MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460620 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 20 juni 1946

Louveciennes Donderdagmiddag 2½ u.

20 Juni 1946

op ons perronnetje

Mijn lieflijk zinnende, wikkende, Thea,

het schijnt me toch, na kennis genomen te hebben van je jongste invallen, dat we zoo dicht mogelijk moeten trachten te naderen tot mijn formule van gisteravond. Ik zou in zoo'n mededeeling wel iets persoonlijks willen leggen, niet te veel natuurlijk, juist genoeg om de menschen de suggestie te geven dat het ons plezier deed aan hen te denken. Ik dacht nog of het équivoque dat mij hinderde in mijn redactie niet weg te nemen zou zijn door een tournure als deze: Het verheugt Thea D. en M.V. aan hun vriend (of vriendin) ... te laten weten dat zij op ... 1946 getrouwd zijn te Louveciennes. De naam zou handschriftelijk worden ingevuld. Vriend of vriendin kan vervallen. Kan ook schriftelijk bepaald worden. Op die manier is er ook eenige speling voor typographie of calligraphie. 't Is de eenige oplossing welke ik zie. Bij alle andere komt het er niet veel op aan of ons huwelijk gesloten of voltrokken wordt (behalve dan dat het voltrekken van ons huwelijk een geluk is van jou en mij.) Ik houd niet erg van 't woord "huwelijk". 't Zegt me niets. Ik heb daarentegen een zwak voor "trouwen"; dat zegt precies wat het beduidt, en dat kan precies beduiden wat het zegt. – Maar ik laat de slot-keuze der formule geheel aan jou over. Ik weet volstrekt niet hoe 't staat met mijn instinct in zijn verhouding tot sociale convenances, of ik 't vertrouwen kan of niet.

Mijn dochter is eindelijk naar onzen pastoor gegaan om hem te vragen over de noodzakelijkheid van ringen. (In den trein) Onze brave Curé heeft geantwoord dat voor het Sacrament de ringen onmisbaar zijn doch dat 't niet van 't geringste belang is uit welk materiaal ze vervaardigd zijn. Er wordt bij de inzegening alleen het symbool gevraagd van iets dat bindt. Ken je misschien een metaalbewerker die ons eenvoudige ijzeren ringen zou kunnen maken? B.v. uit één stuk, niet gesoldeerd; zóó gehaald dus uit een brok ijzer of staal. Dat zou als symbool ruim opwegen tegen de mindere waarde der materie. (Dat is nog een karwei welke ik je opdraag!) Maar de eenige metaalbewerker dien ik ken te Louveciennes is in militaire dienst. Je kunt ook in een winkel een paar ijzeren ringen zien te koopen. Als wij straks in St Lazare zijn zal ik boven aan dezen brief mijn maat teekenen. Onze pastoor zegt dat later ringen in een edeler substantie altijd kunnen worden gewijd. Ik zou ook wel voelen voor brons als je dat krijgen kunt.) Wij schudden zoodanig dat ik maar geen nieuw onderwerp begin. Ik houd erg veel van je. Het zal indruk op mij maken met je verbonden te worden door een vertegenwoordiger van het goddelijke en van God. Ik heb hieraan reeds menigmaal gedacht. Er ligt in die wijding voor mij een zeer diepe werkelijkheid, in den zin van werken. Ziehier mijn maat, met een zoentje! Als je er een bestelt neem hem dan één millimeter ruimer en de grootste doorsnee van dezen onregelmatigen cirkel.

terug van Air-France. In den trein.

Ik had wel graag geprotesteerd tegen dat verdwenen hemd van Jany, doch ik kon niet, geen enkele bijzonderheid wetende, niet eens uit welk pakje het gestolen is. Vandaag ontving ik een pakje zonder adres, herpakt dus waarschijnlijk, maar in het rumoer en de drukte van dat bureau viel 't me niet direct in 't oog en merkte ik 't pas buiten. Wel zonderling: wanneer je schrift op het pakje geweest was zou ik onmiddellijk erdoor getroffen zijn geworden. Maar dat ze er nièt was drong pas met vertraging tot me door. Moet ik over die onbewuste actie tevreden zijn of ontevreden?

Welken brief kun je bedoelen waarin je me geschreven hebt over de 3de symphonie? Ik heb al je brieven bewaard, ook die welke geadresseerd werden aan Anny, want die kwamen bij mij terecht en daar bleven ze. Ook 't vorig jaar toen ik zoo'n massa verbrand heb kon ik niet ertoe besluiten je brieven te vernietigen; ik weet niet waarom; ik vroeg 't me nooit, ook toen niet, en nu pas vergewis ik mij dat ik voor dat niet-verbranden geen reden kan opgeven. Onder die brieven was er slechts één die over de symphonie sprak en ik herinner me hem speciaal omdat ik alle orchest-partijen ben gaan nakijken wijl je zei te denken of gehoord te hebben dat Van Beinum modificaties aanbracht in de orchestratie. Dit irriteerde mij daar ik van zulke veranderingen bij 't hooren niets gemerkt had. Het intrigeerde mij dus extra wat ik in de orchest-partijen zou vinden. Welnu: in geen enkele partij was ook maar de geringste wijziging aangebracht, uitgezonderd enkele noten van het klokkenspel en die konden niet eens 'n verandering heeten. Die brief echter was geadresseerd aan Anny, en ik heb je er ook nooit op geantwoord, primo omdat 't me voldeed voor me zelf gerust te zijn, secundo wijl kort daarna de oorlog uitbrak en je moeder stierf, waardoor die kleine muzikale kwesties alle beteekenis verloren, en onze communicatie ten overvloede verbroken werd. Dit echter is de eenige brief die me bijzonder heugt daar hij voor mij 'n punt aanraakte dat buitengewone gevolgtrekkingen had kunnen meebrengen. Zou je dien zomer nog een anderen brief geschreven hebben welke verloren ging?? De brief die mij verontrustte, besprak het onderwerp slechts terloops, als bijzaak, wanneer ik mij goed herinner. In ieder geval kon ik er niet uit concludeeren dat de symphonie meer in je gewekt had dan een uiterlijke belangstelling, en, ik geloof zelfs dat dit een gevoel van spijt en deceptie bij me veroorzaakte, want in diezelfden brief zei je ook dat de instrumentale kleur je te schril had aangedaan, waarbij ik in mezelf opmerkte: "dat is mogelijk, doch viel er anders niets te hooren en te observeeren?" Het was me dus in 't geheel niet gelijk, wat je dacht, maar het was niet bemoedigend voor me. (ik bedoel natuurlijk dat 't me niets vermoeden liet; enkel zakelijke belangstelling.)

Het adres dat je op het pakje geschreven moet hebben ontbrak volkomen, ook onder het bovenste papier, maar de doos was nog geheel gevuld. Er zat in: 1 blik kippen-soep; ½ blik galantine de volaille; 2 kleine blikjes leverpastei; 2 moten boter; een bus met de pinda-kaasjes en een stukje koek; een zakje tarwe; een doosje lucifers. – Dat koekje was verbazend smakelijk; ik heb er ¼ van gegeten! De conserven gaan alle in de bewaar-kast. Met bewondering heb ik gezien dat het blik kippen-soep je 4.90 kostte. Doe wat je wilt, en wat je niet laten kunt! Maar dat is geen eten voor kluizenaars en nonnen. Na lang zaniken heeft mijn Augustinetje me overgehaald om vandaag een blik Zeeuwsche mosselen te openen. Epatant! Een meesterstuk van gastronomie. Ik heb de azijn gedronken als een liqueur. Welk een genot om nog eens peper te proeven; dat smaakte ik niet meer sinds 1940! Ik wist niet dat de Hollanders zulke smullers zijn. Ik heb mijn Augustinetje nog een visch-blik beloofd voor haar afscheidsmaal. Daarmee moet zij zich maar vergenoegen. Als ik haar begaan liet bleef er niets over.

Vanmorgen nog gelezen in het A.D.-nummer van Mensch & Cie. Wat moet ik denken van Hol? Hier en daar ergert hij mij geweldig. Heeft hij 't recht je moeder bij den voornaam te noemen? Is het ploerterij wat hij nu en dan zegt, Timmermansche geniepigheid, of ouwe luidjes-onnoozelheid? En zooals hij jou introduceert! Soms daarentegen schijnt hij een tikje te ontdooien, een greintje te versympathiseeren. Maar welk een opschepperige ingebeeldheid en suffisance in dezen triesten oorwurm! Ik zou er gaarne mijn hak op zetten… ondanks al mijn theorieën. Heeft dat gore nulletje al niet lang genoeg reeds iets beduid? Zoo'n parasiet! Een luis die men toestaat zich te roemen, te pavaneeren. Mag dat voortduren?

Het artikel van Paap over Smulders is me erg meegevallen. D.w.z. het had slechter gekund; goed is 't niet. Doch zonder valschheid ten minste. Zonder de verholen jaloerschheid en rancune der overige knuppels. Wat wordt die H. Andriessen gecompliceerd, koeterwaalserig! Hetgeen hij zegt is betrekkelijk juist, doch gelijk hij 't zegt verbeurt 't alle deugd en dient tot niets. Je zou zweren een verstokte schriftgeleerde. Genre Pijper bijna. Een gepleisterd grafje. Het artikel van Reeser is wel goed, maar te dor voor mijn smaak; dat had vermeden kunnen worden, en toch goed blijven. Ik ben zeer benieuwd naar jouw oordeel over dit huldeblijk der Ned. Muziek. Wat een klein landje. En wat een kleine menschjes. Ook de jonge dichters hebben de vorigen nooit vergeven dat zij grooter waren.

We zullen daarin moeten aarden, liefste, samen. Ik zal me modelleeren naar jou, liefste, die daarin een onvergelijkbare innerlijke (en uiterlijke) gratie bewaard hebt, en samen, liefste, zullen wij het beste bewaren en vermeerderen, zooveel wij vermogen. Ik reken hiervoor op je, Thea. En onder je gratie begrijp ik alles, ook je moed, je vuur. Ik zeg 't je met een zoen op je oogen. Ik reken op je, Thea, en ik zal zoo goed als 't kan zijn gelijk je wilt je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA