MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460517 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 17 mei 1946

Louveciennes

17 Mei 1946

Vrijdag-avond

Mijn Thea, droom die ik doe en doen dat ik droom en droomen dat ik doen zal, – – terug van mijn loop door het bosch heb ik je lange brief van gisteren nog maar eens herlezen voor de vijfde of zesde keer want er is geen nieuwe. Na den morgen gewerkt te hebben was ik totaal verbijsterd, ontredderd, overkropt, en met die gewaarwording alsof je heele huid een speldekussen is waar overal wordt ingeprikt. Je heele bloed schijnt geremd, gestold, zooals wanneer je arm of je been slaapt. Elk geluid bonst als een kanonschot tegen je trommelvlies. Al die compressies zijn te danken aan dat vermaledeide laatste hoofdstuk. Ik moet zeggen waar de symphonie vandaan komt, wat ze is en waar ze naartoe gaat. Om alle muziekschrijverij naar de weerlicht te wenschen. En dan is er de sonate nog. Leg dat eens uit! Welk een terminologie van notenkrakers heeft er altijd geheerscht in de muziek! Wat 'n idee om 't eind van een stuk een staart te noemen, en zeker middendeel een doorvoering. In de moderne muziektheorie is nooit een greintje geest geweest, noch het vaagste vermoeden van schoonheid. Niet eens 'n aasje wetenschap. Alles is de dorste, meest platvloersche schoolvosserij. Wat een karwei om hun termen te vermijden, en niet alleen om begrijpelijk te blijven, maar om begrijpelijker te zijn dan hun boerepummelige termen. Heb jij al ondervonden welk een afgrijselijk moeilijke taal het Hollandsch is voor 't maken van eenigszins nauwkeurige definities? Zoo gauw je een woord op de keper gaat onderzoeken deugt 't al niet meer. (Een woord heeft geen keper!!) Een ware marteling als je een gedachte een beetje exact wilt formuleeren. Misschien is er wel geen taal op de wereld waar de oorsprong, de afstamming der meeste woorden dermate in tegenspraak staat met de gebruikelijke, hedendaagsche beteekenis. Voor 't uitdrukken van ideeën (wat 'n woord al dat "uitdrukken"!) is het Hollandsch honderdmaal lastiger dan het Fransch. 't Ergerlijkste nog is, voor mij ten minste, als je zoo'n zin, die je een kwartier, een half uur zoeken kostte, overleest, dan snap je niet hoe 't mogelijk was dat je daar op zwoegen moest. Zoo gaat 't me trouwens ook wanneer ik muziek gecomponeerd heb. En nou nog iets voor jou die niet aan den Vooruitgang gelooft. Vin je 't niet fantastisch compromitteerend voor die opinie van je, dat alle aanvangen in de muziek geschied zijn zonder eenig genie, ja zelfs zonder eenig talent bijna, en dat alle groote dingen (ook de symphonie!) begonnen zijn door tamelijk erbarmelijke stumpers?! Ik zweer je bij Phoebus Apollo: onze muziek is altijddurende Vooruitgang! Ik wou ondertusschen dat ik zoo gemakkelijk aan dat boekie werkte als ik schrijf aan jou. Dan was 't reeds maanden klaar. Mijn wandeling gelukkig heeft me opgekikkerd. Maar tot 't redigeeren van een alinea over de sonate zou ik niet capabel zijn. Wel om met je te babbelen. En ook om met je te vrijen. (Niks voor je Thea!? Of wel?!)

Aardig van je om je nu en dan af te vragen of de realiteit dan heelemaal niet voor me telt en of ik 't niet noodig vind om reëel ingelicht te zijn over mijn liefste. Wat denk je van me! Meen je dat ik sommige brieven où je fais l'amour avec toi, zou kunnen schrijven aan een ander, ook al zou ik haar kennen van de vorige week, ook al zou zij me mogen, ook al ware zij de bekoorlijkste der hoeris? Ikzelf acht dat onbestaanbaar. Ik kan dat enkel met jou. En die verliefde vlagen komen niet van mij, niet uit mij. Ik weet dat veel te secuur. Ze komen nààr mij. Je ne peux pas faire l'amour avec toi quand je veux! Om je nou te zeggen waarvan dit afhangt, dat kan ik niet. Maar 't hangt niet af van mij. Ik probeer niet eens 't te willen. Dat dient tot niemendal. Ik zei 't je trouwens pas nog. Dat zou niet echt zijn. Je zoudt dat ook direct kunnen merken, dunkt me, als 't niet echt was, jij die zoo fijn voelen en luisteren kunt. Ik zou me er ook voor schamen, voor jou en voor mezelf, als 't niet echt was, wanneer dat niet kwam aangewaaid als een soort van inspiratie en betoovering, waar ik feitelijk part noch deel aan heb. Noem je dat geen realiteit? Is dat niet reëel, en zelfs veel meer dan reëel ingelicht zijn over mijn liefste? Wanneer ik je onder je armen wil zoenen denk je dan dat ik nu al niet weet hoe goed je voor mij ruiken zult daar? (Parfumeer je er vooral niet! heelemaal niet noodig!) Een postduif, een paling, met hun beetje hersens, weten hun weg; waarom ik niet, ook al is 't onverklaarbaar? En ik ben niet bang voor die proef op de som! Wat ik je nu meteen wel vragen mag (ik dacht eraan in den trein; 't speelt me reeds een paar dagen door mijn kop): si je fais l'amour avec toi, ici, à 500 k.m., et à 3 ou 4 jours de distance, comment cela tombe en général avec tes règles? je voudrais bien le savoir. Ça tombe bien, en général, ou pas bien? Il faut tenir compte du jour où je t'écris. Etant ton mari depuis quelque temps je peux te poser cette question, tu ne trouves pas? Je n'y avais pas encore pensé, et je me demande même pourquoi j'y ai pensé si fortement les derniers jours. Wat ik je ook vragen wou: toen je me schreef "weliswaar logeeren bij mijn man" ging je dat gemakkelijk af, of kostte het je moeite, zooals je soms zei dat je al je moed moest samenrapen om "vrouwtje" te schrijven? Ik had wel een gezelligen indruk toen ik dat las. Maar je weet, ik vergis me soms! Zeg me nog eens je gemoedsbeweging. Natuurlijk vind ik 't niet gek dat je bij mij vacantie komt houden en geen huis-houden! Hoe kun je denken!

Ik ga vanavond iets vroeger naar bed. Vanmiddag heb ik nog een vuurtje aangemaakt. Het is hier nat, kil, guur en hagelig de laatste dagen. Maar wat nu valt, dat valt in Juli en Aug. niet. Ik ben buitengewoon benieuwd hoe je mijn trouw-plannen opneemt. Ik was dien Woensdag innerlijk uiterst actief en zoo overvloeiend naar je, bij de lichtste gedachte aan je, als ik mij nog nooit gevoeld had, en ik zelfs niet voor mogelijk hield. Hetgeen je besluit vind ik van te voren goed. Ik ben heelemaal verzonken in je sinds ik bezig ben met dezen brief, amoureus verzonken. Maar terwijl ik mijn interieuren horizon afzoek sinds een paar minuten om te weten wat ik van je zoenen zal nu je gaat slapen zou ik toch alleen slechts even een kus willen geven op je handen, op je arm, niet verder dan de elleboog; op één knie even voor je bed; Thealief, een innigen zoen van

je Matthijs.

Dezen morgen ontving ik een kennisgeving van het Crédit Lyonnais. Doch niet van de bank te Parijs. Van de succursale te Versailles. Ik zal dat waarschijnlijk Dinsdag doen; 't is ongeveer 20 min. per autobus.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA