Jac. van Elsäcker
aan
Matthijs Vermeulen
Rotterdam, 11 oktober 1947
Rotterdam, 11 October 1947
Zeer geachte Heer Vermeulen,
Mijn naam zegt U niets, doch deze gedachte kan mij niet weerhouden U mijn hartgrondige instemming te betuigen met Uw grandioze aanklacht tegen Rudolf Mengelberg.
Hoogachtend,
Jac. van Elsäcker
Opeens schiet me in het hoofd: Zou niet de mogelijkheid kunnen overwogen worden tot een soort van petitionnement ter verwijdering van deze weerzinwekkende meneer?
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA