Henri Arends
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 12 september 1955
Amsterdam, 12 September '55
Zeer geachte Heer Vermeulen,
Hartelijk dank voor de aflevering van "De Groene" en ook voor de prettige inhoud van uw brief.
Uw vraag, of ik wel reële sympathie gevoel voor uw muziek kan ik − wat betreft de weinige werken, welke ik van U ken − met 100% JA beantwoorden, met bovendien de toevoeging, dat ik ze ook bewonder. Of ik deze gevoelens ook koester voor Uw gehele oeuvre, kan ik nu beslist niet zeggen. Reeds meer dan een jaar geleden, maakte ik het plan mij te verdiepen in Uw werk, maar ziekte, vacantie en voorbereidingen voor het nieuwe seizoen hebben mij tot nu toe verhinderd dat plan in daden om te zetten. Bij tijd en wijle − U moest eens weten hoe druk het hier is − zal ik een van uw partituren van Donemus laten komen en nader bestuderen.
Het zou mij, daarnaast, geloof ik, veel vreugde verschaffen en ongemeen boeien, U persoonlijk nader te leren kennen, doch slechts op basis van volstrekte vrije meningsuiting in woord en geschrifte. Bent U absolutist, ik ben dat ook maar dan in meer radicale zin. Bovendien ben ik nog perfectist, als dit woord U iets zegt, voor mij bestaat slechts deze wet: alles of niets. Half werk haat ik als de pest, evenals onwaarheid, onwaarachtigheid en onechtheid. Omdat show ook in deze categorie kan worden ondergebracht, deed Uw opstel "De muziek begint" in de laatste "Groene" mij pijn. Gij waarschuwt of verdenkt mij van show, dus van onechtheid? Indien U mij nader zult willen leren kennen, zult Gij bemerken, dat het uit-het-hoofd-dirigeren bij mij geen show is, maar een uitvloeisel van het hierboven genoemde radicalisme etc.. Dag en nacht houdt o.m. dèze vraag mij bezig: in welke vorm dien ik het beste het kunstwerk! Ach nee, niet mijzelf zoek ik, en zeer zeker ook niet de gunst van het publiek, maar de grootst mogelijke echtheid, de waarheid van de partituur, de juiste boodschap van haar Maker. Indien blijkt, dat ik dit slechts in een bepaalde vorm bereik, dan houd ik daaraan vast, wat "men" er ook van denkt. Dit jaar dirigeer ik alles uit het hoofd, daarna beslis ik. Voor mij staat dit vast: ik ben ik en daarom onderzoek ik wat mij het beste ligt. Blijkt het, dat ik mij het meest vrij voel zonder partituur, dan doe ik dat, of men dat nu show noemt of niet. Uw argument, dat uit-het-hoofd-dirigeren een levende vertolking en het improviseren-op-het-moment in de weg staat gaat zeer zeker in mijn geval tot nu toe niet op. Maar over dit onderwerp zou ik wel uren kunnen praten...
Een andere zin uit Uw opstel begrijp ik ook niet goed, nl. daar, waar U het hebt over het radicaal breken met de stijl en de mode van de laatste dertig jaar. Breken zal ik alleen met die dingen, welke ik niet goed vind en pas dan op het moment dat mijn pogingen reële kans van slagen hebben. Een jonge assistent-dirigent die zoiets vòòr-tijdig onderneemt, bederft zijn zaak en zou mislukken en aangezien hij dit laatste niet wenst − zijn levensregel is immers: alles of niets! − beheerst hij zich en verbeidt hij zijn tijd. De Geschiedenis is daar om ervan te leren en ik heb minachting voor de mensen die de ervaringen veronachtzamen en steeds weer in dezelfde fout terugvallen. Napoleon maakte de grote fout, vòòrtijdig Rusland binnen te dringen hij verloor! Hitler, de stommerd, maakte dezelfde fout, dus mislukte hij ook. Ik ben geen Napoleon en ook geen Hitler, gelukkig, maar ik leer wel uit de ervaringen, ik weet, wat ik wil en ik bezit een onverzettelijke wilskracht, plus daarbij nog een goede intuïtie en, wat men noemt, een leef-verstand. Deze eigenschappen brachten mij op mijn huidige plaats in het Concertgebouw en zullen mij verder brengen. Genoeg echter hierover!
Geachte Heer Vermeulen, wij zouden uren kunnen praten en gedachten kunnen uitwisselen al is U honderd malen knapper dan ik. Mag ik u na half October eens schrijven of opbellen om een afspraak te maken? Wij zullen U en Mevrouw met vreugde in ons huis ontvangen...
Met hartelijke groeten, mede namens mijn vrouw aan U beide en met gevoelens van respect
gaarne Uw
Henri Arends
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA