MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460616 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 16 juni 1946

Louveciennes (Zondag) 16 Juni 1946

Onder den thuya

Mijn aanvlagende, mijn omhullende, mijn doorvonkelende, mijn schat van een Thea,

Van morgen ben ik begonnen met een tweede artikel voor de Groene. Je ziet, het is serieus! Ook eten waar je géén lust in hebt, en het te eten alsof je 't erg lekker vindt behoort tot de ascese! En wie weet wat een soorten van ascese ik je ooit nog (zonder opzet) te beoefenen geef! Ik zag er geweldig tegen op, tegen dat artikel, want ik dacht er al een paar dagen aan en er wou geen "hoofd-thema" komen. Maar 't is meegevallen en losgeloopen. Het leidend idee verscheen vanzelf, tot mijn opluchting. Het gaat weer over schilders. Het zal echter wel de laatste keer zijn, hoop ik, dat ik me met dit vak bemoei. Maar de "actualiteit" bracht dat zoo mee. Nog een bof voor me dat ik naar die exposities gegaan ben, want toen ik ze bezocht, had ik geen plan om erover te schrijven. Dat is altijd twee onderwerpen gewonnen en met je "stof" moet je zuinig zijn, heb ik geleerd. Afijn! 't Eenige wat ik beoog is leesbaar te zijn. Niet het eenige, natuurlijk, maar het voornaamste. De ideeën blijven cardinaal doch ze dienen tot niemendal wanneer je ze niet smakelijk voorzet. Waarschuw me, tik me op mijn knuisten, schud me, als je me niet leesbaar vindt!

Terwijl ik na den eten (2½ uur) een aantal ronden door de tuin deed ben je me tegemoet gekomen en nam je heel lief, heel penetreerend en passionneerend van me bezit. Het wil weer gaan regenen doch ik blijf zoo lang mogelijk onder dezen boom. Het is vandaag Eerste Communie in Louveciennes en den heelen dag beiert de klok. Gisteravond is een vrouw uit 't volk, moeder van zes kinderen, komen aanbellen om witte roozen te vragen voor haar plechtigheid. Zij heeft twee communicanten en een dopeling tegelijk. Witte roozen zijn zeldzaam in Louv. en zij was tevreden met een mooien bosch naar huis te gaan. Het spreekt vanzelf dat we nog wel enkele andere relaties in 't dorp hadden dan Mme Just. We zijn eigenlijk goed bevriend met iedereen. In 't begin van den oorlog hadden we drie duizend francs schuld b.v. bij den slager. Toen Roland, die toen nog goede voornemens had betreffende mij! daarnaar informeerde, zei hem die schuldeischer dat hij me dat met genoegen kwijtschold. Dat zul je niet dikwijls ontmoeten, geloof ik. In ieder geval zóó wordt kruidenier en slager nooit afgeschilderd door romantische en andere litteratoren. Ik heb met haast alle menschen in de laatste kwart eeuw goede ondervindingen opgedaan, en 't schijnt me dat ik 't ook met de Hollanders wel zal schipperen. Wanneer ik me in 't begin maar niet te dikwijls vergis met Fransch spreken! Zeg, wat vertel jij me over een gestolen hemd van Jany? Heb je me dat gestuurd? Als ik het ontvangen had zou ik het je gezegd hebben, dat begrijp je. Jammer wanneer 't kwijt is, doch niets aan te doen, dus geen getreur, maar het voornemen om geen kleeren meer te expedieeren per trein. Je hebt 50% kans dat het gestolen wordt. Als de dieven wisten dat ik 't was zouden zij dat vast en zeker niet doen, doch niet allen hebben voldoenden flair om hen daarvan te verwittigen, en je te protegeeren van dien kant is tamelijk moeilijk. Maar geen getreur! En zeg, wat schrijf jij cru over dat "zorg dan maar meteen dat je je zwangerschap voorkomt". Dat is voor mij altijd een kwestie geweest die ik slechts met honderd omwegen bij me aanroer, wijl die handeling in mij iets kwetst waarvan ik me geen rekenschap kan geven, doch dat me gevoelig zéér doet. Wanneer ik O.L. Heer was zou ik die buiten kijf als No 1 op het zonden-lijstje zetten, waarmee het menschdom me zou kunnen beleedigen en waarvoor ik ze zonder genade zou doen boeten. Geen hel zou blakerend genoeg, geen vuur te schroeiend, geen dorst te brandend zijn om ze dergelijke handelwijzen in te peperen. Dat is maar om je te laten peilen tot welken graad iets in mijn binnenste dit vraagstuk detesteert. Het verbaast me altijd zelf weer te merken met welke felheid ik dat verfoei en vooral deploreer. Ik zou gaarne de reden kennen van die reactie. Heb jij daar kijk op? Het is wel lamentabel hoe de kinderen, ondanks de voorzorgen geboren, in 't leven staan. Ze worden geteld bij millioenen tegenwoordig, vrees ik. Maar waarom zou kinderen hebben haast niet met piano-spelen te vereenigen zijn? Ik heb 't altijd bewonderd in Clara Schumann dat ze er zeven heeft grootgebracht. Doch waaròm ik dat bewonder zou ik je niet kunnen uitleggen. Het is een irrationeel gevoel in me dat met klem adhaesie betuigt. Het zijn ook niet haar kinderen geweest die Anny verhinderd hebben om haar piano-spel te vervolgen met den noodigen tijd en de noodige regelmatigheid. Doch haar asthma. Wanneer je die ziekte, of liever dat lichaamsgebrek niet kent kun je je er geen voorstelling van maken hoe verlammend het is voor elke activiteit, en hoe verraderlijk.

Ik behandel je brief van Dinsdag maar stap voor stap! dat is nog 't gemakkelijkst, schat, als je reeds 'n ochtend bezig bent geweest met styleeren. Vin-je 't goed? Verneem dan dat zelfs de medaille van mijn zalige huis haar keerzijde heeft! Want 't ligt juist bij den top van een hellinkje en vooral de vracht-auto's die dat bergje opmoeten kunnen m'n ruiten enorm doen rammelen. En dan is er nog een vliegveld in de buurt. Maar graag erken ik goed praten gehad te hebben jegens A.D. Er bestaat geen tergender moreele foltering dan piano-muziek, gehoord door een muur, of door een open raam. Maar op straat, geloof ik toch, vertiendubbelde het kabaal, en door bijna geen bosch en veld kun je nog wandelen heden ten dage zonder dat je oor getreiterd wordt door een claxon en je neus, wat misschien nog erger is, door den stank der benzine. Dat tenminste bleef A.D. bespaard. Er waren in zijn tijd nog plekken waar je kon vluchten, waar je je veilig kon voelen. Tegenwoordig niet meer.

Verbeeld je, liefste! ik had daar heelemaal niet aan gedacht dat ik een slechtere opinie van je zou kunnen hebben dan jijzelf! Als me dat ooit overkomt dan torn je daar natuurlijk tegen op en hoe, je t'en prie! doch dat lijkt me haast ondenkbaar. Torn dan echter lief op, dat zou ik wel graag hebben. Een der dingen welke we samen moeten zien klaar te spelen is het vermijden van alles wat klinkt als een ruzie-toon. Zelfs inwendig! Vooral inwendig! Want dat zal me niet ontsnappen, lieveling, en jou ook niet, wanneer we innerlijk tegen elkaar zouden toornen of kijven!

De regen heeft me naar binnen gedreven wegens mijn potlood dat vloeit als 't nat wordt. Nu ben ik aan je das. Wanneer je iets fatsoenlijks ziet tusschen 2 en 5 gulden neem 't dan; de prijzen zijn de helft goedkooper dan hier wanneer 5 gulden een maximum beduidt en optimum. Het is meer dan acht jaar geleden dat ik een das voor me gekocht heb, want sinds dien tijd ongeveer vergenoeg ik me met de afgedragen dassen der jongens. In een blauwige tint, een beetje gespikkeld of gestreept, maar niet te opzichtig, dat past bijna overal bij volgens mijn smaak. Die prijzen van je costuums voor me zijn barbaarsch. Hier koop je een ordentelijk pak voor 10.000 frs heb ik gezien, dus voor 250 gld. Dat moeten we ons dus later maar in Frankrijk gaan aanschaffen, als 't noodig is. Den overjas uit Algiers, licht-grijs, van goede wol, heb ik te reinigen gegeven. Hij kan nog dienen, ofschoon ik hem reeds 15 jaar gebruik! Of de kleeren voor jou hier duur zijn in vergelijking met Holland, weet ik natuurlijk niet. Ik ben technisch ook zeer slecht op de hoogte van vrouwen-kleeding, en Anny nam me daarover altijd in 't ootje, ik vermoed dat ik daarvoor wel oogen heb, doch verder ook geen greintje talent. Dat merk je trouwens zelf direct (ik bedoel de prijzen) als je hier komt. Wat ik voor mijn reis naar Holland te kort zal komen en waarvoor 't jammer zou zijn om geld uit te geven zonder noodzaak, is een valies. Al onze valiezen zijn successievelijk versleten of meegenomen door de jongens. Ik heb nog een oud en stevig koffer van Anny, waarvan 't slot kapot is, doch waarop een hangslot gemaakt, of dat desnoods voor één reis toegespijkerd kan worden. Dat kan dus dienen, want ik denk wel niet dat mijn dochter 't zal inpalmen. Die heeft een eigen koffer. Maar als jij een leeg valies zou willen en kunnen meebrengen, zonder dat 't je te veel moeite of geld kost, dat zou in elk geval wel nuttig kunnen zijn. Zelfs als je in dat leeg valies, een ander valies kon stoppen. Want ik wou het beste deel mijner manuscripten toch wel als hand-bagage meenemen. Al ben ik er dan relatief onverschillig voor, ze liggen me toch te dicht aan 't hart om ze toe te vertrouwen aan het goederenvervoer, als je er zelf zorg voor kunt dragen. Maar dan zou iemand me aan een valies moeten helpen. Denk daar eens over als je wil.

Om je over die modificatie van Engelj's verliefdheid tusschen Zaterdag en Maandag betrouwbare inlichtingen te verschaffen zou ik vollediger bijzonderheden moeten bezitten. Het is echter een bekend verschijnsel, tenminste bekend voor mannen, dat de man wiens verliefdheid alleen of hoofdzakelijk gebaseerd is op wat men noemt zinnen-lust (wat physiologisch niets anders beteekent dan een zekere beschikbare hoeveelheid sperma in het organisme) die verliefdheid totaal verliest wanneer zijn "zinnen-lust" verzadigd, d.w.z. dat sperma geloosd is. Hij wordt dan weer "verliefd" en "wild" wanneer 't deficit door eten en drinken is aangevuld. Zoo is in nuchtere termen de mannelijke mechaniek en ze is tamelijk bedroevend. De meeste ruzies tusschen "verliefden" die "genoeg van elkaar krijgen" ontstaan ook door de nerveuze depressie welke meestal volgt op de verzadiging. Als ik me goed herinner (want 't is lang geleden dat ik 't boek las) werd dit physiologisch verschijnsel door Pierre Louys aangewend als knooppunt in zijn roman Aphrodite. De hoofd-persoon, smoorlijk verliefd op een schoonheid, heeft het ongeluk om in den nacht vóór den dag waarop hij haar bezitten zal, te droomen dat zij hem àl hare gunsten verleent, met het resultaat dat hij den volgenden dag als hij haar hebben kan, niet in beweging te krijgen d.w.z. "verkoeld" is. Waar de z.g. "liefde" al van afhangt! Ik vermoed dat Engelj. een van die heel gewone verkoelingen ondergaan heeft.

Maar nu meer dan genoeg gewauweld! Ik ga eten. Daarna heb ik vanavond het tweede deel van Ulysses' Thuiskomst.

10½ uur.

Veel slechter dan 't eerste deel. Zeer nette, doch ronduit ordinaire, goedkoope muziek. Als ik zoo iets middelmatigs gehoord heb dan schaam ik me even erg en voel ik me even miserabel verloren als wanneer ik het zelf gemaakt had. – Ik zal probeeren troost bij je te zoeken, te vinden. Troost in je herinnering. Troost in je verwachting.

11 uur. Merci, liefste. Moge ik je hetzelfde kunnen teruggeven, altijd, wanneer je 't ooit noodig hebt.

Ben je hier? Ik voel me, tot tranen bijna, door je bewogen.

Elken avond vraag ik, en ik zal 't elken dag blijven vragen, ook als we samen-zijn: Si tu me confies Théa, laisse-moi la rendre heureuse.

Ik denk aan vanmiddag, mijn aanvlagende, mijn omringende, mijn doorvonkelende, mijn teedere Thea. Laten we goed houden van elkaar, ik van jou, jij van je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA