MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451126 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 26-27 november 1945

26 Nov. '45

Lieve Matthijs, wil je mijn "doening" van vanmorgen weten? Wasch geteld, bedden opgemaakt, vreeselijke rommel in de slaapkamer en in de achterkamer opgeruimd, kachel uit gepookt, met stoffer en blik en stofdoek gewerkt, planten mest gegeven, geldzaken behandeld, een paar kattenbellen geschreven, ½ 12, blauwe brief gelezen, nòg eens gelezen, melkboer (!) geholpen, blocje ter hand genomen (in ijzige waterkou – kachel vanmiddag pas aan voor de lessen).

Wat akelig van dat zinnetje van Bertus, ik bedoel voor Anny. Ik zit toch met die boete van A. in de knoei: die realiteit, dat was niet alleen zij, maar dat was ook E., want als E. er niet was geweest of zich beter had weten terug te trekken, had je aan de Telegraaf kunnen blijven. Zou A. dat niet zoo gezien hebben? Zagen A. en E. elkaar in den eersten tijd van jullie huwelijk? E. heeft ook geweldig geboet, maar misschien (ik weet dat niet) alleen wegens haar schuld tegenover D. En heeft M. ook niet geboet door dat loonslavenwerk? Dat was toch ook nog een gevolg van het geval met E.? – Toen ik dien brief van je kreeg over die 4 hoofdletters, had ik te weinig tijd om hem goed tot me door te laten dringen (dat gebeurt maar zelden, hoor, maar toen was het zoo) en erop te antwoorden, ik heb toen alleen het zacht-worden van Matthijs eruit gepikt, maar later heb ik hem nog eens overgelezen en erover nagedacht.

Wonderlijk dat je je nu pas afvraagt of je mee fee mocht noemen. Doordat het allemaal openlijk gebeurde, leek het zoo onschuldig; toch was het wel een verplaatsing, hoe klein ook, van de lijnen van het meesterwerk. Ik kan dat niet anders zien. En kun je nu begrijpen, dat ik dit wat er nu gaande is, langzamerhand zag aankomen en dat ik wel eens bang was? Er werd van mijn tactiek wel het een en ander gevraagd: over de intimiteit die wij toen al hadden, moest ik altijd iets van koelheid spreiden. Heb ik dat sindsdien afgeleerd? Of zit dat er zoo in van oudsher? (van oudsher ook met de andere mannen). Zeker word ik zacht voor je wakker, en niet een beetje en niet met het verstand, maar met het hart! En hoe zou ik den "drang naar geheele samenklank met een menschelijk hart" niet hebben? Het kost me alleen heel veel moeite om in de verwezenlijking van zulk een stoutmoedig verlangen te gelooven. Jij gelooft erin en bent meesleepend in je geloof! (Gebaarloos gebarend in je meesleeping?)

Wat ik in Loenen bedacht had, ben ik weer kwijt. Ik geloof de samenhang tusschen het openstaan voor alles, het overgehaald passief-zijn, en het niet-creatief-zijn. Maar het ging, dunkt me, nog verder. Misschien valt het me weer eens te binnen. Voor ascetisch geld ik gewoonlijk wel. Daarnaast heb ik een neiging tot frivoliteit, als je het zoo noemen wilt.

Boult vond ik nogal middelmatig. Eerst dacht ik – en dat had ik vroeger ook al eens gevonden – "een goede dilettant"; later viel de techniek me erg mee, maar saai was het wel, vond ik. Over het algemeen wordt er gunstiger over geoordeeld. Maar is dat politiek? Britten heb ik in 1938, toen ik in Londen een kamermuziekstuk van hem hoorde, afgemaakt. Het was zoo erg gemakkelijk, in de smaak-vallerig, met een Wiener Walzer erin en een aria italiana... Hij wordt algemeen voor de begaafdste van de Eng. componisten gehouden en Reeser heeft nu net in Londen muziek van hem gehoord, bij een stuk over den H. Antonius, die hij bijzonder mooi vond, a cappella-koren. Reeser heeft ons ook wat voorgespeeld van hem en van andere Eng. muziek, die hij daar gekocht had; ik kon niet zeggen dat ik het veel zaaks vond. Iets van Tippett vond ik nog het meest vertrouwenwekkendst.

Dinsdag.

Heeft Monnikendam toch het posten in de war geschopt? Vanochtend geen brief. Misschien vanmiddag. Heerlijk, de zon komt door. Engeljan hakt hout, het neefje van Koos komt niet opdagen. Het zou nu lekker zijn om te wandelen samen. Heb je een soldatenjas aan? Armpje in armpje op stap.

je Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA