MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460624 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 24-25 juni 1946

St. Jan '46

Lieve Matthijs, ik ben vandaag weer veel in je, in onzen dienst. Eerst vanochtend een pak met blikken gemaakt, waar de vergunning voor gekomen was. De vorige week is er geen weggegaan, want ik heb geen doozen meer, alleen nog groote, en zoo'n groote kon ik zoo gauw niet vol krijgen en ik wil ook niet te onbescheiden zijn tegenover die vergunning-verleeners. Maar vanochtend heb ik er dan een gepakt waar geen deksel bij was – dat was een blixemsch werk. Er zit een blikje mosterd in, ik weet niet of jij dat chemisch noemt, maar het kost slechts 20 ct. en je mag het dus wegdoen. Wat in de zakjes zit – als de blikken het er niet uitgebokst hebben – is aardappelpuree-poeder. Die moet aangelengd worden met 5 x zooveel water. Het beste is het te gebruiken vermengd met gewone aardappelen of met veg. steur, want zoomaar alleen is het een beetje slijmerig (er zit natuurlijk een bindmiddel in). Dat pak weggebracht zijnde, ben ik (fraaie constructie) naar de pastorie gegaan, doch vergeefs, niemand was thuis. (Ik moet 3 x afgeroepen worden, had je daaraan gedacht? jij ook.) Daarna heb ik een K.L.M.-pakje gemaakt, wegens de margarine van den melkboer. Er zit geen broodje in, je kunt het dus gerust een tijdje laten liggen. De radijsjes, die ik erin strooide, zijn meer voor het kleurtje dan om op te eten, want die zijn in dit seizoen toch niet erg lekker meer. Vanmiddag heb ik dat pakje weggebracht en ben doorgeloopen naar de Heerengr., waar ik rendez vous had met dien timmerman van J., die een boekenkastje timmert en wat planken in het kookroefje. Ik heb nu geïnformeerd naar de plek van de kachel en heb ook de mogelijkheid van een kachel – gewoon met de pijp naar buiten – in het werkkamertje aangeroerd. Bij Kettner ben ik gaan vragen of een vleugel door een raam van 1.52 m. kan. Zonder definitief antwoord gekregen te hebben, want de een zei van wel en de ander van niet.

Toen ik net thuis was, kwam er een meisje me feliciteeren, waarvan ik in geen velden of wegen bedenken kon hoe zij het gehoord had. Haar moeder, die in Bussum woont, had het haar verteld. Ik snapte er niets van, maar later heb ik het begrepen toen ik hoorde dat het dochtertje van Emmie [van Hall] in Laren was geweest en het daar aan haar gastvrouw – waar ik vroeger ook les gegeven heb – verteld had. Dat goeie mensch is zeker aan de telephoon gaan hangen en heeft het 't Gooi rond verteld. Ik vind het wel een beetje vervelend, want het geeft zoo'n gezeur; toch vond ik niet dat ik de menschen nog geheimhouding kon opleggen nu we "afgekondigd" staan. Maar wat een geluk dat ik het niet eerder verteld heb – nu is het tenminste nog maar 3 weken.

Van Suus hoor ik dat ze je geschreven heeft – hoe zou dat uitgevallen zijn? ze kan heelemaal niet schrijven; wat staat er boven?

Met je laatste formuleering "het verheugt" enz. ben ik heel content. Als we het nu eens zijn over de volgorde Matthijs – Thea kan ik er Lucie over schrijven. Jij mag dan de namen van de menschen prachtig calligraphisch invullen. Over "huwelijk" en "trouwen" heb ik altijd net zoo gedacht.

De ringen zal ik, dunkt me, maar gewoon van goud koopen. Het is niet zoo duur, zoo'n ding kost 15 à 20 gulden. Er is iets vervelends in ze te koopen en er een symbolische handeling mee te verrichten en er niets bepaalds bij te voelen. Het symbool is mooi, vanzelfsprekend, het is zeker dat iedereen zoo'n ding draagt wat je er vervelend in vindt – maar dat is waarschijnlijk hoogmoed. Tegen ijzer of staal heb ik bezwaar omdat me dat herinnert aan de Moffen die zulke ringen moesten dragen in den oorlog. Brons vind ik geen mooi metaal. Voor zilver zou ik eventueel nog wel voelen.

Jegens Andriessen ben ik niet zoo streng als jij, omdat ik het hem hoor zeggen. Zijn causerieën zijn ook zoo en die hoor ik wel graag. Hol is niet geniepig. Voor Moeder heeft hij een vriendelijk gevoel. Hij zit maar wat te wauwelen. Hoe kom je erbij dat dat nulletje al lang genoeg iets beduid zou hebben? Hij heeft nooit iets beduid en is blij zichzelf nog eens een beetje in de lucht te kunnen steken. Gun hem dat pleziertje. Over Pom vergat ik nog steeds: Duitsch bloed vind ik wel onoverkomelijk. De 2e kwatr. bevalt mij 't beste.

Dinsdag

Geen tijd meer om er nog wat bij te schrijven. Erg prachtig wat je schreef over het Onzichtbare – Ik voel het ook zoo. Hoe dankbaar ben ik je. Liefste, ik omhels je innig, je

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA