MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460304 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 4 maart 1946

4 Mrt. '46

Lieve Matthijs, vanochtend geen blauwe brief, ik hoop op vanmiddag.

Gisterenavond hebben we ruzie gehad met Bertus. Misschien vertel ik het je van de week nog, als het doorzet.

Ik hoorde de Hammerklaviersonate gisteren op een recital1 ― houd jij van dat adagio? ik vind het verrukkelijk. Toen het al even bezig was, kwam Tiggers binnen en ik merkte al gauw dat hij zich verveelde; daar ik het tegenover het werk niet te pas vond komen om grapjes te gaan zitten maken, bleef ik heel aandachtig luisteren, tot merkbare, voelbare verbazing van T. Ik vroeg hem na afloop of hij het niet mooi vond en hij zei: nee, ik kan daar niet mee, de kiem ligt hier voor een stilstand in de muziek (ook in de laatste kwartetten), je kunt niet verder. M.a.w. het is hem te transcendentaal. Het is waar dat je niet verder kunt, maar er is geen reden, dunkt me, om iemand een verwijt te maken van zijn vergevorderdheid in het transcendentale. Zijn rechtgeaarde soc. democraterigheid speelt T. daar zeker parten. Ik vond het wel jammer; hij gooide mij een soort van dillettanterig wegzweven op mijn gevoel voor de voeten, waar hij ongelijk mee had, want de uitvoering was daar niet naar, maar als iets nu werkelijk heel mooi is, waarom zou je dan niet eens mogen wegzweven? En heeft zoo'n werk niet het recht op de grootst mogelijke inspanning van onzen kant? Ik vond die verveling van T. een soort van sacrilège en dat zit me nog een beetje dwars. In Moeder's laatste ziekte vond zij het wel eens prettig als ik wat speelde, en dan koos ik òf iets van Pappie of een langzaam deel uit een der sonates van Schubert of dit lange adagio uit de Hammerkl. sonate; voor een stervende valt er heel wat muziek weg, maar hiernaar te luisteren vond zij een genot. Het kan wel zijn dat het me daarom nog te meer hinderde van T.

― Vanmiddag ook niets. Tot straf zal ik nu maar een heel vervelend, nuchter briefje schrijven. Als je dit Vrijdag krijgt, zijn we 's middags bij de Koningin op de thee, met Bertus en Flothuis en een stelletje schilders uit de kringen van het verzet. De volgende week is Bernac in het land en zullen we natuurlijk het een en ander voor hem moeten arrangeeren aan festiviteiten. Daarna, den 18den, komt Peter logeeren, voor 3 weken liefst. We zien er erg tegenop, want J. kan heelemaal niet tegen logés, het is haar al heel gauw te machtig en dan verliest ze de beheersching over haar zenuwen. En het kan er ook eigenlijk niet nog bij, bij de gewone drukte, maar er was geen andere oplossing; bij de Flothuizen heeft hij het toen niet naar zijn zin gehad, omdat het er veel te rommelig was en de kinderen voortdurend over de vloer waren, en andere vrienden bij wie hij logeeren kan heeft hij hier niet meer. (Ik heb het je nu vantevoren gezegd, je hebt dus niets te reclameeren.) Dag lieverd, mijn liefste, ik verheug me maar weer op je omhelzing van morgen en stuur jou eenige welgemeende, klankvolle Bussi

– vvv, jouw

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. Gespeeld door George van Renesse, zo blijkt uit het plakboek met recensies dat Thea bijhield.