MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460519 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 19 mei 1946

Louveciennes

19 Mei 1946

Zondagmiddag

Thea, mijn schurkje,

je raadt nooit wat dit is! een dominee! en dat raadt je ook weer niet! een wrijfpaal! Maar een schurkje ben je toch om in 't binnenst van jezelf te kunnen opperen of je nu eens heel anders je zou gaan voordoen dan je eigenlijk bent en je daarenboven nog te vragen of ik het in mijn bedwelming zou merken! Ik plaag je, Thea-lief. Maar niettemin wou ik wel weten wat voor passage uit een brief van me je dat verzoekende idee geïnspireerd mag hebben. Op je eigen vraag wil ik je gaarne antwoorden: ondanks mijn roes zou ik het vast merken! (stel me echter niet op de proef!) maar dank zij mijn roes zou ik toch nog zeggen (en denken): "wat ben je goed zooals je bent"! Daar valt niets aan te doen. Er is te veel wonderbaars tusschen ons om niet te zwichten voor de evidentie, hoe ze zich ook voordoet, en wat is evidenter dan een wonder?

Het speet me echt gisteravond de helft van een blad blauw te moeten laten. Maar herlezend wat je schreef over Marsyas (want ik dacht gedurig: wat maakt me zoo weergaasch verliefd vanavond?) was ik de muziek gaan zoeken om me dat tweede deel te verlevendigen, ofschoon ik wel meende duidelijk te weten welke passage je bedoelt waar het heele woud schijnt te ruischen in een atmosfeer van liefde. Maar ik vond de partituur niet, omdat ik ze niet kreeg van je indertijd; ik wist niet eens dat ze gedrukt was, dat ontging me heelemaal, en nu pas zag ik het. Ik kreeg enkel het klavieruittreksel der balletten uit de Vogels en uit Marsyas. Al bladerende echter en lezende op het stoeltje voor de lade van het oude kastje waar ik die werken bewaar, was de tijd vervlogen en naderde middernacht zonder dat ik met mijn ontboezemingen aan jou verder kwam. Er hing ook een zonderling betooverende stemming om mij heen. Ik had wel voortdurend met je willen vrijen, doch die drang en lust tot liefde, of iets anders, belette mij te schrijven. De gevoelens waren te heftig voor de woorden. Kun jij je dat voorstellen? Een zielsgesteltenis welke samengevat zou moeten worden in enkele zinnen, een toestand waarover je niet kunt uitweiden. Een moeilijk geval! Want met een paar zinnen zou jij niet tevreden zijn, en ìk was geboeid in één gedachte. Ook kon ik je geen kleinen cursus geven! Want er verzette zich iets daartegen bij me, alsof je 't niet heelemaal graag hadt, misschien ook alsof het contact met jou bij mij dan te sterk zou zijn geworden. Wat ik maar niet begrijpen kan, is hoe vlug op zoo'n avond de uren met jou voorbijvliegen. Sinds 17 Sept. heb ik me nog geen seconde verveeld; het is waar dat ik me niet gauw verveel; maar vorig jaar toch leken de dagen mij soms lang; ook tijdens den oorlog kwam er aan den zomer-middag, als ik 's morgens afgewerkt was, dikwijls geen eind. Terwijl er nu geen leege tijden zijn en alles kort schijnt, zelfs het wachten op je, raadselachtig kort. Wat ik aan 't slot van deze bemijmering nog zeggen wou: ik zocht eveneens naar Marsyas omdat ik had willen uitpluizen wat je verstaat onder "een juisten slag" en "liever een anderen slag" bij den dirigent. Zonder nadere karakteriseering zie ik dat niet goed. En 't was een werkelijke tegenvaller voor me dat ik die vervoerende passages niet in den geest met je kon nalezen.

Nu ben je eindelijk zóó ver, dat, wanneer je in een droom iets wat ik doe beschouwt als gedaan met jou, voor jou, zegt: "Maar ik denk dat jij het misschien wel goed vindt."! Dat misschien moest daar nog weg, en dan vond ik het heelegansch goed. Ik zie daar niets "ijdels" in wanneer je onbewust, of instinctief, de impressie, de innerlijke zekerheid hebt dat er bij mij niets meer bestaat wat niet in rechtstreeksch verband leeft met jou. Wanneer je dat zoudt eischen terwijl het er vanzelf niet zijn zou, dan was dat wellicht ijdel of iets dergelijks te noemen, hoewel ik daarmee toch niet zou instemmen, want als ik van je houd mag je dat van mij eischen. Maar droomend, en zelfs wakend, constateeren dat mijn hart en ziel altijd bij jou zijn, wat inderdaad zoo is, waarom zou je zoo'n inwendige bevinding afkeuren? Je hadt je erover moeten verheugen, dunkt me, èn omdat 't zoo is, èn omdat die innerlijke Thea 't weet. Ook materieel klopt je droom overigens. Dat ik met paars potlood schrijf zou je desnoods hebben kunnen afleiden uit de brieven welke ik je krabbel in den trein, hoewel eentje ervan met zwart potlood geschreven was. Maar dat de letters "een beetje recht overeind" staan is exact en daarover kon je niet ingelicht zijn. Want omdat ik erg langzaam werk, veel er tusschendoor peins, dikwijls naar mijn boeken loop die allemaal op mijn piano liggen, ga ik nooit precies voor mijn tafel zitten, zooals nu, maar altijd een beetje schuinsch, geïmproviseerd, provisorisch! zoodat het schrift inderdaad bijna steil wordt. Het merkwaardigst zou natuurlijk zijn wanneer de tekst die je las tot dat "zie je" eveneens aansloot bij mijn tekst. Probeer er wat van te onthouden! dan kun je dat in Juli controleeren!

Het is ondertusschen al een poos avond geworden en ik heb een bord gegeten van je onbekende soepje. Ik heb een zware, inspannende morgen gehad met mijn "muzikale Ik". Er is geen fantastischer feit (alles wel overwogen) in de geschiedenis van den menschelijken geest dan de verschijning van zuiver-symphonische muziek, d.w.z. het in beredeneerbare klanken uitbeelden van volstrekt onberedeneerbare gewaarwordingen, ondefinieerbare impulsen. Ik heb nooit iets over dit zonderlinge feit gelezen. Jij wel? Signaleer het me dan. Ik denk dikwijls aan Beethovens ongelooflijk juiste woorden: "Muziek is een hoogere openbaring dan alle philosophie." Wel fantastisch ook dat er vóór de XVIII eeuw nimmer waarlijk instrumentale muziek geweest is op de aarde. (d.w.z. instr. muziek van eenigen tijdduur.) Maar dat alles bezorgt me een hoop kopbrekens. Want ik zou graag leesbaar blijven! En als je even nadenkt over het wezen van symphonische muziek dan ben je niet in de regioon der "zuivere idee", maar in de sfeer der "zuivere energie" (buiten alle idee om) wat nog veel abstracter is, en lastiger te vertellen!

Wie was Aegidius Timmermans? Dit is de eerste keer dat ik zijn naam hoor. Nog steeds begrijp ik niet het conflict tusschen je vader en J.C. Hol. Ik geloof wel dat je uitleg goed is en dat A.D. schuw was geworden van de vriendschap toen hij mij leerde kennen, en dat hij met voorbedachten rade een afstand tusschen hem en mij bewaarde. Ik heb dit dikwijls gedacht en dikwijls betreurd. – Het deed me eenig plezier dat je Myra Hess niet hoefde in je pan te hakken! Ik gaf nooit erg veel om haar, ondanks de gaafheid harer techniek; er bestond voor mij met haar gevoelswereld haast geen communicatie. Doch Anny had een soort van vereering voor haar, en ik vind het prettig dit oordeel van Anny bevestigd te zien door jou, vooral naar aanleiding van op. 110, die me verreweg van Beethovens sonates de allermoeilijkste schijnt om "innerlijk mooi" te vertolken, èn om de verhevenheid van menig gedeelte, èn om het ontgoochelende van verscheidene passages; het thema der fuga b.v. heb ik nooit kunnen waardeeren in zijn organisterige schoolschheid.

Nu moet ik je nog even zeggen (voor alle voorzichtigheid!) dat prise de bec door de Franschen alleen gebruikt wordt in de beteekenis van ruzie, scheldpartij. Trekkebekken vertalen ze met se becqueter. Het is geen mooi woord en het laat zich niet welluidend vervoegen. Trekkebekken is veel aardiger. Dat je dit woord niet kende! Dan weet je ook niet hoe de vogels het doen!? Er bestaat geen inniger en geen verliefd bedwelmender manier om elkaar zoenen te geven dan de vogels dat doen, doch ik geloof dat slechts weinig menschen het weten. – Het is nu bij middernacht. Wou je nog trekkebekken?

Vas-y! Thea van je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA