G.J.A. Ruys Uitgeversmaatschappij N.V.
aan
Matthijs Vermeulen
Amsterdam, 6 juli 1951
Amsterdam, 6 Juli 1951
Zeer geachte heer,
Gaarne breng ik U ons schrijven van 2 April j.l. in herinnering. Hoewel ik tot mijn spijt hierop geen antwoord van U heb mogen ontvangen, ben ik zo vrij U nogmaals om een onderhoud te verzoeken. Misschien mag ik de reden hiervoor iets nader toelichten. De aanleiding tot ons eerste schrijven was Uw herdenkingsartikel in de Groene Amsterdammer naar aanleiding van het overlijden van Willem Mengelberg. Hoewel wij het volkomen eens kunnen zijn met Uw reserves ten opzichte van Willem Mengelberg kunnen ook wij niet nalaten grote bewondering te hebben voor deze figuur als musicus in vroeger jaren. De verwezenlijking van een biografisch werk over hem, met welke gedachte wij ons reeds enige tijd bezighouden, zou dan ook slechts tot stand gebracht kunnen worden door iemand die hem vanuit deze beide gezichtspunten zou weten te benaderen. Na het lezen van Uw artikel is bij ons de gedachte opgekomen met U hierover eens een nader oriënterend gesprek te voeren. Ik zou het bijzonder op prijs stellen als dit alsnog zou kunnen plaatsvinden.
Met dank voor Uw antwoord verblijf ik, met de meeste hoogachting,
G.J.A. RUYS UITG. MIJ N.V.
H. van Veen, Dir.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA