MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460524 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 24 mei 1946

Louveciennes

24 Mei 1946

Vrijdag; einde van den morgen.

Thea, mijn oor, mijn mooie, lieve oor, waarin ik fluister, dat luistert en waaraan ik luister,

toevallig lees ik den eersten regel van La Marche à l'Etoile van Vercors (ken je zijn Silence de la Mer?) die aldus luidt: "L'amour souvent s'éteint dans une fin sordide."

dat is niet erg goed gezegd; mais c'est terriblement vrai, terriblement exact.

Je ne veux pas de cela. En ik noodig je om met mij te zweren dat de liefde welke wij ontvangen, samen aanvangen, samen ondernemen, een goed, een mooi einde zal hebben, en niet eer dan wanneer een van ons beiden voor immer de oogen sluit die elkaar zagen; en wellicht nimmer zelfs daarna.

Goed gewerkt vanochtend; het laatste hoofdstuk is niet "afschuwelijk" als opgaaf. De moeilijkheid is om speculatieve maar zeer reëele gedachten en regionen even begrijpelijk te maken als de wereld waarin men zegt "het regent" of... "ik houd van je".

Ik bemin je. Een zoen. En tot straks.

's middags.

Alleen thuis. Mijn dochter is met een boeket vlammend roode rozen naar haar vriendin, die zij gedurende tien jaar geen half uur zag, die haar nooit schrijft, en voor wie – ook zonder dat 't moest – zij gaarne haar leven zou offeren. De wonderen van 't menschelijk hart en van de liefde! Of er een keizerrijk instort of je laat een pan vallen, dat maakt van onder een eeuwigheidsgezichtshoek niet veel verschil. Feiten hebben geen belang. Maar de gemoedsbeweging waarom ik een pan laat vallen, waarom Napoleon zich naar Elba laat verbannen, zal steeds een mirakel van fijne mechaniek blijven, zoolang er een eeuwigheid is. Alleen gemoedsbewegingen zijn interessant.

Mijn eten opgewarmd en gedineerd: witte kool, aardappelen (ik heb er nog in den kelder; maar ze loopen fantastisch uit en lijken in 't schemerlicht op slinger-planten) en een stukje spek; als dessert een bordje koude Céréal en een brok kaas van Thea. (Ook je Bernelac (of hoe heet dat?) was erg lekker.) Daarna heb ik me met zwier geschoren en gephilosopheerd over de menschelijke schoonheid, meer bepaald de lichamelijke schoonheid. Geen enkele is bestand tegen een fuif die duurt tot zes uur in den ochtend. Ingezonken gelaatstrekken, grauwe tinten, levenlooze oogen, vermoeide zenuwen, vale zielen; (behalve in de romans en behalve op 't tooneel etc.) Weinig schoonheid ook is bestand tegen een flinke regenbui. En als de verleidelijkste courtisane een puistje krijgt of een snotterende neus-verkoudheid, is ze voor een paar dagen mismaakt, en ontoonbaar. Conclusie: de lichamelijke schoonheid behoort tot de feiten, als 't vallen eener pan, die in se geen belang hebben. Enkel een gemoedsbeweging van mij (of van iemand anders) kan aan het relatieve een zin geven welke het interessant maakt. Ik kan altijd ergens iets moois zien, zelfs in 't minder mooie, zelfs in 't leelijke, dat niet meer leelijk is wanneer ik het zie. Dat is per slot het standpunt geweest van God die alles door elkaar schiep, de wurm naast de paradijs-vogel. Kijk echter naar de paarlemoeren glanzingen in de ringen van een wurm. Ze zijn mooi als de paradijsvogel. Is dat droomen? Is dat fantasie? Neen, het is realiteit, het is zien. Ik laat me bewegen door de dingen. Ik maak ze interessant. Maar ze maken ook mij interessant! Zeer gecompliceerd. Doch enkel de gemoedsbeweging telt. (En haar kwaliteit.)

Toen ben ik een pakje gaan halen in ons stationnetje. Het kwam van mijn broer. Hij stuurt me voor twee kilo bakmeel, havermout en tuinboonen. Hij deed er dezen keer ook 5 cigaren bij. Het is heel lastig om je te zeggen wat je mij zoudt kunnen zenden. Gewone kruidenierswaren zijn nuttig, maar overbodig op 't oogenblik. Wat ontbreekt is 't lekkere; daar kan ik echter best buiten. Doe naar je inspiratie! Doch geen dure zaken s.v.p.! tenzij ik ze kan bewaren tot Juli. Gisteren heb ik gesmuld van je asperges; solo; mijn dochter zei dat ze er veertien dagen lang gegeten had bij haar pastoor van Notre Dame des Bois! En nu ga ik een toertje maken anders kan ik vannacht niet slapen. Ik ben dezen nacht voortdurend met je bezig geweest, en terwijl ik droomde dacht ik: laat ik dat nu goed onthouden; ik koos me zelfs een woord als herkenningsteeken dat ik me tientallen keeren herhaalde om 't niet te vergeten; en dezen morgen was ik alles kwijt, droomen, herkenningsteeken, de heele rataplan. – Het was te nat vandaag om je in den tuin te schrijven.

Vrijdag-avond

Bij 't scheiden van den dag, terwijl 't reeds duisterde en de klavertjes verkleumd zich hadden toegevouwen, vond ik voor Thea mijn liefste nog deze kleine gave uit den tuin der feeën. Het vierde blaadje is een tikje onvolwassen en had misschien nog een dagje willen groeien. Toch was 't me toen ik uit huis ging alsof ik er een afspraak mee had. Het brenge je geluk.

Mijn dochter is opgetogen teruggekomen uit St Germain. Zij heeft er niet alleen haar hartsvriendin gesproken doch ook den priester die haar, toen zij zeventien was, doopte, en altijd min of meer haar geestelijke leidsman bleef. Hij heet l'abbé Gabriel Rémy, is aumônier in het klooster der Augustinen te St Germain, heeft een klein laboratorium bij zich thuis, publiceerde enkele vulgariseerende werkjes over astronomie en microbiologie, en houdt daarover ook lezingen. Ik ken hem niet persoonlijk, doch heb sympathieke indrukken van hem. Mijn dochter vertelt me dat zij de geheele beslissing over haar religieuse toekomst in zijn handen gelegd heeft en dat hij zich met alles belasten zal. Hij denkt haar volgende week of zoo te kunnen schrijven wat haar te doen staat. De datum van 1 Juli blijft vastgesteld voor haar vertrek uit het vaderlijke huis. Het schijnt me echter dat zij geen Clarisse zal worden doch Augustine. Volgens mijn dochter zal l'Abbé Rémy voor alles zorgen, ook voor den finantieelen kant welke een intrede in het klooster kan hebben voor jonge meisjes. M.a.w. zij heeft geen "bruidschat" noodig, wat haar en mij een zorg van 't hart is.

Je hebt wel goed gezien: als jij niet kwam zou ik misschien niet verhuizen!! Tot heden stak ik nog geen hand ervoor uit. Maar meen niet dat ik alles zal uitstellen tot jij er bent. Zoodra het boekie af is ga ik naar mijn huisheer. Frank Onnen sprak mij erover om het huis van mij te huren, zoodat de huur op mijn naam blijft, waardoor hij minder belastingen zou betalen en zijn woning te Parijs zou kunnen houden. Hij zou de huur voor mij betalen welke de huisheer volgens nieuwe wetsbepalingen vragen kan, en ik zou hier altijd minstens mijn eigen kamer hebben. Zoolang ik niet de opinie van den huisheer ken blijft dit plan natuurlijk in 't vage. Doch wat denk jij ervan in princiep? Wij zouden deze oplossing misschien kunnen accepteeren als provisorisch. Totdat men geld uit Holland kan overmaken naar Frankrijk. Want ik denk ook dat de huisbaas eindelijk wel eens duiten zal willen ontvangen. Een samenwonen met de Onnen's echter zou heelemaal geen bekoring voor me hebben, en met andere menschen trouwens ook niet, daar ik danig op mijn vrijheid gesteld ben, 't niet graag iemand lastig maak, doch evenmin graag lastig gemaakt word. Van den anderen kant, met de Onnen's erin als "bewaarders" (die heel wat secuurder zijn dan Donald) zou ik, op wat boeken na, alles kunnen laten tennaastenbij gelijk 't is, ook de piano, en 't huis niet geheel vaarwel hoeven te zeggen, wat ik tamelijk verdrietig zou vinden, zooals je zegt, en wat me juist schijnt, want vooral als jij er geweest bent zal ik het nog nooder vaarwel zeggen dan nu al. Geef me daarover je meening. Zoolang 't boekie me tracasseert zie ik geen kans daar ernstig mee te beginnen, maar dat boekie kan hoogstens nog duren tot 't eind van de maand, en dan heb ik nog tijd genoeg en dan kun jij me ondertusschen erover schrijven. Ik zou 't prettig vinden als we hier niets te doen hadden, terwijl jij er bent, dan 't verzenden van een paar kisten of manden boeken, en daar stuur ik 't eigenlijk op an. We zouden hier misschien zelfs kunnen blijven (als 't je bevalt) tot eind Augustus?? – Voor 't verkoopen van een piano ben ik totaal ongeschikt en daar zou ik vast hulp voor noodig hebben om niet bedrogen te worden. Maar ik sta er wel erg op dat die weken een echte vacantie voor je worden, een echte lune de miel!

Als ik goed reken is 't vandaag nog zeven weken: ruim duizend uren! Wij confronteeren onze droomen dan aan de werkelijkheid! Voor mij zal dat zijn als een symphonie welke ik instrumenteerde op papier en nog niet hoorde met orchest! Tot nu toe had ik nimmer een noot te veranderen! Maar 't moment zelf was altijd spannend. Moge Thea (ik zoen je) tevreden zijn over den klank van haar Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA