MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19480315 Dorus Roovers aan Matthijs Vermeulen

Dorus Roovers

aan

Matthijs Vermeulen

Putten, 15 maart 1948

"Jalna"

Putten 15-3-48

Zeer Geachte Heer,

Ook ik geloof, dat we het over 't geheel wel eens zijn, zelfs over het door U bestreden punt. Laten we daarom eens even zien!

Ik schreef = De creatieve geest kan geen beperking of begrenzing door pol. richting of rel. dogma aanvaarden, omdat dit aan zijn creatief vermogen evenzeer beperking stellen zou. –

U antwoordde = De feiten weerleggen deze opvatting en U noemde ten bewijze hiervan: Phydias en de overige bouwers der Acropolis, de Egypt. kunstenaars, de bouwers der Middel. kathedralen etc.

Ik blijf echter voorlopig van mening dat (om bij Uw voorbeelden te blijven) Phydias begrensd was door de Helleens/Griekse, de Egypt. kunstenaars door de Egyptise [sic] en de bouwers der kathedralen door de R.K. rel. wereldaanschouwing of meer algemeen gesteld: elk kunstwerk wordt begrensd door de geestelijke habitus van zijn schepper. Universeele kunst bestaat niet en kan nooit bestaan. Wel is het m.i. zóó, dat deze geestelijke habitus een zeer bepaalde en sterke ideaalstelling als kern moet bezitten, wil de kunstenaar tot hoogste prestatie komen, deze ideaalstelling kan een politieke overtuiging of rel. dogma zijn, maar nimmer, indien dit door hem moet worden AANVAARD, dus van buitenaf opgedrongen. Een van bovenaf opgelegde ideaalstelling is voor de werkelijke kunstenaar een dwangbuis en dus onaanvaardbaar. De moderne kunstenaar heeft in 't algemeen geen ander ideaal en geloof dan zijn "Ik bewustzijn" de oude goden zijn dood en de moderne mensch kent alleen zijn "Ik en de Mamon" – De comm. gemeenschapsgedachte vindt nog geen beeldingsvorm, omdat zij in den kunstenaar nog niet op zijn beeldend vermogen als ideaalstelling werkt.

Het grote probleem b.v. in de Sowjet kunstwereld is dan ook het vraagstuk = hoe kan men zonder eenige dwang van boven of buitenaf de kunstenaar er toe brengen de Sowjetleer als zijn eigen ideaalstelling in zijn creatief denkleven te doen opnemen. Men kan zoo iets niet bereiken door ge- of ver-bod, maar door hem te enthousiastmeren voor de idee, voor het gemeenschapsideaal en hem op te nemen in de leiding en in het directe leven van iedereen, door zijn creatief vermogen ook op nog andere wijze dan zuiver artistiek te benutten – dan alleen kan men werkelijke Sowjet kunst verwachten.

Onze W. Eur. kunst is solitair en ideaalloos door het centraal stellen van eigen "Ik" en door het slaafs epigoneren, alsmede door het exploiteren van snobisme, erotisme etc. Zij heeft een narcistisch karakter gekregen en zal of met het kapitalisme ten onder gaan of zich volledig dienen te vernieuwen door het stellen van een nieuw ideaal. Ziehier dus mijn meer uitgebreide vizie op onze en de Sowjet kunst, mogelijk zijn we het nu over de geheele linie eens?

Wat aangaat het college van Prof. R.(L.) Rosenfeld (wiens tegenwoordig adres is = Physical Laboratories, the University of Manchester, England) dit stond in de Vrije Katheder van 13 Febr. j.l. mogelijk heeft de uitgever nog een exempl., zoo niet dan stuur ik U het wel. Mogelijk vindt U, evenals ik, hierin aanleiding tot discussie met hem. Over dynamisch denken schreef o.a. ook heel veel en goed Mac Murray o.a. in de 3de opstand v/h gevoel.1 Gaarne Uw meening of zijn we het op allen punten eens?

Na vriendelijke groeten

Hoogachtend

Dorus Roovers

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. 'derde opstand van het gevoel' verwijst naar John MacMurray's Freedom in the modern world (1932).