Matthijs Vermeulen
aan
Thea Diepenbrock
Louveciennes, 22 januari 1946
Louveciennes
22 Januari 1946
Dinsdag
Liefste,
Alles een blanke droom. Ook het woord dat ik schrijf. De aarde, wat ik zie, in een befloersten spiegel. Niets verroert, dan een spiraal, een waas van rook uit een schoorsteen, ginds, in de witte, nevelige verte. Geruisloos. Ook jij. Als de vogel die daar op een afstand voorbijvliegt, met het geheim van zijn hart, van zijn verlangen, dat ik niet ken. Klos, klos van een paar klompjes op den weg, daar vóór me. Het geluid vervaagt. Een ander geheim dat ik niet ken. Nimmer kennen zal. En ik: bijna immobiel. Ik luister, naar jou. Ik weet niet wat ik hoor. Mijn eigen stille zelf? Jou? Even schimmig als mijn geruste ik, mijn gelukkige ik in dezen droom. Vanochtend je brief van 17. O, het zal moeilijk zijn, ik weet het wel. Maar wat doe ik hier? Op deze wereld, waar ik tot mijn verwondering nog ben? Ik maak dat boekje. Ik volg de wenken die ik krijg. Ik doe wat "men" mij te doen geeft. Alles, ja alles, is van zóó weinig belang in den spiegel der eeuwigheid.
Hoeveel zou ik je willen zeggen! Vandaag!
Maar hoe echo jij op
je Matthijs?
Merci voor de uitknipsels, merkwaardig, het modelleerende voorbeeld eener architectonische figuur als Cuypers, en diens invloed op de zelf-vorming eener muzikale psyche als A.D. Over de spiritueele relaties tusschen muziek en architectuur, gesymboliseerd in de fabel van Amphion, heeft Valéry boeiende beschouwingen gepubliceerd. De citaten uit brieven van A.D. lijken mij psychologisch van buitengewone strekking. Bestaan er andere?
Mijn werk als "bibliothecaris" van Maneto (of Buma) zou volgens Sanders twee dagen per week eischen. Ce ne serait pas la mer à boire. Et même si c'était la mer amère!... Qu'importe...
Ik stelde mij dat redacteurschap in Sanders' tijdschrift niet voor als "journalistieke" arbeid. Ik kan me vergissen. Het honorarium is ridicuul. Wat maakt dat!
Je hadt die hooge bomen in den rossig-paarsen avond wel graag opgeteekend als achtergrond van liefde... en trouwens ze bleven je bij. We zijn 't dus eens, dunkt me, over de hoofdzaak: correspondentie, passend of minder passend, tusschen zielstoestand en omgeving.
In harmonie; 10 à 12 koude gedurende zes dagen. Niets bevroren. Buizen buiten, in de open lucht, onbeschermd. De eerste keer sinds tien jaar dat ze niet bevriezen.
Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA