MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460306 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 6-7 maart 1946

Louveciennes

6 Maart 1946

's avonds

Thea, mijn lieve toeverlaat,

ik zou bij je willen zijn; ik heb je noodig. Waarom? Dat weet ik niet. Ik zeg me dat alles goed is om me heen, en rustig, en licht, en warm, en dat ook de dag van morgen goed zal zijn, met de zon en dooi en wijde, heldere lucht, maar 't helpt me niet. Ik heb je noodig en 't eenige wat ik doen kan is je zeggen dat ik je noodig heb. Kun jij je zoo iets voorstellen, dat jij me noodig hebt? Misschien niet eens. Misschien ook wel. Ik werd juist een dezer ochtenden wakker met de gedachte dat het mooi zou zijn om samen een afspraak te maken wanneer ik of jij dat verlangen zouden hebben om elkaar te vinden, om bij elkaar te zijn, midden op den dag of midden in den nacht, het verlangen om elkaar even te zien, even te hooren, meer niet, en om iets te geven of te krijgen wat overal ontbreekt, wat ik alleen kan zoeken, ontvangen bij jou, dat we dan immer gereed zouden moeten staan, of we aan 't componeeren zijn of aan 't kousen stoppen, of we een boek lezen of piano spelen, wat we ook doen of niet doen in een van onze zeven hemels. Maar daarvoor zou ik eerst moeten weten of jij me ooit noodig hebt, noodig voor niets!

En ik zal je meteen bekennen, mijn toevlucht, wat me sinds daarstraks op 't hart ligt, en wat er al een tijdje, een tijd zelfs, rumoert, den eenen dag iets luider dan den anderen? Hoe fantastisch vermetel, overmoedig, roekeloos, onbeschaamd, en wat nog meer, het van mij is, en verblind, en krankzinnig, om jou in mijn zorgen te steken, om jou vanuit mijn armoedje te gaan vertellen zoo moet 't, en maak dat nou maar in orde, om op die manier beslag op je te leggen, om in mijn plunje en in mijn rommeltje jouw soeverein te durven zijn, om niet alleen op je materieele hulp te rekenen alsof 't zoo hoort, maar gelijk vanavond ook nog op de hulp van je hart, en als toppunt van alles je nog geluk te beloven! Weet je, liefste, soms kan ik daar niet goed tegen op. Ik vind 't fantastisch, verregaand, hoe durf ik 't, wat mankeer ik. En weet je wat 't meest fantastische nog voor me is, nu ik daar zoo aan denk? als jij je, gelijk gisteren en andere dagen, van me meester maakt dan merk ik niets van al dat vervaarlijk buitenissige, dan is 't de gewoonste zaak van de wereld. Ik moet dus blind, bezeten van liefde zijn om me daarover heen te zetten, om mijn extravagantie niet te zien. En wat me nu door 't hoofd gaat is 't summum: eigenlijk zou jij me van je moeten doen houden om me over al dat absurde aanmatigende heen te brengen, over het bespeuren daarvan tenminste!

Wat zeg je? Reactie van gisteren? Niet heelemaal waar. Er is een hoop realiteit in wat ik je vertel. En dit is 't ergste van alles: zie je hoe ik je noodig heb! Om een seconde te voelen dat je van mij houdt. Om dat buitensporige weer gewoon te maken.

Slaap lekker, Thea. Waar mag ik je zoenen? Zeg 't me, anders waag ik het niet.

7 Maart

Donderdag.

Ik was, wakker wordend, tevreden je dit gezegd te hebben. Begrijp je mijn gedachtengang? Kun je erin komen? Je suis encore dans le même état d'esprit et état d'âme. Je zult me "een hart" onder de riem moeten steken!

Vanochtend 3 brieven van je: 2 tot 5 Maart.

Ik heb het Adagio overgelezen der Hammerklaviersonate. In elk opzicht (èn harmonisch, èn melodisch, èn als psychische inhoud), is het subliem en uniek. Hoe kan iemand zoo stupide zijn om te beweren dat "men" hierna niet verder kan? Aan de passage in fis-moll, na het hoofd-thema, dankt Chopin zijn mooiste en origineelste (!) inspiraties. Ook Liszt. Het heele stuk is divien, en ongehoord in den letterlijksten zin. Ik snak ernaar dat je het voor mij speelt. Want lezen is toch niet alles! En niet één op de 10.000 pianisten weet wat dat is. Maar jij, je weet 't stellig, je moèt het weten. Ik snak naar je.

Is die Tiggers componist par hasard? Ça doit être terrible!

Dezen morgen Donald's eerste brief uit Weenen. Ik zou je hem sturen als zijn handschrift minder grillig, excentriek was, en als vanavond Roland niet kwam voor eventjes. Donald is verrukt over de stad. Wat er kapot is, zegt hij, is repareerbaar. Maar hij zegt mij ook dat hij gedesoleerd is door het contrast tusschen de weelderig levende Amerikanen, Russen, Engelschen, Franschen en – de bevolking, de kinderen die hongerig bedelen aan de restaurants. Ik zal hem vandaag het adres geven van Waldstätten. Mochten zij iets noodig hebben dan kan hij hen vast helpen. Je zult wel begrepen hebben dat hij zeer gewiekst is in het uitbuiten van alle militaire possibiliteiten ten behoeve der "civilisten" en ook zeer geneigd. Als je nog andere vrienden daar hebt geef me dan hun adres. Ik weet wat een militair kan! En Donald zal het zeer graag doen.

Dezen morgen heb ik mijn hoofdstuk beëindigd over de contrapuntisten. De reine drieklank en de groote terts zijn uitgevonden. Nu het volgend dat ik denk te titelen "De aarde wisselt van grond-toon". Wat zegt je dat? Wat zeg je daarvan? Ons boekie telt reeds ± 18.000 woorden! Où est-ce que je vais! Het moet "goed" worden. Ik ben zeer benieuwd naar je oordeel, je opvatting. Want jij moet de eerste zijn die 't leest en critiseert!

Heb ik je wel duidelijk genoeg laten uitkomen (bij dat zonder fout zijn) dat Anny buitengewoon veel-eischend was, absoluut niet in het genre adoration mutuelle, voortdurend waakzaam, altijd "op de loer" om zoo te zeggen, en altijd streng? Dit is, m.i., gelijk het behoort. Ten minste van den kant der vrouw. Niet "tè erg" natuurlijk!!

Je analyse over 't inbreken, zooals men dat tegenwoordig doet, (voor niets, als echte dilettanten) is zeer juist. Maar 't schijnt me dat jij bij me bent ingebroken op een geheel andere manier.

Ik weet nog niet of ik voel voor "leep"! In "sluw" is meer perspectief van intelligentie en instinct en intuïtie.

Vervelend die logé voor je! Het is normaal dat ik dit zie met "leede oogen"! Drommelsch! liever zou ik je logé willen zijn. Ik zal mijn best doen om niet jaloersch te worden, en ik denk dat 't me zal lukken. Ik draag je om den hals. Maar zou je hem niet kunnen overmaken aan Sanders b.v.? Sanders heeft me logis aangeboden voor 't geval ik in Amsterdam kom. Ik zeg je dat zoo maar, begrijp je.

Over dat "vies vinden" gaan we geheel accoord. Voor mij is 't een criterium! Zonderling, die onoverbrugbare afgrond (voor mij) tusschen subjectief goddelijk vinden – jou – éénig vinden – jou – en het terugstootend vinden van heel de rest.

Je t'aime. Je t'aime éperdûment. Je t'embrasse éperdûment,

jij, toeverlaat voor je

Matthijs.

's middags.

Gedineerd met je gort. Vermengd met wortelen. (Er is niets anders te krijgen.) Gekke mixtuur. Toch smakelijk. Mocht je bij geval lust hebben (dat zou korter duren) om Donald zelf te schrijven, ziehier zijn adres: D. van der Meulen, Comité Exécutif Service Auto S.P. 50.481 / B P.M. 601 (Weenen) Maar kun je uit Holland wel met Fransche militairen correspondeeren? Ik mag "Weenen" niet op 't adres zetten. Dat is z.g. "geheim". Hoe gaat dat voor 't buitenland??

(S.P. beteekent Secteur Postal

B.P.M. [beteekent] Boîte postale militaire)

Ik heb hem dezen middag geschreven. Een brief van Weenen naar hier duurt 7 dagen.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA