MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460613 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 13 juni 1946

13 Juni '46

Lieve mijmeraar onder den thuya, ik moest gisterenavond ophouden, omdat het ineens al tijd bleek om naar de radio te gaan luisteren. Het was een mooie stem, die sopraan, maar natuurlijk weer geen stroom en blijkbaar dus zeer gebrekkige muzikaliteit. Geen vervoering, nooit vervoering, dat is om dol van te worden. Dat had Tante Aal,1 die dronk zich dronken aan haar eigen stem. De muziek van Pappie heeft nog altijd geen kansen, zoolang de menschen de vervoering niet kennen. Toman en Anke hadden ons, ondanks het onweer, toch wel mooi gehoord. Over Incantation waren we het eens dat dat nogal slecht was, maar over Sourdine waren ze tevreden en dat hoorden ze voor 't eerst van ons. Engeljan belde op en kon niet onder woorden brengen wat hij vond, zijn oordeel was niet erg gunstig in elk geval. Hij vond J. geen radio-stem hebben. Als je jezelf maar eens kon hooren. Die technicus, die bij de repetitie luisterde, was weer een volmaakt analphabeet op muziekgebied.

Ik sta op het Bev. Reg. tusschen het schorriemorrie. Heb mijn geboortebewijs afgehaald en ga nu mijn ongetrouwdheid laten vaststellen. (Zou jij dat papier wel gelijk geven?!)

Vanmorgen kwam je brief van Pinkstermaandag. Ik moest lachen om de litanie: mijn duidelijke etc. en de vorige week was ik nog het tegenovergestelde! Je zult zeggen: beter zoo dan omgekeerd!

Ik ben aan de beurt geweest, maar moet wachten dat het klaargemaakt wordt. Dit wachten doet me denken aan je reprimande over mijn ongeduld. Ik dacht niet dat ik zoo ongeduldig was, wel van nature, maar een aardig eind afgeleerd, meende ik. Ik ben niet zoozeer ongeduldig als haastig van aard en door gewoonte. Met v. Eugen was ik overigens niet zoo gek ongeduldig, want hij zou met 1 Mei beginnen te betalen (heeft dat nu ook gedaan) en ik heb dus een maand geduld gehad, lieve alles-op-zijn-tijd-wachter. Met 1 Juni begon dat niet komen van het geld me te benauwen, want het is nu dit geld dat naar jou toe gaat. Ik heb niet meer. Dat potje dat nog over was uit 1944 is op en ik kan op 't oogenblik zelf geen ondersteuningen doen, omdat ik eerder noodlijdend ben. Ik weet niet wat voor Croesusachtigheid je me wel toedicht met je uitkoopen van 50.000 frs. Dat is f 1000,-!! Ik heb zelfs geen f 100,- om inkoopen te doen. J. zei trouwens al van den winter: het eenige wat ze goedkoop vond in Parijs waren handschoenen. Nee, ik moet maar met de oude rommel doorsjouwen tot hier weer eens wat te krijgen is. Noodiger is het toch altijd nog om voor jou wat te koopen. Ik heb wel eens illusie gehad om een avondjurk te koopen voor ons concert in de Kl. Zaal in 't najaar (de impresario heeft al gehuurd voor 29 Oct.), maar J. zegt we kunnen best weer in de zelfde jurk gaan en als ik een nieuwe had zou J. er toch ook een moeten hebben, anders springt het verschil in mode te veel in 't oog. Wat ik ècht noodig zou hebben is een nieuw mollejasje. Van den winter moest ik concerten gaan geven in dat jasje van de kiek met Greet, een te kinderachtig en te koud en te oud jasje. Mijn mol, waar ik 10 jaar mee gedaan heb en die nu één gat is, heeft indertijd f 125,- gekost. Nu kosten ze f 700,-, wat in verhouding nog niet eens zoo duur is, vergeleken bij sommige dingen die 10 of 20x zoo duur zijn geworden. Maar ik heb het geld er niet voor. Die optie op de benedenverdieping heb ik al dadelijk verkregen toen ik er laatst was, het goeie mensch is veel te blij als ìk er in kom, of iemand van mij dan. Je spreekt nu van f 65,-, maar het zou f 110,- worden samen, en dat vind ik zoo gruwelijk veel. Tegen je bevel in heb ik voor Juli nog maar de f 200,- laten aanvragen bij de Ned. Bank, met het verzoek alles zoo vlug mogelijk te laten gaan. Ik denk wel dat het er begin Aug. kan zijn en dan vind ik het toch wel makkelijk om niet krap te zitten en den huisheer zooveel mogelijk tevreden te kunnen stellen. Ik geloof niet dat v. Eugen bedoelt een hint te geven. Een tijdschrift voor je boekie lijkt me niet zoo gemakkelijk te vinden, omdat het speciaal over muziek gaat. Als "belletrie" zou Jany het misschien in De Harp kunnen zetten, een maandblad met een kleine oplaag alleen voor het beste van het beste. Achterberg heb ik zelf niet gelezen. Hij is psychopaath, heeft lang in een inrichting geleefd en is nog onder toezicht. Hij heeft zijn meisje vermoord. Nu is hij getrouwd met een vrouw zonder ontwikkeling die heel goed voor hem moet zijn. Veel menschen hebben groot vertrouwen in zijn talent, Engeljan niet zoo erg (van jaloerschheid hoef je Engeljan niet te verdenken, daar is hij volkomen vrij van).

Leuk dat je bezig bent voor de Groene. Natuurlijk ga je door met je werk als ik er ben. Ik schil de aardappelen onderwijl en maak de bedden netjes op enz. – Ik ga nu naar Schnabel. Het was vandaag geen meditatieve dag, aldoor praten. Een andere keer weer eens een beter briefje. Na zoo'n nuchter briefje ga je niet voor me knielen, hè? Maar ik ben toch wel lief. En jij nog veel meer!!!!!!!!!!

Ik omhels je,

je Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. Aaltje Noordewier-Reddingius.