MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460129 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 29 januari 1946

Louveciennes

29 Januari 1946 Dinsdag

Ma Petite Théa, ma chatte, mijn lieveling, mon amour,

Wakker geworden met jou in me, en met mij in jou. Ik heb de grootste moeite om mijn daemon, mijn ziel-van-jou die naar je zingend wil uitvliegen, te breidelen en te kortwieken. Ik ben onverbiddelijk geweest en heb in zorgvuldig gebalanceerde phrasen de hydraulis gedefinieerd van Ktesibios, vader van het kerk-orgel en zelfs van het bioscoop-orgel. Entre parenthèses: Ga je wel eens naar de bioscoop, den tempel der Zevende Kunst? Gedurende vele jaren heb ik er stiekum een soort van eer en roem in gesteld dat ik buiten kijf, enkele Papoes uitgezonderd, de eenige mensch op deze planeet was die nimmer Charley Chaplin aanschouwde. Comment trouves-tu un orgueil pareil? Et ça pour un journaliste! Maar toen mijn kinderen groeiden, nieuwsgierig werden, en toen ik hen moest initieeren in de vreugden van hun tijd, heb ik deze exceptioneele positie niet kunnen behouden. Ik zag dus Charley! Ik zag al die andere menschen, mannen- en vrouwen-sterren, ik zag ze in hun gecamoufleerde onhoop of wanhoop, en ik zag ze lachen, de een na de ander, lachen pour ne pas être obligé de pleurer! Sinds mijn educatorische rol voorloopig is uitgespeeld, ben ik teruggekeerd tot mijn vroegere princiepen van versmader der Zevende Kunst. En jij? Een kwestie van gewicht! Maar ik ben in staat, als 't moet, desnoods, om ook met jou, en met plezier, naar de bioscoop te gaan! Toch dacht ik gisteravond op eens (ik dwaal niet af; ik heb je steeds in mijn armen, op mijn knie; want je bent niet te zwaar om op-schoot-te-zitten, kleine, leelijke negatievist; je zult dat leeren, als je wilt tenminste – (ten minste!!) – ik dacht dus gisteravond plotseling: Mijn lieve, arme Thea krijgt nog een paar vervelende, grauwe, verkillende brieven van me op haar dak. Ik schrok er echter niet van. Ik nam dat vrij luchtig op! Onze laatste querelle d'amoureux had als uitgangspunt een verlangen naar liefde, een verlangen naar de best harmonieerende liefde. Klop en u zal worden opengedaan.Ik klop bij jou. Ik ontwaakte met jou. Ik smacht naar jou. Wij zijn eensgezind en goed-gezind. Ik voel, ik heb je in mij.

Maar zeg, liefste, nu "onze realiteit begint" – (waarom liet je daarop volgen "Eng!" in je brief van 17? Ik begrijp die gewaarwording van een beetje terughuiveren, van vage beklemming; maar me dunkt dat je zulke opwellingen resoluut moet smoren, dat je er geen vorm aan mag geven, dat je dergelijke gedachten geen houvast mag verschaffen om houding, om daad te worden) – nu de dag schijnt te naderen waarop wij elkaar niet enkel meer schriftelijk en figuurlijk zullen beminnen, doch in vleesch-en-bloed, zou het uur dan niet ongeveer slaan, dat jij mij op jouw beurt ook een cursus gaf in de uiterlijke, lichamelijke verwezenlijking der liefde, gelijk jij je deze obscuur of helder denkt, wenscht, of zoudt willen wenschen en denken, – zooals ik je eenige cursusjes gegeven heb in de wijzen waarop ik deze verstrengeling zou kunnen zien? Ik zeg dit half-schertsend. Maar ik méén 't. Onze verlangens daaromtrent, onze vooruitzichten moeten accoord gaan. Niet enkel de mijne behooren te gelden. Ik heb mij te regelen naar jou. Maar om mij te kunnen regelen moet ik eenigszins gedocumenteerd zijn, moet ik weten! Ik schreef je zooveel wat doenbaar is! Je las 't. Maar wat heb je graag? Wat heb je nièt graag? Een heel probleem voor me! De inzet der symphonie. De eerste klanken en samen-klanken. Het tempo, het rythme, de kleur, de kracht? Hoe dat allemaal te kiezen tusschen ppp en fff, en alle mogelijke schakeeringen daarvan? Weet je 't zelf? Je trachtend te zien onder dezen hoek merk ik dat ik nog zoo goed als niets van je ken. Elkaars hand grijpen onder verlievende muziek? Ja, graag. Even de welving van je borst zoeken en beroeren, dat ook? En als jij verlievende muziek zult spelen onder vier oogen? Mogen mijn oogen dan vrijen?? Op mijn manier, dat spreekt. Maar ik zou toch best de bevlieging kunnen hebben om je een teederen zoen te geven achter in je hals, of onder je arm. Hoe zou je dat vinden? Van te voren moeilijk te zeggen? Dat snap ik. Je moet me heusch wat onderwijzen. Niet àlles overlaten aan de inspiratie! Ook niet aan mijn intitiatief, of intuïtie! Die kan zich vergissen. Hoe prachtig, als wij konden afspreken, en altijd realiseeren : wat jij verlangt dat verlang ik, en wat ik verlang dat verlang jij. Dat zou gaan als onze verlangens steeds dezelfde tendentie hadden. Maar als zij verschillen? De prioriteit verleenen aan het positieve (het verliefde) verlangen? Hoe zie jij deze dingen? Wat ik zeg lijkt scherts. Maar toch behoort het tot de techniek waarmee men een "geluk", een harmonie verwerkelijkt welke niet enkel éénzijdig bevredigt doch tweezijdig.

Ik wou je nog een paar vragen stellen over je opvaart in dat onweer. Hadt je, terwijl je scheen te vervloeien, te verdampen in het Heelal, toch dat loshangend geometrisch punt blijvend – ja centraal-punt wordend van Alles, en centraal-punt met een buitensporige densiteit en besef van te radieeren – hadt je toen niettemin tegelijk den zacht-woelenden (of heftig-woelenden) drang om te snellen naar een iets of naar een iemand, dat je niet zoudt hebben kunnen noemen, doch waarin jij je gehéél zoudt hebben willen verliezen, oplossen, verdwijnen, alsof je er een duizendvoudig vermeerderd leven mee zoudt winnen? – Heb je dien toestand van opvaart al meer ondervonden, waar, wanneer, in welke omstandigheden?

Het was Geluk, niet waar? Boven-menschelijk Geluk, niet waar? Zooals niemand het je schijnt te kunnen geven, niet waar? En dat je tochzou willen van een mensch, niet waar?

Een teedere omhelzing, mijn liefste, van je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA