MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19510530 A. Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Mr A. Diepenbrock pr.

aan

Matthijs Vermeulen

Aerdenhout, 30 mei 1951

30 Mei '51

Beste Matthijs,

Ik ben zeer dankbaar, dat ik je vierde symphonie heb mogen hooren. Ik weet niet of je het met den verslaggever van de Tijd eens bent, maar 't is of hij onder woorden heeft willen brengen, wat ik ondervond. Misschien maak ik je verontwaardigd als ik je zeg, dat wat de bolero van Ravel bij mij deed "in het sensueele" (deze toch après tout wat banale muziek van Ravel sleepte mij toch mee) deed jouw oneindig "geestelijker" muziek mij in het (ik weet niet hoe ik het zeggen moet) echt manlijke: zeer bedroefde, maar zeer dappere, krijgshaftige (maar zelfs de overwinning is nog niet blij, omdat het onrecht etc hier nooit overwonnen schijnt te worden).

Soms begreep ik van de "overgangen" niets; dan moest ik mij ineens weer omgooien. Maar ik bleef toch bijna altijd in de geweldige adembenemende stroom. Misschien zeg ik voor jouw oor bespottelijke dingen. Maar ik had zeer gevreesd er niets van te zullen begrijpen maar voor mijn gevoel begrijp ik er zeer veel van (nu glimlach je wel). Dat de man die rustig zijn pijpje rookend naast mij zat en met Odilia door de gekleurde glaasjes keek, dit alles in zich had en heeft.

Ik trachtte jullie te groeten, toen jullie onder de pauze aan de overkant op het balkon even binnenkwamen en zocht en in de zaal keek: ik zat op orkesthoogte op het andere balcon. Ik moet meer naar concerten gaan als deze. Zweers was wel een ander uiterste. – Zijn de eischen die je aan dirigent en orkest stelde niet ontzettend?

Hartelijke groeten

Fons Diepenbrock

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA