MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460504 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 4 mei 1946

Louveciennes

4 Mei 1946

Zaterdagavond

Mijn lieve blauwborstje,

(dat is een soort van nachtegaal; maar er zullen ook wel een paar adertjes over je borstje kringelen; en de Thea met wie ik dag en nacht rondloop op mijn boezem, rondslaap aan mijn boezem, ze is blauw; misschien trouwens kwinkeleer je weer; en dat allemaal om verantwoord te zijn; want anders vraag je me nog: "Waarom blauwborstje?!" Toen ik je laatst mon tendre souci noemde werd je ziek. Was dat geaccordeerd zijn? Of coïncidentie? Wat denk je? En geloof je niet, dat ik gerust mag zeggen "ik verloor mijn onafhankelijkheid", aangezien mijn heele denken en voelen gedirigeerd zijn naar Thea, gepolariseerd zijn door Thea, en ik geheel leef "en fonction de Théa"?! Toen ik zei: "en jij verliest de jouwe" wilde ik dus geen aanslag plegen op de vrijheid van je karakter. Stel je voor! Maar dit is waar: 't zou best kunnen dat mijn richting véél verder gaat! Doe je mee?

Van ochtend heb ik me moeten vergenoegen met je korte briefje over Von Webern en de Friesche klok. Een t. à t. Dat is heel wat, als je 't meent. (Pleins pouvoirs!) Maar niet eens 'n zoentje, petit monstre. Was je heusch bang dat je me microben op den hals zou sturen, of zei je 't voor de grap? Ik vergat je mede te deelen dat ik eveneens een pact heb met de microben; sinds langen tijd al; je kunt me er zooveel sturen als je wilt; in vollen ernst: ik wou dat ik jou dat kon leeren; maar ik kan 't je niet uitleggen; 't is net iets als dat boven-elken-twijfel-staan van gisteravond; daar moet je nog goed over nadenken, 't is werkelijk van primordiaal belang; Nietzsche heeft die kracht aangewend in de kleur van den haat; de energie van den haat en zijn resultanten werken even gewelddadig als die der liefde, maar negatief; wel frappant, hè, terwijl Nietzsche erin toestemde om dien haard van haat, die accumulator van haat te zijn, werden in den actie-radius zijner stroomen de verfoeilijkste wezens geconcipieerd welke het menschdom ooit voortbracht: Goering, Hitler, Himmler, Goebbels, Mussolini, en die heele bende van hyena's. Voor mij is het parallellisme evident, ik bedoel: de incarneering van Nietzsche's gedachten. Zoo incarneerden zich ook in haar tijd de gedachten van St. Bernard, van Franciscus, van Dominicus, en andere felle brandpunten der goddelijke vlam; maar er zijn geen groote positieve naturen meer; er zijn nog slechts kleine heiligentjes. Ik dwaal echter af! Toen ik naar Nietzsche verzeilde wou ik juist zeggen: nademaal jij geen instinct bezit van gunstig of schadelijk voor je lichaam zal ik dat instinct moeten hebben, en hebben, ten bate van mijn dierbaar monster. Ik hoop als we samen zijn dat je van mijn pacten kunt profiteeren! Dat je weer een feest gegeven hebt doet me plezier, – als 't een bewijs is dat je genezen bent. Doch wanneer vertel je me nu eens wie Mimi en Paul zijn!? Je schrijft me al een maand over hen en steeds bleven ze me onbekender dan dan of je ze algebraïsch genoemd had x en y!

Wat merkwaardig en leerrijk die geschiedenis van Von Webern. Hij had de intuïtie van zijn dood; dat is duidelijk. Maar hij dacht: ik word neergeschoten door een Nazi. Als hij geredeneerd had: ik ben niet bang, ik blijf waar ik ben; of als hij aanvaard had, redeneerend: wat gebeurt is goed, dan ware hem vermoedelijk niets overkomen. (Jammer dat we altijd zullen moeten zeggen "vermoedelijk".) Maar hij is bang, hij aanvaardt niet, hij gaat op de vlucht, hij wil zich redden, en hij krijgt "per ongeluk" een Amerikaanschen kogel! Er zijn Arabische "sprookjes" (Voltaire heeft er eentje bewerkt) waaraan dezelfde mechaniek ten grondslag ligt. Is 't niet om er een les uit te trekken als je die mechaniek zoo functionneeren ziet en observeeren kunt in de realiteit? En wie weet hoe dikwijls wij zoo "achter de schermen" zouden kunnen kijken, als we genoeg opmerkzaam waren, en aldus "het fijne van de zaak", het naadje van de kous konden weten! Haast zou ik zeggen: alleen om die les te geven werd hij beroemd! Want ik houd niet erg van zijn muziek. Hij was wel zeer vernuftig en subtiel; maar alle gewaarwordingen heeft hij geabstraheerd; hij was nooit in 't centrum van een gevoel of van een sensatie, maar altijd aan de uiterste buitenkanten. Hij vertolkte in laatste instantie nog den mensch, doch langs een massa sophistiqueerende en nuttelooze omwegen en kronkels. Hij had niet talent of genie genoeg (evenals Schönberg) om tegelijkertijd gecompliceerd, geraffineerd en natuurlijk-eenvoudig te zijn. Zooals de middeleeuwers!

Ik moet je nog feliciteeren met je super-eereraadslidmaatschappelijkheid! Als je, wat je waarschijnlijk van plan bent, je taak ernstig opvat, zal zij je heel wat gewetensproblemen, en misschien zelfs heel wat mikmak kunnen bezorgen. Hetgeen mij in de Fransche epuratie getroffen, een beetje gebouleverseerd heeft: er zijn mannen geweest onder de trawanten der Moffen, die gestorven zijn voor hun overtuiging en aan wie ik den titel van held niet kan ontzeggen. Ik heb hier het proces gevolgd van Robert Brasillach, een jong auteur dien ik al een poos gevolgd had in zijn kritieken, essais en romans. Hij is bewonderenswaardig geweest als een Mucius Scaevola of een ander oud Romein, Griek der fabels. Hij heeft alle consequenties zijner ideeën kalm, zonder rhetorica, als een echte held, zonder één seconde te wankelen, geaccepteerd. Als ik jury-lid of rechter geweest was ik zou hem onmogelijk hebben kunnen veroordeelen. Hij is gefusilleerd, en dat ging me door het hart. Wat zou jij doen als je gesteld werdt tegenover een mensch die dwaalt en waarvan de grootheid onmiskenbaar is? Ik weet geen weg met zulke dilemma's, doch naar de kranten te oordeelen hebben onze tijdgenooten er geen last van. Extreme gevallen als deze zul je in de Nederlandsche muziek niet tegenkomen wellicht; maar zelfs nietige gevalletjes verschillen van de extreme soms alleen slechts in graad en niet in wezen.

Je krijgt deze week een brief meer van me dan gewoonlijk want ik bus deze vannacht nog. Weet je, naïeverd, als ik je "dubbel-brieven" stuur, met potlood geschreven, dat er dan in werkelijkheid minder instaat dan in een enkel-brief, gepend met kleine lettertjes!? Maar blij ben ik toch dat je graag "dubbel-brieven" ziet! Zal ik morgen, Zondag, wat van jou krijgen? Ik heb een stille hoop dat de post marcheert want 't is verkiezingen hier. Anders heb ik geen onderwerp meer, en dan moet ik twee heele vellen met je vrijen! Ik wil graag. Maar wat zou je daarvan zeggen? Ik wou wel eens precies weten wat er allemaal door je hoofd en je hart gaat... quand je fais l'amour avec toi par le moyen de ces petits signes! Blauwborstje! Ik zou nu al willen beginnen. Het zijn niet de woorden bij mij die de gevoelens wekken. Omgekeerd: het zijn de gevoelens bij mij die de woorden maken. Je zult die gevoelens ontmoeten in levenden lijve. Daarom zou ik zoo gaarne precies weten hoe je ze begroet en ontvangt! Voor vanavond laat ik mijn lippen enkel gaan over je blooten arm, niet verder, ja wèl verder, tot aan het blauwborstje met zijn zachtheid en warmte, die, wonderlijk genoeg, onverklaarbaar, niet te peilen zijn. Slaap lekker, mijn Thea, en word vroolijk wakker met je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA