MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460221a Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 21 februari 1946

Louveciennes

21 Febr. 1946

Donderdag

Thea!

worden de orders van een soeverein bediscuteerd?

Als ik je soeverein ben dan volg je mijn orders op, en zonder gemor, zonder gemompel, zonder gemurmel!

Ik zal je niet dikwijls en niet veel orders geven. Maar die ik je geef zijn van belang. Geen rebellie! ik ben de stuurman, en de kapitein. Ik geef je nogmaals het order om alles tegemoet te zien met vertrouwen, met een volmaakt geloof.

Weg met de kleinmoedigheid!

Weg met de kleingeloovigheid!

Wij zijn niet minder dan de musschen.

Wij mogen en moeten den durf hebben van de middeleeuwers die zeiden Gesta Dei per Francos. Wij ondernemen geen kruistocht allicht! Doch al wat we samen doen, zullen gesta Dei zijn per Matthaeum et per Theam.

Wij zijn niet minder dan de musschen.

De afzichtelijke, verfoeilijke Zeus was een creatie van het brein der menschen die rondkeken in hun wereld, zagen hoe het toeging, en zich volgens de oppervlakkige feiten een beeld schiepen van de waarneembare macht. Maar veel dieper uit hun ziel, uit de diepste spelonken hunner ziel rees eveneens de figuur van Prometheus. Het is Prometheus die zegevierde. De ware God (de God der musschen) zal immer de bondgenoot zijn van den "Voorziener", van Prometheus.

Dat tooneel tusschen Anny en mij, dat toernooi, van 31 Juli 1944, was niet griezelig. Het was grandioos. Zij wilde haar liefde voor mij vernietigen. En zij wilde mijn liefde voor haar vernietigen. Zij heeft daar vier jaren aan gewerkt. Zij deed dat terwijl, en wijl zij mij beminde. Maar 't is haar niet gelukt. Noch bij haar, noch bij mij. Ik las zoo goed in haar hart. Eerst had zij haar lichaam verwoest, niettegenstaande mijn zorgen van elken dag, en niettegenstaande de orders van haar soeverein. Toen probeerde zij nog dat andere te verdelgen. Ik heb haar laten razen en bijna geen woord gesproken. Te midden harer furie heb ik haar gevraagd of er al dien tijd heelemaal niets goeds aan me geweest was. Zij verbleekte opeens en zweeg. Ik wist wel dat zij tegen zichzelve raasde. Het was verschrikkelijk voor haar, het afscheid.

Neen, Thea, je mag niet zeggen noch denken, dat ik jegens Anny onbewust, zonder nadenken ontrouw pleegde. Anny had vanaf 1940 alles beproefd om mij ontrouw aan haar te maken. Zij is er niet in geslaagd. En gerust durf ik haar daarvoor te roepen als getuige. Zij heeft gekampt met me. Zij heeft absurde en zelfs verraderlijke middelen gebruikt. Maar ze heeft me niet overwonnen. Zij weet dat ik den strijd geen minuut heb opgegeven en altijd hervat heb. Nog een jaar na haar dood was mijn liefde voor jou in tegenspraak met mijn wil.

Prachtige triomph voor een vrouw met een verwoest, afgetakeld lichaam, om onbetwistbaar zéker te zijn van hem dien zij bemint.

Ik heb zoo'n idee dat zij dit waardeert, dat dit haar onuitsprekelijk getroost heeft, en – dat zij mij daarvoor zelfs beloond heeft.

J'aime les beaux triomphes. Ils sont difficiles. Ils coûtent cher. Mais les beaux triomphes ne coûtent jamais trop cher. En, liefste, als Thea zich dit nog eens afvraagt, dan weet zij wat haar "te wachten staat" van haar soeverein Matthijs. Met een teederen zoen voor Thea.

's middags

Wat er in mijn onbewust-zijn in mijn niet-nadenken was valt onmogelijk uit te maken.

Doch alles, zoo goed als alles, betreffende jou werd in mijn onbewust-zijn gebracht, of aangewakkerd, door Anny.

Alvorens te erkennen dat ik je een "leugentje" vertelde over die Blasius zou ik mijn tekst van indertijd eerst eens willen herlezen! Vaststaat dat bij keelpijn geregeld Blasius te pas kwam en bij tandpijn Apollonia! Met nog een ris andere.

Ik ben nog niet goed in mijn sas. Gisteravond vroeg naar bed gegaan (half twaalf) doch kon niet slapen, wegens je aanwezigheid en wegens je afwezigheid.

Met zorg, met teederheid

je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA