MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460617 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 17 juni 1946

Louveciennes 17 Juni 1946

Maandag-middag 5½ u.

Onder den thuya.

Mijn heerlijke, levende Thea,

Wat een gezellige brief, om iemand heelemaal glimlachend te maken, die je me Vrijdag schreef in den vroegen morgen. Ik ben echt blij dat ik bij je vrienden, speciaal bij H.E., een goede pers heb. Het tegendeel zou me gespeten hebben. Niet alleen voor jou, hoewel hoofdzakelijk. Maar ook voor mij. Ook al beweer ik graag, alles te kunnen missen, me aan niets te storen, – die sympathie doet me goed, ik ontvang ze met plezier, misschien heb ik ze wel noodig. Het behoort ook bij de harmonie dat de publieke opinie ons welgezind is. Het zou niet erg deeren, als 't niet zoo was, doch er zou iets ontbreken. Chic zooals H.E. met je gesproken heeft. Buitengewoon chic. Hij doet me werkelijk genoegen. Hoe kun je eraan twijfelen of over aarzelen dat ik uitstekend met hem overweg zal kunnen? Ik ben in mijn omgang met de menschen sinds 'n jaar aanzienlijk veranderd, geloof ik. Het gaat me ten minste veel gemakkelijker af dan vroeger, dat is mijn eenige maatstaf eigenlijk, maar ik heb ook den indruk dat de menschen gunstiger op me reageeren, welwillend. Dat zal wel komen omdat ik van je houd; pas sinds October, eind September, in ieder geval, zien de menschen me weer, en kom ik weer op straat, sinds ik met je ga wandelen, pardi! Heel aardig, zooals dat gegaan is, die onthulling, jammer dat ik je bij zulke gelegenheden nooit zien kan; popel je, glanzen je oogen? hoe ben je daarbij? ik heb altijd in me zelf moeten gnuiven als je me zei dat je voor die openbaring aan H.E. zoo in de rats zat! Maar door de wijze waarop hij met je sprak bewees hij dat hij volstrekt geen dooie schoolmeester is. Trouwens zijn artikel over A.D. had mij al laten vermoeden dat hij een evolutie doormaakte of doormakende was en dat er in zijn horizon veel meer ruimte en perspectief kwam. Hoe oud is H.E. eigenlijk?

Heb je 't al aan Bertus verteld? Ik moet den tekst zijner voordracht nog eens herlezen, maar op 't eerste gezicht leek de styleering, de intonatie me betreurenswaardig. Stel je voor: ik werd aangegrepen door mijn eigen citaat! Dat overkomt me nu en dan, als iets me toevallig onder oogen valt. Mag dat? Is dat ijdelheid, meegesleept te worden door een stuk van jezelf dat je vergeten was?

(Merci voor dat Bonjour Matthéus; dat werkte als een levende zoen.)

Merci voor het artikeltje over Jany. Draagt Jany tegenwoordig een snorretje? Op zoo'n kranten-foto kun je slecht vertrouwen; anders zou ik zeggen, ik vind hem versomberd en verouderd. Wat 'n geklets van die Vestdijk. Ook dàt heeft heelemaal geen innerlijke tenue. Te beginnen bij den titel. Welk een ergerlijke manier van zeggen: de oorlogsproductie! Ik heb nooit kunnen gissen dat Jany er een wereldbeschouwing op na hield. Volgens die analyse zouden we diametraal de tegenovergestelde richting uitkijken! Hij naar achteren, ik naar voren! Ik heb zoo'n idee dat Jany nog altijd leed heeft over Pop Ensing, die later met Werumeus Buning getrouwd is, wat overigens ook is misgeloopen. Ik hoorde van Dijkstra dat Pop tegenwoordig heelemaal geïsoleerd woont, en niemand zien wil. Ik zou gaarne een keer in 't hart van Jany kijken. Heeft hij 'n hart?

O schat, zooveel liefs je van me zegt, dat ik hoop te verdienen. Maar te denken dat je 't zegt drijft en trekt me met een plotselinge golf van liefde en teederheid en vreugde naar je toe.

Opeens zingt de koekoek nog achter me. Hij wordt allengs heesch en schor, maar hij is laat dit jaar. In den denneboom nestelt voor den eersten keer een koppel woud-duiven, mooie venusdierkens, die vóór het huis komen pikken. Ik hoop dat hun geen ongeluk gebeurt door de katten en dat je ze nog zien zult. Vanmiddag heb ik met een sikkel wat gras gemaaid. Het was onvermijdelijk. Je zag de paadjes niet meer die toch al nauw zijn, en één-persoons!, heel en al toegegroeid. Wanneer 't regende, of wanneer de dauw op koele ochtenden niet droogde, kon je geen voet bijna meer verzetten zonder je nat te maken. Maar 't is onwaardeerbaar om in zoo'n wildernis te leven. Als 't maar niet regende elken dag en sinds een maand!

Wat ik (daar heb je de regen!) je zeggen zal over 't tempo van 't adagio un poco molto (!) van het piano-concert in es, weet ik niet goed. Is dat "un poco molto" historisch, authentiek? Wat verstonden de klassieken eigenlijk onder adagio? daar ken ik geen enkelen tekst over. En wat is ten laatste jouw ideaal-tempo ongeveer van dit deel? Ik voor mij zou 't nemen in den geest en de beweging van een tamelijk langzame, d.w.z. niet te snellen "pelgrimsmarsch", genre Harold-symphonie van Berlioz. Ik heb altijd het vermoeden dat 't idee "pelgrimsmarsch" Berlioz gekomen is door muziek als zoo'n muziek van Beethoven. Dat de bas in achtsten genoteerd werd duidt aan, dunkt me, dat het niet als koraal mag opgevat worden, wegens dat bedoelde staccato-effect v.d. bas, en dat om dezelfde reden de beweging niet te langzaam mag zijn, want dan heeft dat staccato èn geen psychologischen, èn geen sonoren zin meer (als het tempo gerekt wordt.) Zou Beethoven zelf niet geaarzeld hebben toen hij voorschreef: un poco molto? Merkwaardig hè, dat men enkel in de muziek zoo incorrect is in de terminologie. Omdat 't allemaal arme, ongeletterde stakkers geweest zijn (na de Renaissance) die haar gesticht hebben. Wat is in Godsnaam "een beetje veel"!! Zoo'n contradictio in terminis betreffende een gewichtig punt als 't tempo! Maar ik neig over tot jou(w) opvatting welke door het rythme wordt gesuggereerd.

Vreemd voor me je te hooren zeggen dat Peter de noten van dit concerto en van de Diabelli-variaties niet aankan! Door hoeveel pianisten heb ik dat concert reeds hooren uitgevoerd, en door een paar ook de Diabelli! Ik concludeer daaruit dat jij buitengewoon (= heel gewoon!) conscienscieus moet zijn aangaande accuraatheid en precisie. Wat ik nog vragen wou: als je Schönberg voor 't eerst speelt, of Webern, of zoo, ben je dan in gelijke mate gehandicapt door de menigte [kruizen, herstellingstekens en mollen] als in Le Balcon?? Van een zekeren gezichtshoek uit is Le Balcon geen gelukkige muziek, dat geloof ik ook. Maar geïntoneerd vanuit de sfeer waarin 't gevoeld werd is 't wèl gelukkige muziek. Ikzelf ben maar zelden in die regioon waar je heelemaal vibratie van dankbare liefde wordt (hoewel hier gevoileerd door de melancholie van het voorbije). De vraag is slechts of ik erin geslaagd ben om die regioon door de luisterende muziek van 't voorspel voldoende aan te duiden en grijpbaar te maken.

Tot mijn spijt kan ik je geen tirade geven over de sonate van Mozart. Ik heb er slechts één in c moll [thema in notenvoorbeeld] doch daarin staat geen f moll gedeelte. Ik heb maar weinig van Mozart, en m'n heele bibliotheek overigens is uiterst onvolledig, hetgeen me altijd gespeten heeft, doch ik heb nooit over geld beschikt om veel boeken te koopen.

's avonds, 9 uur.

Tot mijn ontzetting heb ik bemerkt dat ik nog maar één blik melk bezit; mijn dochter kaapte de andere! Ik moest me bedwingen om niet uit te barsten in woede. Ik hoop nu dat mijn zuster nog bijstuurt. Zoo niet dan moet je thee drinken zonder melk, voor een deel van je vacantie. Maar ik heb 1½ pond van mijn suiker op zij gezet, waarbij nog mijn suiker van Juli zich zal voegen. Aan thee heb ik nog een paar pakjes, doch ik weet niet hoeveel er 15 Juli van over zal blijven, wijl ikzelf tegenwoordig thee drink bij 't ontbijt, omdat we lang niet koffie genoeg hebben, en ik nog niet kon besluiten tot water en brood. Het zal dus wel voorzichtig van je zijn om me je thee te sturen, of hem mee te brengen.

Mijn dochter heeft de laatste dagen geleden aan verdrietigheid. Na veel delicate, diplomatische nasporingen naar de oorzaak welke geen resultaat hadden, vroeg ik haar of het soms kwam wijl zij niet direct naar Angers kon gaan en nog zoolang bij mij moest blijven. Zij heeft mij bekend dat dit, en dernière analyse, inderdaad de reden was harer neerslachtigheid. Ik heb haar toen aangeraden om er bij de Mère Supérieure (die haar reeds kent) op aan te dringen dat zij 15 Juli naar Angers kan vertrekken en mijn dochter zegt er niet aan te twijfelen dat haar Overste dit verzoek inwilligt. Als jij dus 15 Juli hier komt (tu tomberas à Paris au beau milieu de la Fête Nationale!) of 16, dan gaat alles regelmatig. Zij verdwijnt héélemáál niet omdat jìj verschijnt!

Ja, wat moeten we met mijn zuster doen? Je weet dat ik niet 't minste familie-zwak heb. Het zou wel gemakkelijk voor me zijn wanneer je 't haar vertelde wanneer een gelegenheid zich aanbiedt, dan hoef ik haar geen brief te schrijven, wat een steen van mijn maag en enkele uren bespaard zou zijn. Maar ik laat dat aan jou over.

Zeg, lieveling, mijn dierbare, ik geef je een zoentje, en waar je wilt. Doet je dat aphroditisch aan? Mij wel! En mij wel!! Maar wat moet ik denken van dat magnifieke zinnetje: "Ik geloof dat jij die electriciteit niet produceert maar creëert door 't reiken van jou naar de vrouw (die je liefhebt) die zich in een bepaalde emotieve toestand bevindt." Dit laatste is grandioos!! En als die vrouw zich eens nièt in een bepaalde emotieve toestand bevond?! Zou ik dan electriciteit kunnen creëeren?? Je redeneering is van 't jaar nul. O liefste! En alleen omdat je niet wilt toegeven que tu y es pour quelque chose! Wees een schat en erken ronduit dat, volgens je eigen redeneering, wij samen onze stroomen van liefde creëeren.

En nu nog een zoentje, mijn dierbare, en nog, en nog, en enkele heel lange, teedere, innige, brandende, overal waar je wilt, Thea, van

je Matthijs

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA