MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460703 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 3 juli 1946

Louveciennes 3 Juli 1946

Woensdag-middag

Op ons perronnetje, onderweg naar Air-France,

smoor-heet en bewolkt.

Thea-lief, mijn schat,

van ochtend was ik al hier om je groote pak te halen. Ziende op de kennisgeving dat 't ruim 9 kilo woog had ik den kruiwagen gevraagd van le vieux père Collinet. Dat is minder verhittend. Je tien bussen zijn een tikje gedeukt (dat waren ze misschien al) maar overigens uitstekend aangekomen. Zelfs 't aardappelmeel. Mijn dochter zal 't in de zakjes laten, zegt ze me, want zij compliceert de zaken liever niet! maar dit zegt ze me niet. Ik heb direct van de mosterd geproefd. Hij is beter dan de Fransche, maar niet natuurlijk en echt. Vandaag hadden we kool met aardappelen en een stuk vet erin van je. Dat maakt mosterd toch pittiger, of hij echt is of niet.

Het was in zekeren zin een tegenvaller voor me dat ik mijn stuk niet in de Groene vond, want ik dacht aan de 50 pop, heel materialistisch, waarvoor ik het schreef. Ik veronderstel dat 't tamelijk op 't nippertje bij de Red. is aangekomen en dat ze niet voor een tweeden keer de Drukkerij op stelten hebben willen zetten, want dat hebben ze vàst moeten doen voor mijn 1ste stuk, en de Drukkers koesteren daarvoor een geweldigen hekel. Maar ik heb me onmiddellijk geschikt in de vertraging, denkend dat zij me après tout prachtig te pas komt omdat ze mij een week speling geeft (– in den trein) welke ik als vacantie gebruiken kan in de week van je aankomst. En hoewel het me danig hinderde en remde en verleidde om te luieren heb ik deze week prettig doorgewerkt met dat vooruitzicht.

Toen Dijkstra hier was hebben wij gesproken over R. Esscher. Hij heeft me uitvoerig verteld welke de positie en het werk van Esscher zijn aan "de Groene" en ook wat hij over hem denkt (tamelijk goed, maar toch niet dàt). Misschien verwachtte Dijkstra van me dat ik bezwaren zou opperen, condities zou stellen of iets van dien aard. Maar ik heb dat expres niet willen doen. Het is zeer waarschijnlijk dat R. Esscher en ik niet lang zullen accordeeren. Een conflict tusschen hem en mij is wel zoo goed als onvermijdelijk. Maar toch niet wat je noemt zéker. En ik wou die relaties zich maar normaal laten ontwikkelen. Wij zullen zien hoe. Ik heb het enorme voordeel dat ik de persoon en de geschriften van Esscher op hun exacte waarde kan taxeeren en niet jaloersch behoef te zijn. Voor mijn part kan hij aan de Gr blijven meewerken, zoolang hij verkiest. Hij mag zelfs probeeren mij te dwarsbomen. Vanaf het moment en zoolang mijn werk goed is kan dat niet 't minste kwaad.

Aardig, het enthousiasme van Maas. Ik ben benieuwd jullie naast elkaar te zien! Want dat H.E., toen hij raden moest "wie het was" en hij raadde Maas, dat schijnt aan te duiden dat je heel vriendschappelijk met hem bent. Hij lijkt me uit je beschrijvingen wel een kerel te zijn die een reëelen en scherpen kijk heeft op de dingen en er een hoop van snapt. Ik zal best met hem kunnen opschieten. Laat hij maar gerust naar Louv. komen. Desnoods zou hij getuige kunnen zijn, als een der twee zou mankeeren.

5½ uur. Weer in den trein.

Een uur door Parijs geloopen voor niets. Pech gehad. De confiseur die me beviel en bij wie ik vorige week inlichtingen vroeg, was gesloten. Elders op zoek gegaan. Doch vond niets naar wat ik mij voorstel "jouw zin" te zijn, en wat mijn zin is! Bonbons mogen geëxporteerd worden doch men vindt er bijna nergens of maar erg middelmatige en met tickets. Mijn confiseur is slechts Vrijdags en Zaterdags geopend. Ik zal er overmorgen teruggaan. Maar zullen zij dan nog op tijd komen? Jammer. Ik kon dat niet denken vorige week dat hij gesloten zou zijn, want hij zei daar niets van. Ook een beetje last gehad van je pakje. Er is iets gebroken dat strooperig doorsijpelt en het dragen moeilijk maakte. Ik had een krant moeten koopen om het erin te draaien. Doch daar denk ik nu pas aan!!! zoo geschieden ook de groote uitvindingen!

Het is nog steeds smoor-heet doch de lucht klaarde op. Ik snak naar een glas water. Wij zijn reeds in St Cloud. De kwestie van de Kerk zal zich wel geheel naar jouw verlangens regelen, denk ik. Het schijnt me onmogelijk dat iets op dit punt je een gevoel zal laten van onvoldaanheid. Als de Curé voor mij tevreden is met een biecht pro forma om zoo te zeggen, waarom zou ik dan niet biechten? Ik wil daarover echter eerst jouw opinie kennen.

Onder den thuya, na een lekker bad. 7 uur.

Catastrophe met je pakje! Twee der drie flesschen tomaten-saus waren in gruizelementen, de boter voor de helft versmolten, en vermengd met de scherven. Van de twee ronde staven heeft mijn dochter er direct een opgepeuzeld, me tienmaal zeggend dat ik je moet vragen wat dat is! Gelukkig is nog één flesch heel. Je had dat met enorm veel papier of stro of krullen moeten verpakken. Daar kon je donder op zeggen dat het kapot zou aankomen. Ik dank den hemel dat jij de technische knobbel niet hebt. Dan ben ik je tenminste daarin superieur! Want ik heb hem. En zoo kan ik je in 't praktische leven allicht dienen tot iets! Bij mij is eigenlijk alles praktijk. Behalve het bespelen van muziek-instrumenten. Om dit te leeren heb ik nooit tijd gehad, of geen geld om een piano te huren. Wel jammer. Au fond ben ik een halve werkman. Ik vraag me zelfs af vanavond of je dat wel erg zal bevallen. Ik ben een tikje pessimistisch wijl ik je bonbons niet heb kunnen krijgen. Maar dat zal ook wel weer zijn goeien kant hebben; daar troost ik me mee.

Van Marie begrijp ik het zóó dat ze op jou is aangevallen om haar nood te klagen, blij iemand te vinden. Dit is een verklaarbare zwakheid van haar en je moet haar dat maar vergeven. Zij heeft een best hart en ze is zielig. Doch haar horizon bleef ook een beetje beperkt en daar moet je je geen illusies over maken. Eveneens mijn broer, ofschoon doctor in de letteren, is vrij geborneerd. Ik weet niet waaraan dat ligt. Ik kan erg moeilijk met hen omgaan. Ze hebben uitmuntende hoedanigheden, ik waardeer dat graag, maar er is tusschen hen en mij nooit ware verstandhouding geweest en ik vrees dat jij ook wel tot die bevinding zult komen.

's avonds

13x Thea! Ik had ze niet geteld, dat begrijp je, en de veelvuldigheid was me niet opgevallen. Maar ook uit een oogpunt van stijl (hoewel ik geen stijl wou maken) zou die herhaling verdedigbaar kunnen zijn. Ze wordt dan (goed toegepast) motief in de constitutie der melodie. Een lang gevoel dat telkens, bij tusschenpozen, terugwendt naar zijn aantrekkend centrum: Thea.

Nu je 't zegt, spottend, "Ik vind het zoo moeilijk om reclame te maken!" zie ik toch dat er met mijn "loftuiting" gelachen kan worden. Zelfs onder vrouwen! Wat zou 't dan onder mannen zijn!? Wanneer de gelegenheid zich voordoet (om je te prijzen) zal ik niettemin recidiveeren. Het gebeurt niet dikwijls dat een man zijn vrouw kan loven. Wat wil hij van haar zeggen? Zij kleedt zich elegant; zij kookt uitstekend; zij houdt 't huis in orde; zij is niet lastig! En wat wil een vrouw over 't algemeen van haar man zeggen!? Affreus! Over jou heb ik nog niet eens de helft, het vierde part verteld aan Suus. Ik had dat veel zorgvuldiger moeten uitwerken. Maar dat komt nog. Wat zou 't aardig zijn wanneer iedere man zoo vervuld en bezig was met werkelijke waarden zijner vrouw! Vin-je niet? Welk een splendide civilisatie zou dat geven! Ongehoord. En wanneer de vrouwen dan ook nog haar mannen konden prijzen! Maar dat zou niet eens hoeven. Want de man die werkelijke waarden zijner vrouw weet te beseffen zou daardoor reeds voldoende aantonen "iemand" te zijn. (Hiermee roem ik mezelf impliciet! maar dat doet er niet toe. En dat mag!) Curieuze consequentie: als ik jou prijs, dan prijs ik mijzelf! Automatisch. Dat is nog een der wonderen van de verhoorde liefde. En dit zijn geen sophismen, mijn lieveling. Wat ik roem in jou zijn werkelijke waarden. Het zijn gedachten om er een ongehoorde civilisatie op te bouwen!

Je bent weer een echte schat met je herinnering aan het cursusje. Maar ik heb je bijna alles geschreven van hoe ik je beminnen kan. Ik zou je nu moeten beschrijven hoe je mij beminnen kunt. Dat is niet noodig. Het is haast hetzelfde. En dat doe je vanzelf als je bevalt hoe ik je bemin. En als je 't niet doet is 't ook goed. Ben je nieuwsgierig naar mijn lichaam gelijk ik het ben naar het jouwe, en was naar het jouwe? Ik dacht daar vanmorgen aan. Jij die alles graag precies weet, je zult ook dit precies willen weten, dacht ik. En ik gaf me heelemaal aan je over. Comme ta chose. Maar je moet dat zelf willen ontdekken, en willen onthullen aan jezelf. Denk er af en toe aan hoe je dat het liefst zoudt doen, nu je een man hebt, qui est ta chose. Alvorens je hier komt zal ik je stellig nog herzeggen hoe je sinds negen maanden bemind bent

door je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA