MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460605 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 5 juni 1946

Louveciennes 5 Juni 1946

Woensdagmiddag

Onder den thuya

Mijn onbekende, mijn ondoorgronde, mijn mooi geheim,

je bent toch weer een echt lieve leelijkerd en sluwerd zooals je uit die redeneering van me voor mijn scheerspiegel weet af te leiden dat ik me aan 't pantseren ben tegen de ontnuchteringen welke mij beloofd zijn voor den dag waarop ik je aanschouwen zal in levenden lijf! Ik heb er niets tegen. Het is wel spannend. Ik word hoe langer hoe benieuwder hoe dit raadsel zich onthullen, deze Isis zich ontsluieren zal. Ik mag je graag zoo, in de theorie. Maar niet in de praktijk! Ik bedoel dit: waarschuw me tegen alle gebrekkigheden en tekortschietingen die je van je verzinnen kunt, waarschuw me ertegen gelijk je wilt zoolang als je me schrijft. Maar laten we één ding afspreken: als ik je eenmaal gezien heb adopteer dan mijn opinie. En leg je erbij neer! Al mijn overige opinies kun je bestrijden, becritiseeren zooveel, zoo hard je wilt. Maar niet de opinie welke ik over jou heb, over je geestelijke en lichamelijke persoon. Aan die opinie torn je niet! Daar blijf je af. Daar hou-je je mond over! Die is taboe; die is sacrosainte. Dus profiteer nog zes weken van de voorloopige vrijheid welke ik je laat. Doch daarna basta!! Onverbiddelijk basta! En wat ik je zeg, en voorstel, liefste, is buitengewoon ernstig. Je moet je best doen om hierin naar me te luisteren. Je moet niet enkel ophouden, over zes weken, om al die autocritische, zelf-afkammende gedachten te uiten, te formuleeren, maar reeds als die gedachten in je oprijzen moet je ze resoluut naar het niet verwijzen. Niet voor altijd, deze concessie wil ik je graag doen. Doch voor een heele poos. Tot precies zoolang als ik dat noodig en nuttig vind! Ik zal 't je wel zeggen, wanneer je te ijdel, te verwaand zult worden! En zoolang ik je dat niet zeg moet jij je zonder tegenspraak door mij laten zien, schatten, gelijk ik wil. Afgesproken.

Mijn kop staat er niet naar (ik ben lui, indolent, slaperig, den heelen dag) om uit te visschen hoeveel gelijkenis er is tusschen mijn thesis "ik maak de dingen interessant; maar ze maken ook mij interessant" en de thesis der Tachtigers van de individueelste expressie der individueelste emotie. Je zoudt me ook kunnen vertellen: je bent impressionnist geworden, neo-impressionnist, expressionnist, subjectivist, intuïtionnist, intimist, surrealist, en weet ik wat nog. Want dat kun je allemaal halen uit dat elftal woorden van me. Er zitten zonder twijfel ook verschillende philosophieën in; buiten mijn weten en buiten mijn wil ben ik misschien wel peilloos diepzinnig geweest toen ik ze, mij scheerende, bedacht! Maar een onloochenbaar feit is 't, dat de waarde van iemand exactelijk stijgt of daalt in verhouding en naar mate van de waarde welke hij weet toe te kennen, welke het hem lukt toe te kennen aan de dingen, en hoe méér je qualitatief buiten je gewaarwordt hoe méér je zelf wordt en bent. (Het tegendeel is ook onloochenbaar. Er deugt niets van een massa moderne kunst omdat die kunstemakers in hun binnenste zeer weinig waardeeren (is synoniem met liefhebben; dierbaar = duurbaar; dier = duur; in vele talen) en bijna alles verguizen. Mijn thesis gaat dus oneindig verder dan de tot het ik gelimiteerde thesis der Tachtigers. Ik zoek de waarde der dingen. Ik kan dat niet doen zonder bewondering, verwondering, liefde, niet zonder op-zij-zetting van mijn eigen meeningen, indrukken. Maar hoe meer ik gewaarword van de buiten-dingen, hoe meer ik van ze weet, des te juister zullen mijn meeningen zijn, des te sterker mijn indrukken. Er is dus niets beperkt individualistisch' in mijn verhouding tot de buiten-dingen. Integendeel. Wanneer je het kleine eeuwigheids-spiegeltje in je hebt van Quinten Metsijs en Van Eyck, dan is er overal schoonheid, overal vreugde, overal vibraties. En iedereen kan 't in zich hebben. Heeft 't in zich. 't Is de kwestie maar om zich goed te orienteeren, zooals kinderen op school altijd even de zon moeten zoeken in het stukje spiegelglas waarmee ze zich amuseeren. Even gemakkelijk.

Ik ben in deze cogitaties gestoord door mijn dochter die me den jas kwam aanpassen van Hijman, want de mouwen kunnen heel goed uitgelegd worden zei ze me, en zooals zij ze nu gemaakt heeft zijn ze ook uitstekend en precies lang genoeg. Gaat dat bruine hemd van Jany met wat ik beige-grijs noem? Wit zou eenvoudiger geweest zijn. Want daar behoor je ook weer een das bij te combineeren. Als je nergens anders aan te denken en niets anders te doen hebt is 't maken van zoo'n combinaties een aardige bezigheid, geenszins te versmaden, doch voor mezelf had ik er zelden gelegenheid toe. Er zijn middelen om alles te harmonieeren, maar je moet er tijd toe kunnen vinden. En de keuze hebben.

's Avonds

Ik ben 't eens met je appreciatie van Vercors. Dat schematische, skelettige, beprakkezeerde hindert ook in Marche à l'Etoile. Hij vertegenwoordigt een uitmuntende mentaliteit, doch deze mentaliteit manifesteert zich met een onvoldoende dynamisme. Dat is een der groote karakteristieken van onzen tijd: alleen de negatieve, destructieve gedachten en gevoelens hebben "den wind in de zeilen." In het constateeren daarvan ligt voor mij iets benauwends, beangstigends. Het is me, alsof vanuit haar diepste bronnen de groote oer-kracht partij gekozen heeft voor de negatie en de destructie. Heb je de werken gelezen van Louis-Ferdinand Céline? Voyage au bout de la Nuit. Mort à crédit. Etc. Tijdens den oorlog ontpopte hij als Hitleriaan. Maar in de verwoesting (van menschelijk vertrouwen in menschelijke mogelijkheden) was hij geniaal. Sinds jaren en jaren verscheen er in het kamp der constructieve gedachte geen genie. Voor mij is dat een der zonderlingste phenomenen welke men sedert meer dan honderd jaar kan observeeren.

Ik twijfelde er geen oogenblik aan of jij een juiste opvatting hebt van wat je in de Nocturne "loopjes" noemde. Maar men kan zich altijd vergissen en daarom hoorde ik je graag specifieeren wat je onder dat woord verstondt. Ik vind wel dat zulke bedrieglijke, misleidende termen in de muziek moeten worden geweerd; behalve als ze gewettigd, dus als ze nauwkeurig zijn, maar dan is "loopje" nòg te dubbelzinnig, onzakelijk. Het woord "loopje" heeft al kwaad genoeg berokkend. Maar niet ben ik het met je eens wanneer je beweert dat er bij Mozart geen "loopjes" zijn. Helaas! Je vindt bij Mozart niet zelden "stoppers" en bladvulling. Bij de snelheid waarmee hij werkte was dat onvermijdelijk. Dat kon niet anders. Ik heb altijd gedroomd van een muziek welke van haar eerste tot haar laatste noot, en in al haar noten, loutere zingende essens zou zijn. Alleen de middeleeuwers hebben dit totnutoe verwezenlijkt. Hun bouw-materiaal echter en ook hun techniek worden kinderlijk simplistisch vergeleken met ons materiaal en met de techniek welke vereischt is om hun conceptie der muziek toe te passen in onzen tijd. En toch moet het.

Gezellig dat ik je dat klavertje heb kunnen vinden voor je vampyr! – Toen wij hier in huis kwamen was er telefoon, en zoolang ik journalist was kon ik ze gebruiken, maar 't belletje ging me steeds door merg en been; de telefoon is nooit door de Moffen afgesneden in Frankrijk. (In elke centrale zijn "luistertafels" voor de politie.) Ik heb ze afgeschaft toen ik ze niet meer betalen kon. Maar ik geloof niet dat ik ze ooit terug wil. Zij ontneemt je alle vrijheid in je huis. Je zoudt echter telefoon kunnen hebben die je inschakelt op een bepaald uur, gelijk je op een vasten tijd spreekuur kunt geven. En de rest van den dag uitschakelen. Dat zou ik nog kunnen aanvaarden! Maar het heele etmaal? Jamais de la vie!

Ik heb mijn dochter gevraagd om bij den Curé te informeeren of ringen een intrinsiek deel uitmaken van het Sacrament des huwelijks. Zoo neen dan zouden wij ze desnoods kunnen missen, voorloopig althans. Zoo ja, dan moeten wij er een koopen. En 't merkwaardige was dan dat jij mijn ring misschien zoudt moeten betalen!

Van ochtend kreeg ik (met twee brieven van je; 28 en 31 Mei) bericht dat er een pakje is bij Air-France. Wanneer 't niet te hard regent ga ik morgen wegens mijn paspoort naar 't Consulaat en haal meteen je pakje. Zij waren een verkwikking voor me, je brieven. Wanneer ik je gelezen heb is mijn eerste, automatische reflex bijna altijd, zoo goed als altijd: Thea is een echte schat. Ik voelde me werkelijk vermoeid vandaag; waarschijnlijk de reactie op 't gezwoeg der laatste weken. Toch vibreer ik in je. Toch ben ik gelukkig in je. Ik ben je dankbaar voor het bezit van Thea dat je mij veroorlooft! (Reken niet op mijn bescheidenheid.) Ik ben je nog dankbaarder dat je bezit neemt van je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA