MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19510203 G.J. Timmer aan Matthijs Vermeulen

G.J. Timmer

aan

Matthijs Vermeulen

Voorburg, 3 februari 1951

Voorburg, den 3.2. 1951

Zeer geachte Heer VERMEULEN,

Uw artikelen in "De Groene" lees ik altijd met groote belangstelling, daar deze meestal goed doordacht en overwogen zijn. Het laatste echter vertoont m.i. groote fouten en ik klim in de pen, omdat Uw artikelen vormend zijn voor een groot gedeelte der vooruitstrevende jeugd en deze jeugd dus recht heeft op juiste en goede vorming en niet op misvorming. En Uw laatste artikel is m.i. misvormend. Ik zal trachten het U te doen aanvoelen.

U spreekt steeds over "de heer Paul van Kempen". Door de volkomen overbodige woorden "de heer" verandert U aan Paul van Kempen niets; U demonstreert er alleen mede, dat U Uw haat nog niet overwonnen hebt en het is fout en misvormend de jeugd haat voor te houden. Het nog niet overwonnen hebben van haat blijkt ook ten duidelijkste uit Uw woorden over "hen, die geen geheugen wilden hebben". Immers, nú is de tijd allang gekomen voor verstandige menschen om bewust te vergeten, wat men meegemaakt heeft, en zij, die nu nog niet kunnen vergeten, moeten m.i. maar eens een voorbeeld nemen aan den man, die zoo ongeveer 13 jaren door de Nederlanders geïnterneerd werd, en dien men tenslotte nog als president achter prikkeldraad meende te moeten zetten, maar die ondanks dit alles een beheersching aan den dag legde, waaraan "zij, die zich herinnerden" een leerzaam voorbeeld kunnen nemen.

Het doen voortleven van het verzet uit den oorlog (een actie, waaraan U blijkens Uw laatste artikel mee doet) is kortzichtig, getuigt niet van levenswijsheid en is uiterst schadelijk voor het geheele volk. U leeft in het verleden, U mist de kracht om zich daaraan te onttrekken, te ontworstelen. Maar toch: er is in U reeds het een en ander aan het veranderen. De waardige houding van dien "zielseenzamen Heer Paul van Kempen" op het podium heeft U getroffen, U komt er eerlijk voor uit. Voor het kortzichtig oog moge "Amsterdam de heer Paul van Kempen geëxecuteerd hebben", in werkelijkheid heeft hij getoond de meerdere te zijn, want hij wilde vergeten en de verstoorders der orde wilden niet vergeten. Paul van Kempen heeft zich rijper, wijzer en meer ervaren in de levenskunst getoond dan zijn vermeende tegenstanders.

En nu meent U misschien, dat Paul van Kempen niets te vergeten heeft en dat er alleen maar sprake kan zijn van een al of niet vergeven van fouten aan Paul van Kempen. Maar bedenkt U dan eens, wat het voor een dirigent moet hebben beteekend geen dirigent te kunnen zijn hier in Holland, zoodat hij, wilde hij zijn roeping niet ontrouw worden, in het buitenland zijn levensdoel moest zien te verwezenlijken. De tijdelijke mislukking van het ideaal om in eigen land dirigent te kunnen zijn, dát is hetgeen Paul van Kempen moest vergeten, toen hij hier te lande na den oorlog als vrij man eindelijk kon dirigeeren. Hem is in den aanvang van zijn leven zeer veel onthouden.

En nu: overwin U zelf en vergeet. En beoordeel nu eens zoo veel mogelijk objectief het muzikale kunnen van Paul van Kempen.

Met verschuldigde hoogachting,

G. Timmer.

(dr. G.J. Timmer)

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA