MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460314 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 14-15 maart 1946

Louveciennes

14 Maart 1946

's avonds

Thea, ziel van me, hart van me, mijn ongeduldig hart, –

maar nu stil –

neen, Thea, Wouter Paap heeft me geen artikel gevraagd over Diepenbrock. Wel heeft hij me in October mijn medewerking verzocht, en daar ik nog geen relaties had met Sanders antwoordde ik toestemmend, onder conditie dat ik tijd zou vinden. Hij heeft nog twee keer aangedrongen, de illusionist. Doch sinds Sanders mij voorstelde in zijn redactie te treden voor de somma van 25 gulden 's maands (plus toeslag) wat ik aannam, acht ik mij gebonden aan Paul F., die, ik weet niet waarom, mij sympathiek is. En sinds mij ter oore raakte dat een zekere Hans Triebels (ik ken hem noch van Adam noch van Eva, maar zijn naam werkt op me als kriebelig jeuk-poeier en ik heb lust Triebels te krabben) sinds bovendien tot mijn kennis kwam dat ook Jaap Kunst daar in Mensch en Melodie het gezag voert, verging mij het laatste asempje van lust om mij door hen gedrukt te zien. Ik zou den heer Kunst, telkens als ik dit woord met zijn hoofdletter ontmoet, een jaap kunnen geven. Wij moeten precies elkaars tegendeel zijn, vermoed ik, hoewel ik hem nimmer aanschouwde. In ieder geval is hij iemand die zich verbeeldt een heele boel te weten en maar weinig, misschien wel niets, niet-te-weten. Ik ben eer iemand die mij voorstel dat ik enkele dingen wel weet, tennaastebij, en dat ik een heele massa dingen ignoreer. Echt waar. Ik kan hem dus niet slikken. Ik zie nooit een artikel van dezen Jaap, waarin hij niet de somberste flaters slaat, kijk, zijn laatste nog in dat eerste nummer van Mensch & Cie, waar hij 't heeft over 't Wohltemperierte Kl. dat ongeschreven zou zijn gebleven als niet deze-en-gene de temperatuur bevorderd had. En het muffe, provinciaalsche luchtje dat de Triumviren van Mensch & Cie in hun redactie-voorwoord en andere bladzijden, uitdampen! Heb je dat gelezen? Ik word er bepaald kriebelig van; graag zou ik zeggen triebelig, maar dat is even flauw als de kunsterige geest van Jaap, met zijn eeuwige indonesiërs, die hebben uitgevonden hoe je een ei op z'n kop zet. Toen Onnen hier was (hij deponeert bij Paap ook al zoo'n zeeverig, pluimstrijkerig stukkie, waaruit ik met hekel een collaborationnistisch geurtje opsnuif) vertelde hij me parmantig dat Mensch & Cie (vergeef me; ik kan 't niet laten, net als de hik) vóór zijn verschijnen reeds 3000 abonnés bezat. Ik zag opeens het melodische Holland gesplitst in twee vijandige kampen en gewikkeld in een strijd op leven en dood. Sanders zal poot-aan moeten spelen. Het is mij onbekend totnutoe hoe zijn muziek-orgaan zal heeten. Maar wat hij ook verzint, en zelfs al zou 't nooit het licht zien, ik werk toch liever niet mee aan Mensch en Melodie. Aan de journalistieke Diepenbrock-herdenking ook niet. Maar wel ben ik van plan voor het nieuwe seizoen in September een balans op te maken, faire le point, en ik hoop dat ik daarbij kan rekenen op je goedkeuring en op je archief.

Nu even naar die verwenschte Radio luisteren; wij hebben bruine-boonen-soep gegeten met een homp brood; vanmiddag witte boonen met Céréal als dessert. Zoo teer ik op Thea. En zoo is Thea toch aanwezig in mijn kluis. Zoo leef ik van Thea.

Mozart's Pariser Symfonie (31) gehoord, die me aan 't droomen bracht. Over Thea. Om te aanbidden. Dat geeft me 't zelfde gevoel als wanneer in een warmen avond, een vogel, op het hoogste takje van een boom, zijn hymne zingt naar het scheidende licht. Alsof hij de zon nog wil, den dag. Alsof er niets verrukkender is dan de zon te willen en den dag. En dan jou te zeggen dat ik van je houd. Te zeggen zou niet eens noodig zijn. Je te zien. Te weten, te mogen raden dat je van mij houdt. De zon te willen en den dag.

Beter om maar niet te denken, want dan zou ik uit 't raam kunnen springen om te vliegen naar jou. Ken je al Poèmes d'amour pour le temps de guerre van Claude Darrieu op tekst van Eluard? Voor klein orchest, sopraan en bariton. De eerste helft is wel goed, maar blijft juist even beneden het pakkende accent. Het slot echter, poignant, grijpt je aan als klacht uit volle borst, hard en zacht tegelijk, doorborend omdat zij alles zegt, en nog meer dan alles in dat zachte, harde meedoogen doet vermoeden. C'est de tout premier ordre. Claude Darrieu is een vrouw. Als zij zoo doorgaat is zij meer waard dan honderd mannen. Ik had nooit gedacht dat een componeerende vrouw dien grooten klank kon hebben, kon aanheffen.

Ik ben zwervend en dwalend vanavond. Mag 't? Daarstraks schoot me te binnen, wanneer ik La Bicoque dezen zomer liquideer, dat wij dan samen in Juli te midden van een rommel zouden zitten. Dat moet niet. Ik wil dat vermijden. Nog liever laat ik alles hier (behalve wat boeken) ook al zou ik 't nooit terugzien. Ik zeg dit in de veronderstelling dat de eigenaar misschien de huur zou weigeren te verlengen. Wat er met mijn piano gebeurt is me onverschillig. Je moet er goocheltoeren van aanslag op uitvoeren om er een goed geluid uit te halen. Dat kan gerepareerd worden. Doch ik raak ze niet één keer aan per week sinds ik schrijf. Verhinder me om onpraktisch te zijn, dat spreekt, doch maak je niet te bezorgd voor de finantiën. Het komieke is, al had ik honderd duizend gulden, ik zou ze toch niet uit Frankrijk kunnen meenemen. Hoe ik ook doe, ik kom straatarm aan in A'dam. Maar dat spijker ik in een paar maanden bij. Je zult zien. Of 't zou gek moeten loopen. Ik zal Jany ook aanklampen voor die kwestie van mijn kleeren. Mocht jij nog een gelegenheid ontdekken verbeeld je dan niet dat ik geweldig breed ben. Ik meet 1,82 in de lengte; mijn hals-omtrek is tusschen 40 en 41; laten we zeggen 42 voor 't geval ik aansterk; doch ik weeg maar tusschen de 70 en 75 kilo; ik kan de kleeren dragen van een normalen jongen man als Donald; 's winters lijk ik dikker dan ik ben omdat ik twee truien aanheb. (Ceinture, gekleed, 95 c.m.)

Nu kom ik je onderstoppen want ik word moe, en jij ook. Zijn we samengeklonken, liefste? (Je zei dat; zeg je 't nog, zeg je 't weer?) Ik wel aan jou. Bonne nuit. Dors bien, ma Théa. Elke letter is een zoen, en daarom zou ik wauwelen tot morgen. Dors bien, ma Théa.

Morgen een brief van je? Je t'aime.

15 Maart – Vrijdag.

Dezen ochtend je zeer lieve brieven van 10 en 11 Mrt, en je twee pakjes van gedroogde groenten en brood; de ertsoep had zich gemengd met de gort, doch dat maakt niets. Merci. Sinds 14 dagen is hier geen enkele versche noch onversche groente te verkrijgen. Om zoo te zeggen niets. Onbegrijpelijk. Maar ik heb nog aardappelen in mijn kelder. Gelukkig! C'est toujours ça. En ook nog wat boonen. Wat mijn dochter noodig heeft zijn geen versterkende middelen. Zij is jolig en gezond. Maar eer iets "levends", salade, citroen, sinaasappel, melk. Mijn zuster zond haar nog twee blikjes. Prachtig. Die dochter van me verbiedt zich te zingen gedurende 40 dagen om boete te doen, d.i. om zondaars te bekeeren. Het zou niet in haar hoofd opkomen om mij "te sparen"! Wie heeft er ooit aan gedacht om mij "te sparen"!

Merci voor de inzage van Peter's brief. Je bent lief en wreed. Pourquoi ce nom Thealein me donne-t-il un sentiment de regret infini, de douleur? Je ne le sais pas. Pourquoi as-tu signé une de tes dernières lettres à moi "Thealein"? Je n'aimais pas cela. Jamais je ne pourrai te donner ce nom. Il me fait mal. Du reste, tout ce qui est allemand me fait mal. A cause de tous les cris de souffrance, de toutes les angoisses, de tous les soupirs que je continue d'entendre dans chaque mot allemand, et qui me déchirent le cœur. Incompréhensible que tu ne sais pas cela.

Het handschrift van Peter bevalt me niet erg. Het mist duidelijkheid. Ik vind er iets neurasthenisch in. Ook iets plebejisch'. Mijn eerste indruk was: een handwerksman. Ongeletterd. Onbeheerscht. Onlogisch. Hij kan daarom toch wel talent hebben. Ik ben uiterst benieuwd hem te hooren. Ik zou ook een foto van hem willen zien. Je beschrijving van zijn spel in het Adagio der Hammerklavier me donne le même sentiment de regret infini, de douleur. Pourquoi? Enigme. Als hij goed speelt zal ik het zonder eenigen twijfel waardeeren. Even exact als wanneer Mengelberg goed dirigeerde. La conscience artistique.

Dus jij zelf hebt hem bij je uitgenoodigd? Goed! Maar ik begrijp er niets van dat je het dan een "bof" kunt noemen wanneer hij een week later komt. Je moet me dat uitleggen.

Tu as déjà vu que je traverse une espèce de maladie. Je n'y peux rien. Elle me torture sans que j'y puisse rien. Tu aurais pu m'épargner tout ce tourment insensé. Cela passera comme tout passe. Mais je me sens extrêmement las. Les choses ne m'intéressent plus. Et toujours ce besoin dévorant de tendresse qui me manque.

Je n'y peux rien. Tu ne le fais sans doute pas exprès. C'est peut-être le plus terrible. Tu ne sais pas ce que c'est l'absence de l'aimé, de l'aimée.

Comment est-il possible d'être, malgré soi, en dépit de toute sa volonté, tellement désaxé, désorienté, obscurci, obnubilé? Je voudrais bien le savoir.

Curieux problème pour moi: Te dire que je souffre? Te le taire? Il est également lâche de le dire que de le taire.

Ce qui m'inquiète aussi: Théa me bouleverse périodiquement d'une façon effroyable (pour moi) et elle le fait d'une manière si simple, si innocente!

Allons pauvre type! Un peu de courage! Cela servira bien à quelque chose. Mais à quoi ça rime?

En dat alles omdat ik je bemin; en dat alles omdat je ver bent van je

Matthijs.

Ik kan er niets aan doen, liefste; ik ben te arm om je iets anders te zeggen.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA