MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460625 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 25 juni 1946

Louveciennes

25 Juni 1946

Dinsdagavond

Mijn altijddurende en mijn voortvarende,

je briefje van bij den kapper was nog eens van 21 Juli! Doe je zoo met alle brieven die je dezer dagen schrijft? Wonderbaarlijk zooals je den tijd uitwischt, sneller gaat dan onze aardbol! En met welk een volharding! Maar 't zal nu wel de laatste keer zijn. Eigenlijk had ik je niets moeten zeggen. Om te zien hoe lang dat geduurd zou hebben zonder interventie. Zou dat wakend somnambulisme zijn? Of wat? Hoe verklaar jij het?

Ik ben tamelijk geradbraakt. Vanochtend gewerkt en verder den ganschen dag sjouwerman. Meer dan dertig maal ben ik tot onze 3½de verdieping gestegen en daarna afgedaald met een zwaar vrachtje in een ouden waschketel om dezen te gaan deponeeren op een drie honderd meter afgelegen vuilnishoop welke door de smoezelige dorpers is begonnen bij een der ingangen van hun bosch, waartegen ik dikwijls inwendig gefoeterd heb, en waarvan ik nu met een cynisch welbehagen gebruik maak. Wat had ik anders moeten aanvangen met die wagonlading rommel? Schrikbarend. Het resultaat van tien jaren gemoedelijk vandalisme van drie tierige knapen, al maar opgestapeld zonder dat iemand er ooit naar keek. Een superlatieve rommel. En daar laten ze je mee zitten. Ze gaan kalm oorlog voeren. Afijn; wij kwamen er doorheen. Een zekere netheid en regelmaat heerschen weer. Maar ik vond mijzelf nog niet heelemaal terug. Want het gekke is dat ik mij bij dergelijke karweitjes totaal kwijt raak. Alsof een andere persoon, die daar niets mee te maken wil hebben, de vlucht neemt en spoorloos verdwijnt. Ik ken mezelf gewoonweg niet meer. Alsof die andere persoon maar iets, hoe zal ik zeggen? maar iets "astraals" is. Heb jij ook wel eens zulke gewaarwordingen? Wanneer je dweilt b.v., veegt, opruimt? Of kun jij de twee polen beter associeeren? Mij lukt 't niet. 't Is 't een of 't ander. En 't verveelt me buitengewoon mijzelf kwijt te raken.

Zoo juist, omdat je er over schrijft, en om op mijn verhaal te komen, heb ik in Mensch & Cie het artikel van Pijper herlezen, met de grootste oplettendheid. Het is zooals je zegt. Er zit gedachte in. Maar je komt er niet achter welke gedachte. 't Zou aardig zijn, wanneer 't mogelijk was, om zoo'n opstel met Wim te behandelen gelijk een schoolmeester dat met een leerling zou doen, en hem telkens, bij de tien, twintig keeren dat Wim de draad van zijn "redenatie" verliest, te vragen: wat bedoel je? waar wou je naartoe? wat heeft dat met elkaar uitstaande? wat is daar voor verband? Ik zou zijn antwoorden wel willen vernemen, en ook zijn gezicht wel willen zien. Au fond is 't ongepermitteerd dat zulke stukken gedrukt worden, want zij veroordeelen den lezer die ze slikt als zoete koek, en zij veroordeelen daardoor (wanneer er veel van dat slag verschijnen, hetgeen in Holland 't geval is) de intellectueele cultuur eener natie. Laat Wim nu zijn gedachte expres zoo dobberen en tollen? Daarover zou je hem moeten interviewen. Maar ik geloof 't niet. Er is veel virtuositeit noodig om met opzet te hannesen, en die ken ik hem niet toe. Me dunkt eer, dat zijn gemier een mentale zwakte openbaart. Of hij heeft zelf niet precies geweten wat hij dacht, òf hij bezat niet de innerlijke kracht en de discipline om zijn gedachte, en vooral zijn "redenatie", stevig aan de lijn te houden, en haar helder, logisch, consequent naar haar doel te leiden. Misschien echter bezit hij daarvoor ook wel niet de techniek, want zijn Gids-artikel (opgenomen, zooals ik merkte, in de Quintencirkel) toont dezelfde fouten, ofschoon in mindere mate. Het is niet aan ieder gegund, o mijn socratische Thea! om een gedachte duidelijk te exposeeren , en haar klaar en rigoureus te ontvouwen. Dat zie je aan Henk Andriessen. Die probeert het ook. Maar hij strompelt en baggert voortdurend. Hij maakt den heelen tijd troebel water. IJdel is hij vast, dat lijkt mij ook. Pedant zelfs. Onuitstaanbaar, als je baggert! Maar hoe jij dat nu lyrisch kunt achten is me weer een raadsel. Ik proef er geen greintje gevoel in. Trouwens, gevoel te combineeren met een mathematisch doorgevoerde gedachte is een der moeilijkste taken welke een mensch zich stellen kan. Zeer weinig voorbeelden zou ik daarvan kunnen citeeren. Het edelste specimen dier vereeniging schijnt me nog altijd de Lauda Sion van Thomas van Aquino, die je misschien hoorde bij de plechtigheid welke wij hier noemen Fête-Dieu. Tusschen hhakjes: weet je dat de Doctor Angelicus gedurende de laatste jaren van zijn leven vervallen is in de somberste melancholie? Alles scheen hem leeg en niets. Het heeft me zeer getroffen dit op een dag te lezen.

Te vier uur heb ik gevlast op een brief van je, doch tevergeefs. Toen mijn Augustinetje me dezen morgen je paar velletjes bracht van 21 Juli, zei ze mij, de enveloppe betastend: Elle est mince, aujourd'hui, ta pâture! En dat was ze. Je restais sur ma faim. Laat me even klagen, liefste, ook al ben ik onbillijk, omdat je 't druk hebt, zooals je me ook vertelde. Morgen zijn die drie dagen om voor mij. O Thea! Zul je mij dat dikwijls vragen: je veux bien t'embrasser si tu veux? Ik denk dat ik je niet veel zal antwoorden; maar dat ik je in mijn armen zal nemen pour t'embrasser bien. Slaap lekker, kleine Thea, jij, onverhoopt, onverdiend, ongeloofbaar, en toch verlangd geluk van

je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA