MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19480502 Eduard Reeser aan Matthijs Vermeulen

Eduard Reeser

aan

Matthijs Vermeulen

Bilthoven, 2 mei 1948

Bilthoven, 2 Mei 1948

Waarde Matthijs,

Naar ik hoor heeft de Bibliotheek-Commissie te kennen gegeven, nog een onderhoud met het bestuur over de beëindiging van haar werkzaamheden op prijs te stellen. Bij die gelegenheid kunnen dan allerlei punten, die je in je brief aan mij van 25 April hebt aangeroerd, ter sprake worden gebracht.

Toch wil ik ook voordien eenige zaken niet onweersproken laten.

In de eerste plaats wordt Flothuis niet geliquideerd; het is de bedoeling, dat hij als muziek-technisch adviseur aan Donemus verbonden blijft, zonder echter met de propaganda belast te blijven.

Naarmate Donemus zich uitbreidt, zonder dat daarbij de inkomsten noemenswaardig vergroot kunnen worden, zal een steeds grooter percentage van het budget voor het vervaardigen van films, afdrukken en materialen gereserveerd moeten worden, waarvoor andere kosten, o.a. die van de bibliotheek-commissie, evenredig omlaag gebracht dienen te worden. In Februari heeft de commissie zelf aan het bestuur medegedeeld, dat zij voor de werkzaamheden, die haar waren voorgesteld, een honorarium van f 150- per maand per persoon billijk achtte, wat, met het salaris van Flothuis samen, een bedrag van f 10.000- per jaar in totaal oplevert; voor het werk dat daarvoor verricht zou worden, is dit bedrag zonder twijfel volkomen redelijk, maar het beperkte budget van Donemus laat deze uitgave helaas niet toe.

De commissie heeft het bestuur in staat gesteld zich te documenteeren omtrent de componisten, wier muziek over het algemeen voor propaganda in aanmerking komt; ik kan niet gelooven dat het nadeelige gevolgen zou hebben, indien van zoo'n componist ook eens een volgens de commissie minder geslaagd werk in omloop zou komen, doch meen integendeel, dat een voor-censuur, als thans wordt toegepast, ook haar bezwaren heeft. Hoe dit ook zij, het rangschikken in X en Y zal, als de commissie ophoudt te bestaan, moeten vervallen; in twijfelgevallen acht ik het bestuur competent te beslissen, temeer daar het in de bedoeling ligt het nog met eenige uitvoerende musici uit te breiden. Ik waag het te bestrijden, dat alleen componisten in staat zouden zijn een moderne partituur te beoordeelen; wat mijzelf betreft meen ik, dat dit beroepshalve van mij verwacht kan worden, en ik moet je dan ook met nadruk verzekeren, dat mijn uittreden uit den programma-raad van het Concertgebouw waarlijk niet is geschied, omdat ik mij voor die taak niet capabel zou achten!

Uit de administratie van Donemus heb ik een nauwkeurig beeld kunnen krijgen van de gevoerde propaganda; daar de bibliotheek-commissie hier buiten staat regardeert dit alleen het algemeene beleid van Donemus en in het bijzonder de positie van den bibliothecaris. Ik kan je echter verzekeren, dat het hierbij niet om geruchten maar om nuchtere, door mijzelf gecontroleerde feiten gaat, die jou echter niet bekend konden zijn; dit argument voor een reorganisatie houdt dan ook geen enkel verwijt jegens de commissie in.

Tenslotte mijn opmerking over onze vriendschap: ik nam aan dat je een "knecht", een "lakei", je vriendschap zou onthouden, maar een "autocraat" wellicht evenzeer! Intusschen echter verblijf ik, met hartelijke groeten, ook aan Thea,

Eduard Reeser

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA