MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451214a Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 14 december 1945

Louveciennes

Vrijdag

14 dec. 1945

Liefste,

Dezen morgen je brief van Maandag 10 dec.

Ik begrijp nu alles. Op Dinsdag, toen die vernietigende orkaan in mij losbrak, was je met S. [Stadlen] in Den Haag. Merkwaardig staaltje van voeling-uit-de-verte, van overbrugging der afstanden. Als zoodanig ben ik tevreden over mijn menschelijke mechaniek. Zij werkt gelijk ik wensch. Maar die drie dagen van storm zijn moeilijk geweest; elke beschrijving te boven gaande.

Er is iets gepredestineerds tusschen ons. Dat schijnt me onloochenbaar. Zulke contacten zijn uiterst zeldzaam. Zeer weinig levenden zijn daartoe in staat. Nauwer psychisch en physisch verband tusschen twee wezens is ondenkbaar.

In mijn huis heeft niemand iets van mijn storm bespeurd. Ook daarover ben ik tevreden. Ik had me moeten beheerschen tegenover jou en die drie afschuwelijke brieven niet moeten schrijven. Maar dan hadden we geen "wetenschappelijk" bewijs gehad. Dit is voorloopig de eenige goede kant van mijn zeer onkoninklijke zwakheid.

Ik zal rustig afwachten hoe je die uitingen van mijn torment opneemt. Je zoo toe te spreken verscheurde me zelf. Doch het moest. C'était plus fort que moi. Je hadt misschien beter gedaan met me van te voren te waarschuwen voor zijn aankomst. Dan hadden we echter weer geen bewijs gehad. Je vermoedde niets. Dit is duidelijk. Ik geloof nu ook niet meer (??) dat er voor mij aanleiding bestond tot jaloerschheid. Maar die buitensporige antipathie van mijn binnenste tegen S. blijft me een raadsel. Het hindert me zelfs dat dit beschamende ongeval mij berokkend is door een zoon van Abraham. Ik, die ondanks de lessen van je vader, nimmer anti-semiet heb willen zijn, omdat ik observeerde dat er geen enkele Joodsche mismaaktheid is welke men niet even wanstaltig terugvindt bij de huidige christenen! Mijn binnenste schijnt daarover een geheel andere opinie te hebben. Het is onverzettelijk anti-semiet.

Gisteravond had ik "het" (mijn soevereine, liefhebbende ik) eindelijk onder den knie. Wat een strijd! Liefde van je of geen liefde van je was mij onverschillig geworden. Ik had de vlag kunnen hijschen. Ik bereikte de andere zijde der mogelijke extase, en je verwachtte niet minder, hoop ik, van iemand die beweert zijn wil en zijn aandacht te oefenen, en die doet alsof hij beschikt over de ambtenaren der electrische centrale van Parijs! Maar ik ben voorzichtig. Alles wat me gebeurt is begonnen met een vibratie van je. Een nieuwe vibratie van je zal me dus weer grondig kunnen wijzigen. Ik laat je die macht gaarne, hart van mijn hart. Hoe zul je haar gebruiken?

Je evocatie van het wintersche Kerstmis-Oostenrijk is zeer mooi. Ik luister daarnaar als naar Bruckner die me liever is (dieper, weidscher, gecondenseerder in zijn goddelijke innigheid) dan Schubert, en die door niemand goed begrepen, gedirigeerd wordt. Hoe kom je er in 's hemels naam toe om te denken dat je niet creatief bent? Is dat onder invloed dier verfoeilijke moderne terminologie als inferioriteits-complex e.d.? Het gevaar dezer termen is dat je zoo'n inferioriteit slechts behoeft je te verbeelden en je bent ermee behept.

Om mijn emotie niet te verraden in mijn schrift moet ik mijn letters teekenen, een voor een. Ik beken het je. Die macht bezit je over mij. En al wil ik je kunnen missen, je kunnen verliezen, en wat je ook doet met mijn liefde, een deel van je, het beste echtste deel, zal over alles heen vereenigd blijven met je

Matthijs

Wederom lente hier; zon en luwe lucht.

verlangen zonder wensch = dermate gelukkig verlangen dat het elken wensch

naar vervulling vergeet, voorbijstreeft.

Met zulk een verlangen zou men door het leven

kunnen gaan zonder wensch.

Doch zulk wenschloos verlangen te vervullen zou

het hoogste geluk zijn.

Waarom las je voorbij, in mijn brief over de artikelen, langs "neiging tot tranen"? dat voor mij zóóveel inhield; een kleine reactie daarop van jou had alles kunnen verhoeden, heelen, genezen. – Ik zeg ook: peccavi. –

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA