MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19500201 Auk van Raay aan Matthijs Vermeulen

Auk van Raay

aan

Matthijs Vermeulen

Leiden, 1 februari 1950

Leiden, 1 Februari 50.

Slechts weinigen spreken een taal, waarnaar het luisteren mij een vreugde is, want weerklank vinden alleen die uitingen, die opwellen uit diep religieuze bron, waarvan niet aflatende hunkering naar "het absolute" de stuwende opwaartse kracht is.

Alleen zij, die bewust leven, die aan zichzelf voorbij gaan, die de sluiers vermogen te verbreken van een tot nog toe ongeziene, maar voorvoelde wereld, zijn mij ware kunstenaars.

Uw stukken in "De Groene", waarin U een felle strijd voert voor datgene wat een innerlijke stem U als hoogste goed ingeeft, waren mij waarborg voor uw symphonieën. Iemand varend op goddelijk kompas moest toch ernstige en zuivere taal spreken?

Via Hilversum beluisterde ik uw composities, die volkomen aan mijn zeer hoge verwachting voldeden. Hoe gaaf is dit werk. Wat een zuivere omzetting van oorlogsleed in klanken.

Wat een oprecht monument zonder enige verwrongen gekunsteldheid. Na het zwijgen der muziek had ik heel graag onmiddellijk "Les lendemains chantants" gehoord, waarvan ik nog diepere ontroering verwachtte. Vrijdag ging mijn wens in vervulling. Een hemelbestorming het eerste deel, het Adagio gaf klare serene klanken, die de genuanceerde vertolkers waren van eindelijk gevonden hemelse bevrediging.

Tegen het einde van dit deel deed het me even storend aan dat die reine, kristalheldere sfeer even onderbroken werd. Hoe is een uittocht van verbolgenen mogelijk na dit hooggestemde middendeel! Hoe kan men klanken, die een zo ijle, doorzichtige sfeer oproepen niet onderkennen?

Ik denk nu aan het werk van de schilder Aad de Haas. Geldt voor zijn werk ook niet dat wat Ter Braak zei: "Het schone revolutionneert alleen die zielen, voor wie het stoffelijk symbool doorzichtig is, daar zij zelf ziende zijn?"

De fijnste trillingen ontvangen kunnen is toch ook genade, slechts weinigen gegeven?

Het stemt echter wel zeer droef te leven in een wereld, waar zo weinigen over die mogelijkheid tot ontvangen beschikken.

Ik geloof niet dat na een tweede of derde uitvoering van uw symphonieën de meningen zich wijzigen zullen. Misschien wordt men na herhaalde uitvoering immuun voor "het chaotische", of went men er enigszins aan?

U vestigde mijn aandacht op Schönberg. Zijn muziek boeit me, van de Orchesterstücke vind ik vooral het tweede stuk "Vergankelijkheid" zeer diepgaand. Ik neem bij hem een zielestrijd waar, die me sterk aan Kafka doet denken.

Der Landvermesser K kann nicht bis zum "Schlosz" vordringen: Dennoch – es gibt dieses Schlosz, es gibt Verbindungen mit ihm.

Hoe groter de drang naar het volkomene wordt, hoe groter het verlangen der ziel naar eenwording met het Al, hoe meer ons geopenbaard zal worden van die wereld, waar hunkering blijvende bevrediging zal worden. Al mocht dit slechts illusie blijken te zijn, dan waren toch de emoties, die de strijd begeleiden het vechten ruimschoots waard.

Mijn dank voor uw stap in de richting der volmaking en voor het voortdragen van het heilig vuur.

AvRaay

Auk van Raay

Hoge Rijndijk 31.

Leiden.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA