MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460701 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 1-2 juli 1946

1 Juli '46

Lieve Matthijs, kan je raden waar ik zit? in het keukentje op de Heerengr. Ik verdoe vandaag mijn heelen dag met dien timmerman. Hij begon met een uur te laat te komen vanochtend (in de Verhulststr.), beweerde toen dat hij om 11 u. hier zou zijn, was er niet om dien tijd, ook niet 3 kwartier later toen ik na vergeefsche boodschappen weer terugkwam. Ik ben toen thuis gaan eten, daarna weer hierheen gegaan en trof de boel wel aan maar de man niet. Het boekenkastje is te groot, de jongens zijn intusschen gekomen en zijn aan het zagen. Hij meent het zoo goed, die bas-bariton, maar hij kent zijn vak ook alweer niet. Een beetje teleurstellend. Van het bed heb ik een divan laten maken en die staat nu in het celletje en vult het zoodanig dat ik vrees dat de schrijftafel er niet eens meer bij kan! Laat staan een kacheltje! We zullen er maar om lachen en zien hoe we er ons doorheen slaan. Die kamers beneden heb ik nu gezien, die zijn heel geschikt. In zake de vleugel neem ik nog maar geen beslissing, want àls we die kamers beneden zouden huren, komt de vleugel natuurlijk daar te staan.

Ik heb vanavond de alt-hymne door de radio gehoord. Wat zal dat toch heerlijk zijn om die dingen, als ze eenigszins goed worden uitgevoerd, samen te hooren! Er is hier niemand die er wat aan heeft. Ik was bij Puckie en Jo, maar ik geloof niet dat een noot ervan tot hen doorgedrongen is, en dat zijn menschen die zich heel muzikaal voelen en ook eigenlijk nog wel muzikaler zijn dan de meeste andere menschen.

Peter Grimes is dus niks? Het hele zaakje komt misschien in het najaar hier. Van Copland moet je nooit iets beluisteren, dat is verloren tijd. Ik hoorde eens een rotstuk van hem: "El Salon Mexico" – toen wist ik het wel! Maar het is misschien iets voor de Groene dat portret van Lincoln? Groote God, wat een wansmaak.

Nadat ik het voorgaande schreef, ben ik brieven in een brievenbakje op mijn schrijftafel gaan napluizen, om die schrijftafel voor Moeder Thedinga een redelijker aanzien te geven. En stel je voor: daarbij heb ik 2 brieven en een briefkaart van A. gevonden. Ik schreef je eens dat ik er geen had. Ik had gezocht in een koffertje met brieven, maar niet in dit bakje, waar voor het meerendeel enkelingen in zitten, die niet bij een bepaald stapeltje hooren. Het is de laatste, van 5 Aug., waarop ik niet meer heb kunnen antwoorden, denk ik, en een van Nov. '43. Heel krachtig beide, wel verdrietig over jouw gemis aan succes. Er staat ook in dat jij een andere vrouw had moeten hebben. Heel luchtig en als en passant. Wonderlijk. Bij alle spontaniteit toch eigenlijk niet goed te doorgronden. Die brieven zijn wat dik om te sturen, ik zal ze je hier nog eens laten lezen.

Ook vond ik een programma van Peter met dit portretje erop. Je hebt, meen ik, eens om een portretje gevraagd – ik dacht toen dat ik er geen had om te zenden (alleen een in een lijstje dat Greet me eens gegeven heeft.) Wat vind je ervan?

Dinsdag.

Weet je wie Karel Mengelberg is? Een kwast van een man eigenlijk, gewichtig en querulanterig, maar aan de andere kant niet onintelligent en zelfs niet van muzikaliteit ontbloot. J. moest daar gisterenavond heen. Hij moest een stukje muziek calligrapheeren in het receptieboek van de Koningin, hij schrijft werkelijk prachtig. Dat karweitje kostte wel zoowat een uur en J. moest daar op wachten en zoo werd er onderwijl ook een beetje gepraat. Hij kent mij ook vrij goed, want hij is recensent van Het Volk en als collega's zien we elkaar dus vrij geregeld, we zijn ook per je en jou en zoo. J. vertelde daarom ook van ons trouwen en weet je wat die gek pardoes zegt? "Dat kon je immers zoo wel zien dat hij op dien avond bij Stokvis al dol op haar was." Snap je daar nou iets van? Ik kan me heelemaal niet herinneren dat hij erbij was, maar waar hij dien indruk vandaan haalt begrijp ik niet, want ik weet me zelf niets te herinneren van dien avond dat in die richting zou wijzen. Je vond dat ik mooi piano speelde. Dat heeft Karel M. zeker overdreven gevonden en op verliefdheid geschoven. Maar gek dat hem dat zoo bijgebleven was.

Een heerlijke brief kreeg ik vanochtend weer van je. Heb hem nog pas in haast gelezen. Ik ga nu uit, boodschappen doen. Wees teederlijk omhelsd, lieve Matthijs door je

Thea

[bijgesloten: brief van Kate ter Horst-Arriëns aan Thea met de volgende gelukwens:]

Vlieland

28 VI 46

Dierbare bruid,

Wat een zeldzame verrassing bracht jouw brief mij gisteren – op dit eiland van zee en wind en lichte lucht.

In de stilte van den avond moest ik erover na-mijmeren – om niet dadelijk spontaan en enthousiast, maar liever een dag later, reeds vertrouwd met het denkbeeld, je lieve gezicht heel innig te omhelzen om de wending die je leven genomen heeft..

Want de "vreemde separatie van Joanna" zooals je het zelf noemt, schijnt mij zoo belangrijk niet toe als de bronnen van vernieuwing die je ontdekte – de mogelijkheid van groei in òngekende richting. En Joanna die haar man reeds gevonden heeft – zal deze groote en onherroepelijke scheiding in al haar weemoed toch ook zien – herstellend het evenwicht in jullie beider verhouding! –

Duizend dingen zou ik willen weten – of Matthijs veel ouder is? – of hij katholiek is en wat hij in Amsterdam komt doen? Allemaal van die onbescheiden bemoeïngen die je met je stilzwijgen hebt geweerd!

En Thea, ik benijd je – om de leeftijd waarop je trouwt, om de volkomen rust en afstand die je om je heen gehouden of geschapen hebt in den tijd dat dit besluit in je ziel bezinken moest.

Dus dáárom was je zoo geheimzinnig ingekeerd en mooi van 't winter..

De vraag "of wij ervoor voelen" kan alleen jij zelf doen. – Want er zal niemand zijn onder je vrienden die niet volkomen zeker is dat deze stap de juiste is, nu jij hem doet.

En die man van je heeft dingen geschreven over je Vader, zooals niemand anders het deed, (Zèlfs H.E. zal het wel nooit evenaren?!) dat is ronduit het eenige wat ik van hem weet, en waardoor ik zijn naam onthouden heb, nu al 15 of meer jaren lang.

Ja – We zijn niet jong meer – maar bliksem wat moet het schoon zijn om zoo de tweede helft van je leven te aanvaarden.

Jan is niet hier – hij zal met mij verheugd zijn. En Sophietje – de oudste van de drie die ik bij mij heb, zendt je een zoentje zegt ze. Ze was eventjes wakker, klaagde over hoofdpijn.. maar toen ze hoorde aan wie en waarom mam schrijft, had ze weer "stof om te gaan droomen – –

Een witte golf uit de branding

Kate

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA