MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460322a Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 22 maart 1946

22 Mrt. '46

Liefste, vandaag heelemaal geen tijd.

Een onderwerp voor M. en M. moet je mij niet vragen, daar ben ik te oninventief voor. Ik vroeg het Engeljan; hij zei eerst: hij kan toch de een of andere herinnering schrijven, en toen ik aandrong op een onderwerp, zei hij: "over den zin van Gehoben ist der Stein of over het Nachtelijke bij D." De algemeene leer, die op de conservatoria gedoceerd wordt, is die van de heup van Jupiter (dus de niet-heup van J.) Individueel zijn er allerlei menschen die het anders zeggen, H.E. in den eersten plaats, maar het meest dankbare thema is toch wel altijd (dat van Pijper): D. heeft het componeeren weer mogelijk gemaakt en nu zijn wij er en wij hebben D. overvleugeld. Wouter [Paap] denkt daar natuurlijk anders over en Paul [Sanders] ook en Piet (Tiggers) en nog een paar brave lieden. Iets over het Ned. karakter zou natuurlijk nu inslaan. Maar wat is Nederlandsch? En wat is in A.D. Nederlandsch? Over het Nederlandsche in Gijsbrecht heb jij, geloof ik, eens geschreven. Het "niet-ontbreken" en de "continuïteit en de draad der traditie", dàt ìs hèt, daarom zou ik het, zouden J. en ik het prettig vinden als je iets schreef. Maar je moet je vooral niet forceeren, ik kan het volkomen begrijpen als je er niet toe komen kunt.

Ik was blij een beetje een genezende toon uit je brief te kunnen op diepen. Vannacht in bed, toen ik er net in lag na de ongelooflijk prachtige avond van Bernac, dacht ik ineens, aanknoopend bij mijn gedachte over het regret infini (naar aanleiding van Thealein) "ik geloof dat ik het begrijp: hij zou willen, dat ik niet alleen naar het lichaam vierge was, maar ook naar den geest, dat ik jarenlang onbewust "est-ce lui" gezegd had van hem, en dat nooit in verband met een ander gedacht had. Hij zou, in zekeren zin, willen dat ik 17 jaar was, dat hìj alleen bestond voor mij." Is het zoo? Het is zoo gek, dat ik, omdat ik ook heelemaal niet jaloersch op A. ben, me in een dergelijk gevoel niet verplaatsen kan; ik kan het me alleen met mijn hersens voorstellen, meer niet. Als het dus zoo is, dat het een jalouzie op het verleden geldt, dan zal Thea Matthijs niet nog heel wat aandoen, maar dan is het mogelijk dat Matthijs zichzelf nog heel wat aandoet. Onweerlegbaar?

"Tot Altijd" vind ik een heèl mooie formule! Daar kan het je van gaan duizelen…

"Tot de seconde volgende op het dichtlikken van de enveloppe" kan ik ook zeggen! Het regent – wat zal alles uitbotten in je tuin. Stuur je nog eens een primula? Ik voel me dicht tegen je aan – Jij omgekeerd ook? je

Thea

Zeg gauw even of ik de kamers huren zal. ƒ 45,- met matten en gordijnen. 2 Kamers onder de hanebalken (bijna zoo dat je je hoofd stoot), een waschgelegenheid met stopcontact, zoodat je er ook electr. zou kunnen koken en een W.C. Heel eigen verdiepinkje dus. De mevrouw, die kort geleden haar man verloren heeft en nu verhuren moet, is de vroegere kinderjuffrouw van een schoolkennisje, is erg voor me geporteerd en dus ook voor een huurder dien ik aanbreng, m.a.w. zij wil graag zorgen dat je rust hebt. Zij zelf is doodrustig en van de buren hoor je, denk ik, niets, want die huizen staan allemaal los van elkaar. Er komen alleen nog huurders onder jou en die moeten dus geen lawaai maken. Ik geloof dat we dat maar moeten riskeeren, want dat goeie mensch wil ook niets liever dan "nette", rustige huurders. Een vleugel kan er niet in, maar die had je toch voorloopig niet noodig, dacht ik. Het zijn beide kleine kamers. Achter kijk je op daakjes en heb je ’s middags zon. Vóor komt geen zon. Het is Heerengr. 330, van het Spui rechtuit. Het huisje is een echt gek grachtenhuisje met een achterstuk eraan, dat je niet vermoed en een miniem wenteltrapje in het midden. Zullen we ’t maar doen, of vind je ƒ 45,- te duur?

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA