MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451215 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 15 en 17 december 1945

15 Dec. '45

Lieve Matthijs, ik heb er vannacht nog veel over nagedacht of ik iedereen die niet zoo sterk als jij is maar mag veroordeelen zooals jij dat doet. Als we samen aan het praten waren, zou ik je vertellen van allerlei menschen uit onzen kring, waar ik nare, ellendige dingen van gezien heb, die ik veroordeelde, waar ik van walgde, maar die me ten slotte toch hebben doen zeggen: ik mag de eerste steen niet werpen. Want wat weet ik van de kracht hunner bekoringen, wat van de krachten die zij daartegenover te stellen hadden. Misschien is het geknoei in de liefde van zoovelen niet erger dan dat ik, ’s ochtends wakker wordend en ziende dat het tijd is om op te staan, nog een kwartier in bed blijf liggen. Hoe kunnen we dat afmeten? Jij hebt het recht streng te oordeelen, omdat jij iets heel bijzonders tot stand gebracht hebt.

[volgt 19451216]

Maandag.

Heb je nu tusschendoor de kleine blaadjes gelezen? Het is ruim 7 u. 's ochtends, ik heb mijn stukkie geschreven en wil hier nog even een eind aan maken om het op de bus te kunnen doen straks. Ik zou het fijn vinden als je ook schreef over D. als dirigent, het ergert me altijd ontzaglijk dat hij als zoodanig niet au sérieux genomen is, omdat er wéér het vreeselijke onverstand en de mediocriteit van de menschen uit blijkt. De huidige maatslaanders zijn weèr maatslaanders – Toscanini is toch, geloof ik, wel de eenige, hè? Ik heb hem maar eens gehoord, man dat was toen geweldig. Dat was het Requiem van Verdi in de Weensche Opera ter herdenking van den dood van Dollfuss. Ik heb daar een ongelooflijke herinnering aan. In Pappie's brieven is over het dirigeeren niets te vinden. Hij heeft het wel eens over Mengelberg of Verhey, waarin ze tekortschieten, maar heel weinig omschreven. De oude A. Th. was familie van de D.'s, zij kwamen veel bij elkaar aan huis en de soort katholiciteit zal wel overeengekomen zijn. Pappie moest anders van den ouden Prof. niet erg veel hebben, Pappie was toen met zijn N.G.-vrienden natuurlijk een beetje uit de band springerig. Maar het is zooals je zegt: hij was geïmpregneerd met Katholicisme, het was zijn bloed. (Als ik dat wel eens tegen menschen zeg, vragen ze of ik nat. soc. ben geworden – flauw hè?)

Ben je je kolder kwijt, domme Matthijs, dat je me niet zou mogen omhelzen? Waar haalde je dat nou weer vandaan?

vvv ja?

je Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA