Alles klinkt en is te horen, zelfs bij de ingewikkeldste passages. Niets behoeft te ontsnappen aan het oor. Er is geen noot teveel of te weinig en al het schijnbaar onnodige bleek noodzakelijk te zijn en kan niet worden weggelaten. U hebt mijn zeer grote bewondering gewekt voor Uw feilloos vakmanschap en ik denk hierbij met diep respect aan het feit, dat U reeds 40 jaren geleden daarover beschikte. Maar niet alleen hierdoor voel ik mij gedrongen U te schrijven. Het is meer om de genialiteit welke zo apert uit iedere bladzijde van de partituur spreekt en om de eigenlijke artistieke waarde van deze compositie, welke mij zo diep heeft aangegrepen, dat ik daaraan uiting móet geven. Deze symphonie stempelt U tot een der allergrootste creatieve toonkunstenaars, welke ons land heeft voortgebracht en daarom vind ik, dat onze generatie er recht op heeft al Uw werken uitgevoerd te horen. Deze symphonie moet ook in een abonnementserie worden uitgevoerd en ik zal alles doen, wat in mijn vermogen ligt, om van Beinum daartoe te bewegen. Ik hoop zelf het voorrecht te zullen hebben in de gelegenheid te zijn Uw werk uit te voeren en mijn gedachten gaan hierbij ook uit naar Uw 4de symphonie.
Zeer geachte heer Vermeulen, nogmaals hartelijk dank voor het schone, dat U ons schonk en mij speciaal met respect vervult! Hartelijke groeten, mede aan Mevrouw en, naar ik hoop, tot spoedig weerzien ten onzent!
Henri Arends
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA