MATTHIJS VERMEULEN

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 24 maart 1946

Zaterdag. d.w.z. Zondag: het is al 20 min. na middernacht. Peter heeft lang gestudeerd, tot ½12, en J. en ik hadden een hoop kleinigheidjes te doen, nadat Greet vertrokken was (die natuurlijk graag elken dag Peter komt zien op een moment dat hij niet studeert aan het eten dus) en zoo was de avond gauw om, en toen Peter beneden kwam hebben we nog wat gegeten en gepraat. Hij is ontzaglijk gesloten, hij spreekt nooit over iets anders dan over algemeene dingen of dagelijksche zaken. Ik zou nu wel eens willen weten hoe hij tegenover Greet staat. Ik geloof dat zij niet de allergeringste kans heeft. Maar speelt hij met haar? Ik heb hem nog nooit lief of zacht of ontroerd of zelfs maar geïnteresseerd met haar gezien. Klampt zij zich dus aan stroohalmpjes vast als hij af en toe een vriendelijk zinnetje zegt? Het is werkelijk hartverscheurend om mee te maken, hoe zij barstens is van liefde en niets terugkrijgt. Ik voel me elk oogenblik vreeselijk beschaamd dat ik zóó bevoorrecht ben. Ik heb nu de aanvulling van het gebed naast me liggen: mooi is het, erg mooi. Zou zooiets in het Nederlandsch even mooi zijn? Nee hè, die mooie klank zit er niet in. Heb je gemerkt dat je gedeeltelijk alleen voor jezelf en gedeeltelijk voor ons beide bidt? In Juli zullen we samen naar het terras gaan. Waarom wou je me je kamer geven? Dat is heel lief, maar ik zou niets veranderen, ik kan toch in de kamer van je dochter huizen? Of je me in Parijs zou komen halen of in L. had ik me ook wel eens afgevraagd. Ik denk dat L. het leukste is. De treinen zijn nu verbeterd, je hoeft in Brussel niet meer over te stappen en komt ’s avonds om 8 uur in Parijs aan. Dat is ½ 10 – 10 uur bij jou? "De natuurlijke voortzetting van den laatsten brief", ja, dat zal het moeten zijn. Zit je heusch van 8-12 op één blaadje te schrijven? Dan is het èchte vrijen misschien nog een heele tijdsbesparing voor je! Over wat ik verder nog in je brief lees moet ik zelf te lang nadenken, merk ik; ik moet echt gaan slapen, het slaat 1 uur. Dors bien, méér dan twee uurtjes!

Zondag.

Er zal vandaag geen tijd zijn – dus zeg ik je goeden morgen, goeden middag, goeden avond en goede nacht in éénen. Ik ben door al het gedoe heen met je verbonden.

je

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA