Matthijs Vermeulen
aan
Frederic von Eugen
Amsterdam, 3 mei 1949
3 Mei 1949
Zeer Geachte Heer Von Eugen
Omdat ik twijfelde of ik wel zou kunnen (want Het Avontuur van den Geest, en het vervolg daarop te schrijven, heeft veel gevergd) ben ik een paar dagen met mezelf te rade gegaan, alvorens te durven zeggen dat ik Uw voorstel van 30 april aanvaard.
Niet dus Uw aanbieding maakte mij aarzelend. Doch de voorzichtige vraag of ik gissen mag dat dit derde boek op tijd – over een jaar ongeveer – gereed zal zijn, en of ik beschik over de noodige krachten om ook Uw andere verwachtingen ten volle te vervullen.
Per slot heb ik besloten alle bezorgdheid daarover af te schudden.
De finantieele zijde van Uw voorstel zelf scheen mij op 't eerste gezicht reeds zodanig dat het bij mij slechts de dankbaarheid en de hoogachting welke ik U toedraag kan vermeerderen.
Met deze gevoelens neem ik het aan en het zal mij verheugen, wanneer U onze nieuwe overeenkomst per 1 Mei j.l. in werking wilt doen treden.
Vriendelijk groetend
Uw
M.V.
concept
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA