MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451218 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 18 december 1945

Louveciennes

18 dec. 1945

Lieve Thea,

Wederom brieflooze dag. Krijg ik opnieuw een heele bezending tegelijk in mijn hermitage? Welken klank zal zij hebben? Hoe gaat 't bij jou, in jou? Dat zijn vragen die ik me doe terwijl ik mij, in de malschen zuider-wind, een beetje voel als een genezende. Gisteravond zei ik, met een zeker vertrouwen: "Wees lief, Thea, en arrangeer dat." Naïef, hè? en een tikje onnoozel. Het "ongeluk" is, dat ik besta uit twee zeer verschillende, tegenstrijdige personnages; 't eene verstandig, redelijk, geordonneerd, behoedzaam, zoo wijs als kan; 't andere primitief, wild, bandeloos, wat men noemt demonisch, of juister en mooier, litterairder, "daïmonisch". Dat andere bakt 't eene voortdurende poetsen; en 't eene probeert dat andere voortdurend te temmen. Ik verbeeld mij nu dien brandenden, teugelloozen demon den nek omgedraaid te hebben. Maar ik moet oppassen. 't Is geen gemakkelijke operatie. Dat kan niet letterlijk geschieden, enkel figuurlijk! Hij verzet zich, hij lijdt, hij kreunt. Ik heb hem echter in mijn macht nu. Hij zal me niet meer dwingen, om je extravaganties, "idiotigheden" te schrijven gelijk vorige weken. Mijn verstandige personnage vindt dat afschuwelijk. Het zei je reeds, in een zijner eerste brieven, na die lange stilte, dat er iets "zwaar gewond" was in hem. Hij is niet gemaakt voor den dood, noch voor de smart, noch voor den toorn of de isegrimmigheid. Hij heeft ze nooit willen vertolken. Maar dwaal ik weer niet af? Wat ik eigenlijk wil zeggen is 't zelfde als gisteravond: het verstandige personnage vraagt je te mogen rekenen op die "gevoelens van vertrouwelijkheid, van zachte aanhankelijkheid, van een trouw toegedaan-zijn, ja, wat nog meer?" welke je me schreef in den avond van 5 dec. Ja, laat daarop rekenen je (genezende)

Matthijs

De seringen hebben reeds dikke, ros-groene knoppen. Wij gaan naar de lente.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA