MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451218 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

18-20 december 1945

18 Dec. '45

L.M. ik ga het 6e kwartet van Bartok hooren, tijdens den oorlog gemaakt. Sanders zegt dat het een première voor Europa is (de menschen noemen dat "een Europeesche première" – ik heb altijd een gevoel alsof dat een verkeerd gebruik van dat adjectief is, heb ik daar gelijk in?) Ik zie er een beetje tegen op. Vroeger had ik de arrogante gedacht dat ik geen moeite had met moderne muziek en ik had altijd mijn oordeel dadelijk bij de hand. Maar door al die jaren niets-hooren, voel ik me onzeker geworden.

Woensdag in den trein

Dit kwartet is werkelijk de moeite waard. Ik ben benieuwd hoe jij het zult vinden als jij het ook eens hoort. Het slot is heel aangrijpend. Het laatste deel (Mesto) is eèn voortdurende klacht en dan eindigt dat met enkele arpeggio's van de cello (tegen een lang aangehouden toon van de andere instrumenten) die als een smeekbede zijn: zal er ooit nog eens een schoonen dageraad gloren? Dat gaat je door merg en been. Zou jouw muziek nièt melancholiek zijn? Ik ken geen moderne muziek die vervoerd is of hymnisch is. Ik zit daarop te wachten.

Ik ben op de terugreis van Hilversum, waar ik Sondaar voor de radio begeleid heb. Ik kon het je niet laten weten, omdat ik ingevallen ben en het dus pas sinds een paar dagen wist. Bovendien is Hilversum niet te hooren bij jou, denk ik, de zender is te zwak, Leipzig schreeuwt er doorheen. (De aankomst van S. had ik je niet kunnen schrijven vantevoren, want hij kwam met een militair vliegtuig, waarover de K.L.M. je niet kan inlichten. Wij moesten dus een telegram van hem afwachten, dat pas een dag te voren kwam. Ook had ik tegen Greet gezegd, dat ik niet per se met haar mee zou gaan, alleen als het met mijn uren te schikken was.)

Dit briefje wordt langzamerhand wel erg onaesthetisch. Ik ben staande aan het schrijven en kom zoodoende goed mijn tijd door. Ben ik al te laat met je een gelukkig Kerstfeest toe te wenschen? Ik bedacht het ineens vannacht dat het al zoo gauw is. Misschien heb je mijn kaarsjes, dat is dan toch een aanwezigheid.

Donderdag.

Gisteren geen brief, zooals te verwachten was.

Ik ben met Kerstmis misschien alleen. J. gaat misschien naar Utrecht, wat nog nooit gebeurd is, het leidt er zoo toe, met andere afspraken komt het het beste zoo uit. Het lijkt me wel ongezellig, maar als ik dan aan jou ga zitten schrijven is het toch weer niet ongezellig, integendeel. Misschien moet ik me ook wel over de een of andere eenzame ziel ontfermen. Als het moet, moet het en ik zal me dan toch door alles heen met jou bezighouden. Naar de Nachtmis ga je zeker niet? Dag liefste, ik hoop dat je zonder torment bent. Ik wil je altijd troosten als het noodig is.

Je

Thea