MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460126 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 26 januari 1946

Louveciennes

26 Januari 1946

Zaterdag

Mijn lieve liefste Thea,

Sinds ik gisteren mijn brief postte heb ik een voortdurend dringend, groeiend verlangen om teederheid je te geven. Komt het me door een wensch van jou? Misschien. Maar uit mezelf ben ik ook wel reeds zoo. Mijn heele wezen wordt gedomineerd door een quasi organische, physieke behoefte aan éénklank. Die gelijkluidendheid is 't eenige op aarde waarvoor ik alle concessies zou willen doen. En, wanneer ik liefheb, inderdaad doe. Ik weet dus niet in hoeverre jij deelneemt aan dat verlangen. Maar ik heb besloten mij willig, om zoo te zeggen willoos, over te leveren aan elk van je invloeden, en geen enkele reflex-bij-mij, geen enkele reactie-bij-mij te weren, behalve zulke die tegenstrijdig zijn met de liefde.

Neen, ma petite Théa, je brief met "het stoeltje" waar je me wou zien neerstrijken om de ceremonie te beginnen (wat me wel bekoorde) was van 8 Jan. Die andere echter van Vrijdag 11. En dat juist verbaasde me, verwarde, ontstelde me: Dat jij, terwijl ik van ½ 5 tot ½ 10 vervloeide in jou, met jou, "behept" waart met een geheel andere menschelijke fantasie! Ik zou zulk een mysterie, coïncidentie, mechanisch willen kunnen verklaren, begrijpen.

Toch is het goed dat je me daarover openhartig inlichtte. Maar als je weer iets dergelijks te "biechten" hebt, doe het dan explicieter, zoo concreet mogelijk, met alle détails. Want, weet je, ik heb een "verschrikkelijke", extreme potentie van verbeelding. Je hoeft me slechts één woord te noemen, en mijn fantasie vliegt uit in een dozijn verschillende richtingen. Dit is zeer lastig en maakt mij totaal ongeschikt voor ironie, voor scherts zelfs. Mijn intellect immers wéét niet welke richting te kiezen als de meest betrouwbare, de onbedriegelijkste, de waarachtigste. Bovendien leef ik in een "modern" klimaat van amoraliteit, immoraliteit, van methodische indifferentie tegenover trouw, loyauteit, oprechtheid. Wanneer je me dus "biecht" van dat polyandrische, dondersche, salamandersche bed, kan ik mij, met evenveel rede en recht, zoowel het meest onschuldige, argelooze en naieve denken als het meest "erge" en perfide, verraderlijke. Die keuze hangt af van "niets", van niets wat ik intelligent bepalen, determineeren kan. De kwade natuur helt over tot veronderstellingen van het "ergste". Mijn andere natuur zegt me: Thea bekladt zich, zij is zich weer aan 't afkammen. Je ziet dus de moeilijkheid voor mij. Hoe concreeter hoe beter! Ik liet 't me ontvallen tegenover Joanna: "Het is gemakkelijker elkaar te beminnen in werkelijkheid dan per brief"! Jij bent "archivaris". Maar ook ik, op mijn manier, ben dat. Mijn intellect stelt mij "verschrikkelijke" eischen, voorwaarden. Geen enkel archivarisch document echter informeert volledig, voldoende! zooals je weten kunt. Allen zijn betrekkelijk, eenzijdig. Wanneer je dus meent mij te moeten voorlichten, formuleer dan zoo concreet, zoo zakelijk mogelijk. In den volsten ernst. Zonder eenige scherts. Dit lijkt mij voor een goede verstandhouding tusschen ons (zoolang ik je gezicht niet zal zien) een conditio sine qua non. Noodzakelijk. Want, wanneer wij de scherts nemen als grondtoon, dan kan ik ook die tirade van 11 Jan. waarin je schrijft dat je "vuur" haalt uit een brief van me, opvatten als scherts, als ne tirant à aucune conséquence, als puur spel, spelerij. Ik houd niet van spelen met gevoelens; ik verfoei dat zelfs; het is me onmogelijk ze te simuleeren, te fingeeren, onmogelijk ermee te "spelen". Tenzij van aangezicht tot aangezicht. Als de vonken direct overspringen. Als je precies berekenen kunt wat je aan elkaar hebt. En dan nog!

Geheimvol, verwikkeld, onhutsend instrument, de mensch en het menschelijk hart; veel lastiger om te "bespelen", om er ware, mooie, oorspronkelijke tonen aan te "ontlokken" dan aan een piano of een viool. Ik acht me a priori daarin niet handiger, niet begaafder dan anderen. Maar ik zou dat onvergelijkbare instrument altijd gehanteerd willen zien met de grootste oplettendheid, de grootste zorgzaamheid, de grootste nauwgezetheid. Misschien is het dat wat mij vooral ergert in "geknoei", die achteloosheid, die onverschilligheid voor dat in wezen onwaardeerbare, en steeds éénige, unieke, en steeds, ondanks alles, het allerbeste hopende, verwachtende, en bijna nimmer verkrijgende. Ik beweer niet dat de vervulling, de verwezenlijking dezer wenschen van het hart mathematisch in mijn macht ligt! Maar voor zooveel ik kon heb ik ernaar gestreefd. Ik hield ze in 't oog. En als ik faal, of faalde, dan is het immer éérst de natuur van het weergalooze instrument, het menschelijk hart, dat mij wijst op mijn fout en mij haar verwijt.

Laten wij samen trachten, liefste, van jouw en mijn hart het beste te maken.

Heb je nog altijd van die lichamelijke pijnen waarover je vroeger schreef, en welke je me door je brief van 18 Jan. in herinnering brengt? Het schijnt mij, dat wij die samen, zelfs uit de verte, zouden kunnen doen verdwijnen, genezen, als wij dit samen willen. Probeer 't. Ik wil die genezing.

Heden ochtend je brieven van 21 en 22 Jan., waarop dit een echo is. Ontbreekt nog 20 Jan.

Hoe roer je me. Een teedere omhelzing van

je Matthijs

Ik ben over de "uitvinding" van 't muziek-schrift heen. Bijna aan 't jaar 1200! Op de helft ongeveer. Maar den omvang der andere helft kan ik nog niet schatten.

Er is veel, te veel "litteratuur" in Jany. Zijn innerlijk is niet heelemaal open, vrij levend ademend. Op een kier geopend.

Begrijp je niet wat ik "misleidende" omwegen noem? B.v. je beschrijving van dat "flirten" met dien fotograaf.

Toch goed, deze laatste salamandersche episode tusschen ons, en crisis voor me! Ik heb ze beter doorstaan dan de vorige. Dat dunkt me, ten minste.

Breng me nu weer tot de lyriek!

Wie is 't meest echo??

Hoe roer je me! Nòg een teedere omhelzing van je Matthijs.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA