Matthijs Vermeulen
aan
R.H. Dijkstra
Amsterdam, 13 november 1955
Zondagmorgen, 13 Nov.
Beste Riens,
Omdat ik geen antwoord van je kreeg, is Thea gisteren aan 't telefoneren gegaan, op mijn verzoek.
Eerst je huis. Wij hoorden dat je naar Parijs was. Veinard!
Daarna de Groene. Niemand van de Redactie thuis.
Vervolgens tweemaal Jan van Keulen. Onvindbaar. Heeft geen pogingen gedaan om zich met mij in verbinding te stellen. Ik ben dus deze Zondag-morgen, tegen gewoonte in, maar niet begonnen aan mijn wekelijks artikel, − de zaak hangende zijnde.
Je zult niet aarzelen te begrijpen, dunkt me, dat ik het wegvallen van de in mijn eerste briefje vermelde passus, onmogelijk kan aanvaarden als censuur.
Waar zou ik, waar zouden wij allen belanden, wanneer niet in zeer neutrale termen gezegd mag worden dat iemand die men installeert op een leidende post bij het Concertgebouw, onder zijn antecedenten een onrechtmatig veto heeft tegen een componist!
Daar is te veel mee gemoeid.
Met onze hartelijke groeten, ook aan Netty en kalmpjes afwachtend
Matthijs
concept
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA