Rudolf Escher
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 31 januari 1956
Amsterdam 31 Jan. 1956
Beste Matthijs,
Ik ben vanochtend aan je deur geweest, maar werd niet opengedaan. Het gaat om het volgende :ik ben uitgenodigd door de Tsjechische regering om het lente-muziekfeest te Praag mee te maken, van 12 Mei tot ± 26 Mei. Reis heen en terug per K.L.M., verblijfkosten, hotel etc. op kosten van het land. Er worden op dezelfde wijze musici uit vele andere landen uitgenodigd. De bedoeling is enkel dat deze gasten als "waarnemers" gaan, en verder wordt op prijs gesteld wanneer zij na afloop eerlijk en zonder omwegen op enige wijze iets van hun ervaringen mededelen in dagblad, weekblad, tijdschrift of anderszins. Een eis is dit niet. De opzet is zuiver cultureel. Nu wilden ze uit Holland 2 mensen hebben. Ik dacht aan jou, maar heb gezegd dat je − àls je gaan wilde − zeker niet zonder Thea zou willen reizen. Deze mogelijkheid kan worden overwogen. Wat denk je ervan? Ik ga nu voor een maand de stad uit. Bijs weet er alles van. Voor nadere inlichtingen kunnen jullie je tot haar wenden. Ik zou het erg prettig vinden, wanneer jij zou willen gaan! In haast en tot ziens,
Ruut.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA