MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460630 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 30 juni – 1 juli 1946

30 Juni '46

Lieve Matthijs, vandaag heb ik van niemand wat gekregen – dat valt me nu al af, merk ik! We hebben vanavond geweldig gesjouwd, om voor Moeder Thedinga op te ruimen en om voor de Heerengr. wat klaar te zetten, want morgen gaat er een bezendinkje heen. Het is voor J. een heele opluchting dat er wat het huis uit gaat, want het is hier te vol. Vanochtend hebben we de heele ochtend gestopt, en vanmiddag zijn we naar het afscheid gegaan van onzen huisdokter. Hij wordt internist, wat heel jammer is, want hij was bijzonder als huisarts. Een nuchtere man, zou je zeggen, maar ondertusschen met een heel goed hart en een scherpe kijk. In Moeder's ziekte is hij ons een werkelijke steun geweest. Het was ook heel eersterangs wat hij zei vanmiddag. Ik ben ook bij Marie geweest, die ditmaal thuis was. Ons gesprek verliep moeizaam, zij was erg klagerig over haar zieke lichaam, kwam van dat onderwerp maar niet af. Misschien als jij en ik een kind zouden hebben, dat het haar beter zou gaan, zij zou daar misschien zoo gelukkig over zijn dat zij haar kwalen vergat. Het is een arme ziel. Ik had deze gedruktheid nu niet verwacht, ik dacht dat ons geval haar nog wel even langer dan een dag opgefleurd zou hebben. Maas is wild enthousiast. Hij wil bij de bruiloft zijn en feest vieren en hij verwacht van ons tweeën ik weet niet wat voor heil van de wereld! Hij is merkwaardig, aan één kant heel oppervlakkig, maar met een soort genie toch, hij past vast en zeker niet bij je, maar àls hij zou komen, zou hij je misschien toch niet storen, omdat hij zoo gek is. Hij zei b.v.: "als hij (dat ben jij) over iets schrijft, dan schrijft hij meteen over alle andere dingen ook". Dat zegt ie dan zoomaar ineens – waar haalt ie het vandaan? Werkelijk een heel gekke man, en heel hartelijk jegens ons.

Maandag.

Aldoor vergeet ik de groeten terug te doen aan R. en M.1 Zij liggen zoo buiten mijn gezichtskring, daardoor vergeet ik het steeds.

Het nieuwste op het gebied van pakjes is dat per K.L.M. maar eens in de maand een pakje verzonden mag worden aan het zelfde adres. Hoewel ik er nog geen week geleden geweest was, heeft de jongeling Zat. mijn pakje toch aangenomen, maar dat zal ik dan toch maar als het laatste beschouwen. Het tomaten-spul is bedoeld voor jullie macaroni, het is ook lekker bij boonen of capucijners. Met clandestiene koffie ben ik al een heelen tijd bezig, maar die koffieman, hoe graag hij ook wat zou verdienen, kan er nog maar niet aan komen. Drink jij ook surrogaat? Als je dat niet veracht kan ik het je genoeg bezorgen – maar dat zal in F. ook wel te krijgen zijn.

Weet je wat heel gek is? Dat op onze faire part ik me nog Th. D. noem terwijl ik dat dan al niet meer ben! Ik bedacht dat dezer dagen, heb het toch aan Lucie maar zoo opgegeven.

Wat ontzettend komiek stuntelig is de brief van Suus! Dat ze "je" schrijft, vind ik wel aardig. Ik ben nooit erg voor die vlugge je en jou-zeggerij, maar in dit geval zou u toch wel geen zin hebben. Jouw brief is eenig. Er staat alleen 13 x Thea in, dat is misschien uit een oogpunt van stijl wat veel? Je hoeft niet bang te zijn dat Suus "meekomt", dat heeft zij slordig geschreven. Mijn idee was dat ze alleen op den trouwdag zou komen, maar misschien komt ze in die week ervoor nog een keer met J. over voor een praatje. Ze gaan van 2-9 Aug. naar Parijs. – Zouden we niet gewoon in de kerk trouwen, misschien alleen maar in de sacristie? Dat zou wel naar zijn. – Zeg, ik heb nog aan niemand zoo'n loftuiting over jou geschreven als jij over mij aan Suus. Is dat leelijk van me? Ik vind het zoo moeilijk om reclame te maken! Maar zoo moet ik het niet zien, hè? Als Jany me een enthousiaste brief over jou schrijft zal ik hem enthousiast terug schrijven. Liefste, da-ag

je Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. Vermeulens zoon Roland en zijn vrouw Marcelle.