MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19460124 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 24 januari 1946

Louveciennes

24 Januari 1946

Donderdag

Lieve Thea,

Geen post vandaag. Ik heb zoo tijd tot nadenken.

Wij moeten serieus overleg plegen betreffende onze verstandhouding.

Wil het boek, dat ik onderhanden heb, zonder al te veel vertraging gereed komen, dan zal ik genoodzaakt zijn om den cadans onzer correspondentie, en haar volumen, te wijzigen. Jij schrijft vlot en gemakkelijk, doch sommige brieven gelijk je me zei, kosten je nog 2 à 3 uren. Ik daarentegen schrijf langzaam en moeilijk. Je stelt me dikwijls voor problemen en enigmen, die jij kent, die jij al oploste, doch die van mij overpeinzing vergen, en, wat lastiger is, een keuze, een goede definitie (zwart-op-blauw) en een niet al te slordige formuleering, waaraan ik grondigen hekel heb. Dat eischt meditatie, inspanning, tijd...; in 't rythme van één brief per dag kan ik dat niet opbrengen, – tevens dat boek en verschillende andere zaken te beredderen hebbend.

Ik zou ook wel wenschen dat de enigmen, welke je mij voorlegt, een begrijpelijker accent kregen, en in een geheel andere sfeer speelden. Vanaf den aanvang onzer meer intieme gedachtenwisseling (11 Sept. 1945), verjaardag der begrafenis van Anny, (ik schreef eerst 1944) heeft de dubbelzinnigheid, de onduidbaarheid van je woorden mij voor raadselen geplaatst. In de verhalen ook welke je mij deedt omtrent je eigen levenservaringen wist ik nimmer weg. Ik kon ze op een tiental wijzen interpreteeren. En elke manier van interpretatie had kans van foutief te zijn. Hetgeen ze overigens geregeld was. Over 't algemeen vond ik er reminiscenties in van actueele litteratuur, romans, comedies, actueele opvattingen, welke me niet schenen te mogen strooken met het idee dat ik mij intuïtief gevormd had van jou, en welke volstrekt niet overeenstemden met mij, doch welke ik me gedwongen zag vatbaar te maken voor mijn hersens. Altijd verkeerd, ernaast. Dat kòn niet missen. Je hadt altijd de vrijheid mij te logenstraffen, te betrappen op... alweer een vergissing. Onfeilbaar. Dat is zeer begoochelend en... ontgoochelend. Men heeft per slot den indruk van te zijn in een Midzomernachtsdroom, waar Puck je te grazen neemt, je een ezelskap opzet, en zich amuseert. Maar ten laatste (te goeder trouw zijnde als een innocente handwerksman) merk je het, en je... ontwaakt.

Onze gedachtenwisseling, gebaseerd op meeningen, is bijgevolg negatief gebleven. Ik zou dat willen veranderen, wanneer zij moet voortduren. Niet de meeningen zijn interessant, noch interesseeren mij. Meeningen zijn wisselvallig, en onderhevig aan elk denkbaar bedrog, of zelf-bedrog. Het eenige wat geldt en telt voor mij zijn de gevoelens. Zij zijn 't eenige essentieele, determineerende, waarachtige in den mensch. En van je intrinsieke gevoelens ken ik, na vier maanden dagelijksche brieven,... nog zoo goed als niets. In ieder geval niets met een voor mij voldoende, bevredigende soliditeit.

Zie je, dit is teleurstellend voor iemand die, zonder iets anders (au fond) te beoogen, te waardeeren dan kennis der ware gevoelens, kennis der ziel, zich exact rekenschap geeft

als Matthijs

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA