MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460329 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 29-30 maart 1946

29 Mrt. '46

Liefste, het is toch weer ½ 12 geworden, terwijl we zoò van plan geweest waren vroeg naar bed te gaan na die korte nacht van gisteren (½ 3 – ½ 8). Greet kwam om 10 uur nog praten over haar verdriet en daarna hebben J. en ik nog gezwamd. Ik ga het dus echt kort met je maken, maar even moet ik toch wat krabbelen ― het was zoo engelachtig wat ik vandaag van je las. Ik begrijp dat het geen fantasie is als je den aanloop tot een artikel over A.D. niet kunt vinden, ik zou zelf ook zoo zijn, het zou me onmogelijk zijn iets te doen waar ik eigen gedachten voor noodig had. En schrijven is heelemaal zoo gevaarlijk, omdat schrijven aan jou of aan mij altijd verlokkender is dan iets anders schrijven! Ik denk zelfs niet dat deze toestand dadelijk zal ophouden, wanneer er niet meer overbrugd hoeft te worden, ik geloof niet dat het daarop hangt, het komt door het vervuld-zijn met dat eène gevoel. Maar geloof je niet dat dit wel meer voorkomt? Waarschijnlijk was je in '18 ook wel zoo.

Die regret infini, die je heel mooi uitlegt, kunnen we misschien nog wel supprimeeren, dacht ik. Van de dingen die vóór 17 Sept. of vóór 25 April '39 een sterken indruk op me hebben gemaakt, kan ik je heel gemakkelijk deelgenoot maken en dan wordt het bijna alsof je erbij was geweest, zou 't niet? Dat de tijd vervloog zonder dat wij contact met elkaar hadden, was maar goed, want ik was tot voor enkele jaren nog niets, ik ben pas heel laat een beetje rijp geworden. Die dualiteit, zooals jij die zoo sterk voelt, heb ik niet, of ik mis misschien het orgaan om te onderscheiden tusschen stam en tak.

Wat is je ochtendgebed lang geworden! Het is erg mooi en heel volledig. Mij is God vertrouwder dan Esprit de Lumière. Zeg je nooit dat je spijt hebt over je zwakheden? 's avonds misschien? Ik zal dit nooit uit mijn hoofd kunnen leeren!

Matthijs, je zegt dat jij en ik het zelfde vuur bezitten – is dat zoo? ik geloof niet dat het waar is, maar ik kan het (op het oogenblik) niet bewijzen. Donne-moi l'amour kan je ook vervangen door donne-moi le feu, is 't niet? Als ik er maar om vraag, krijg ik het misschien nog eens (als het me "dienstig" is!) Dors bien, mon cher oreiller!

Zaterdag.

De musschen zijn vervaarlijk aan het kwetteren, de dag begint weer. Vandaag word ik opgebeld over het huisje; ik dacht toch alleen maar het bovenverdiepinkje te huren. Die kamers daaronder moeten gemeubeld verhuurd worden – dat goeie mensch moet nu eenmaal zooveel mogelijk munt uit haar huis slaan – en dat zal dus wel iets van ƒ 80,- zijn. Dat samen, ƒ 125,- vind ik toch wel een idioot bedrag. Ik kan het dien man wel vragen en hem laten merken dat ik er "interesse" voor heb en bij gelegenheid eens gaan kijken; per 1 April hoef ik ze niet te huren, omdat er nu gerepatrieerden uit Indië in zitten. Maar de hoofdzaak is dat ik niet zie waar je criticus zou kunnen worden. Er is wel behoefte aan beunhazen, maar niet aan Matthijsen. De N.R.C. is gesteld op goede medewerkers; op den duur, als er weer wat meer plaatsruimte komt, zou daar af en toe een artikel heen kunnen, maar dat is geen vast inkomen. Ik zie niet dat Paul [Sanders] of Tiggers iemand boven zich willen hebben, die hun de belangrijkste uitvoeringen afneemt. Het Vrije Volk en De Waarheid (Comm.) zijn echte partijkranten, alleen de Tijd zou in aanmerking komen! Daar is de plaats echt vacant.

10 u. Vanochtend 2 brieven, ook die van Dond. al, 1½ dag dus ook! Ik vrees een beetje voor Maandag, maar ik kan hier lang op turen, op de laatste 4!

Merci de tout cœur. Tot over 104 daagjes. En tot de volgende seconde!

je Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA