MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451124 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 24-26 november 1945

Louveciennes

24 Nov. 1945

Lieve Thea,

jij, mijn eigen hart wordend,

en elken dag meer.

De Hemel is mijn getuige dat je niet boos behoefde te worden, kleine feeks. Ik zal niet beweren dat ik geen zweem van snooden toeleg had, dien dag terwijl ik je het verhaal deed van mijn betooverde geit. Maar zeker niet bij het schrijven der paar regels welke je aan 't zieden brachten. Ik wou je alleen even zeggen dat de tien en de vijf geboden in den loop der eeuwen met belangrijke variaties geïnterpreteerd zijn. Herinner je b.v. dat in de XVII en XVIII eeuw aan acteurs en actrices de kerkelijke begrafenis geweigerd werd. Het Vagevuur, waar je me onlangs naar vroeg, is een instelling van ongeveer het jaar 1200. Vóór dien tijd ging je in Abraham's schoot of naar den Prins der Duisternis, en niemand kon aflaten verdienen. Ik zou nog honderd andere voorbeelden kunnen citeeren. Ik viel, helaas, op Maria van Magdala, omdat ze klassiek is. (Mijn licht ging uit; word nog niet boos!) Natuurlijk had dat geen zier met jou uitstaande. Doch met de kerk-wetten. Er is ook nog een Egyptische Maria, die aan den oever van ik weet niet welke rivier aan den veerman haar tol betaalde met haar lichaam om overgezet te worden, en men verklaarde haar heilig. Dat zou nu niet meer gebeuren. Je ziet dat ik in verleiding ben om je weer aan 't koken te maken. En weet je waarom? Het was bij die gelegenheid de eerste keer – en de eenige – ! dat je wou wegsmelten in mijn armen. Wat mijn fameuze lyriek niet vermag, dat bewerkte mijn idiootheid. Want idioot was het van me om een brief te sluiten met dergelijk geschoolmeester. Te beginnen ook trouwens. En nu moet ik je nog uitleggen waarom "het me niet verwondert dat alles je egaal is, hetzelfde." Welk een ongelukkig zinnetje! Hoe me daaruit te redden zonder dat je mij vraagt wat ik me wel inbeeld? Ik kan 't niet meer verhelpen. Alles moest je egaal zijn, leek me, omdat iedereen "hetzelfde" was: iemand die je al van buiten kende, en van binnen, jij met je helderziendheid, nog vóór hij zijn mond had opengedaan, gelijk men zegt. Je had eindelijk wel eens iemand van je eigen kaliber willen tegenkomen. Niet altijd "hetzelfde".

Helderziend ben je stellig. Maar je mag niet denken dat je "fin de race" bent omdat je "weinig occult" zoudt zijn. Een type als Villiers de l'Isle Adam (en ik zou je er nog een dozijn anderen kunnen noemen), was "fin de race" en sterk georiënteerd naar het occultisme. Ik kan je ook een dozijn andere occultisten opsommen, die heelemaal niet fin de race waren. Je parallel gaat dus niet op. Ik heb er geweldig tegen dat jij je als een soort van decadent beschouwt en telkens wanneer ik dat hoor zal ik het wegredeneeren. Ik waarschuw je van te voren. Wat mij in je visie dier liefdesverklaring van je Weenschen vriend(is 't Stadler?) trof, was die gele chrysanth. In de symboliek der bloemen (die heeft de slechte reputatie van iets onnoozeligs, iets bakvischachtigs, maar ze is zeer oud, en ze is vast niet onnoozeler dan de symboliek der edelsteenen waarover zooveel impressionneerende gewichtigheden geschreven zijn) in de symboliek der bloemen heeft de chrysanth altijd, in alle kleuren, een ongunstige beteekenis. Dat wist je vriend waarschijnlijk niet. Jij waarschijnlijk evenmin. Je moet met zulke dingen immer voorzichtig zijn. Dat kon dus niet goed afloopen. Zou er waarheid liggen achter die antieke, traditioneele, min of meer vergeten en verguisde vermoedens? En wat voor waarheid? Dan zou men moeten veronderstellen dat een zekere vibratie der bloem of van een edelsteen sommige zeer subtiele, sensitieve "snaren" van den mensch kan beïnvloeden. Geen occultisme, doch heel gewone, maar nog onbekende physiek. Ik voel veel voor die hypothese. Als ik tijd heb zal ik je eens het telepathisch verkeer vertellen dat ik jarenlang gehad heb met een werkelijk buitengewone kat. Maar als je vriend een niet-funeste, een gunstige bloem gekozen had (zonderling dat je ze van te voren zag!) zou dan jullie ontmoeting anders verloopen zijn?? Dan was ik nu niet bezig je dezen brief te schrijven?? Maar ik kan die bloem gerust erbuiten laten. Is het niet fantastisch dat van een kleine gemoedsbeweging bij jou toen reeds mijn geluk van dezen avond afhing? Er is niets verwonderlijkers, duizelingwekkenders, vind ik, dan de causaliteiten van een leven, van een gebeurtenis, tot in 't fijnste, het miniemste uit te spinnen. Je hebt het gevoel, de bedwelmende sensatie, van over een koord te wandelen op duizend meter hoogte.

Neen, je vertelde me nog niet van dat bundeltje van Moréas. Doe het. 't Is nu één uur. Ben je al in bed? Ik had vandaag den ganschen dag een mij door en door ontroerende behoefte om lief voor je te kunnen zijn. Kwam dat van jou? Heeft het je bereikt? Slaap lekker, mijn fee.

Zondag 25 nov.

Den ochtend doorgebracht met het boekie, na me losgerukt te hebben uit je verwarmende, exalteerende nabijheid. Nog even ontroerbaar voor je als gisteren, bij elke gedachte aan je, met dien wensch om lief te zijn voor je; soms schroeiend. Waarom? Doch ik had den didactischen toon noodig, niet de lyrischen. Dat was vroeger de moeilijkheid en de misère toen ik journalist was. Wanneer ik 's morgens lyrisch wakker werd moest ik dezen toestand eerst overmannen, de kop indrukken. Ik heb wel eens getracht dit aan den een of den ander uit te leggen. Maar niemand kon dat begrijpen. Alsof niemand lyrisch wakker wordt. – Daarna gegeten. Voor de derde maal erwtensoep. Gala. Want dit gebeurt slechts ééns in de zes maanden. Waar gaan alle erwten naartoe? Wat doen de koeien? Wat de kippen? Ik weet het niet! – Vervolgens in den tuin een muisje gered uit de tanden mijner vriendin die juist met mij geluncht had. Ik moest mijn verleidelijkste tonen aanslaan om haar te naderen en verstrooid te maken. Het beestje had de kleur van een dor blaadje. Nadat ik de kat gevangen gezet had vond ik het nog op dezelfde plek. Het was bewegingloos van ontsteltenis. Pas toen ik het aaide ging het op den loop. – Toen ben ik hout gaan zagen en hakken. Per slot heb ik een bezoek afgelegd in het onderaardsche hol mijner revolutionnaire patatten en nieuwe gewaarwordingen opgedaan. Want verbeeld je: in denzelfden hoop, van dezelfde soort, en onder dezelfde atmosferische omstandigheden varieeren de spruiten van twee millimeter tot vijf centimeter, en sommigen zelfs hebben géén spruiten. Ik kon niet anders doen, na eenig overleg, dan daaruit concludeeren dat tot onder die knullen van aardappelen de individuen verdeeld zijn in temperamentvollen en sloome duikelaars, in voortvarenden en lakschen, en dat zich zelfs onder hen volmaakte nullen bevinden. Geen gelijkheid dus, noch physische, noch psychische, ook niet bij de kartoffels. En ik had veel lust om de inegaliteit te verheffen tot een der groote natuur-wetten. – Om mijn middag te eindigen heb ik nog even getoerd en rondgekeken in den tuin. Ik zag overal de aarde weer doorzeefd met kleine terpjes van kruipend gedierte dat streeft naar 't licht. De temperatuur zal dus voorloopig nog zoel blijven. Elken avond ontmoet ik in het bosch ook nog wit-grijze nacht-vlinders. Ik zie ze tegen mijn ramen. Zij willen zich bij mij [doorgehaald woord] ... zooals ik mij wil bij jou.

Ik ben nu gekomen tot die passage van je brief, waar je, mijn woorden aan Josquin, un seul signe de toi, et je marche, herhalend, mij vraagt: "tegen mij zeg je het niet?" Je gooit er dat zoo maar tusschen door in je gekeuvel, en je weet zéker, liefste, dat 't voor mij een eenigszins plechtige vraag is, welke in mij de diepste resonanties oproept. Ik schipper dus niet en ik antwoord je: Oui, si tu peux me faire ce signe, je marche. Zooals ik bemin te beminnen, – jou, en den Goddelijken Geest in jou, – zoo bemin ik te gelooven. Er is niets, of maar zeer weinig, in de Vier Evangelies, dat ik in zijn letterlijkste beteekenis niet geloof. Er is geen enkel voorschrift in dat ik niet opvolg. Ook de meest verwaarloosde. Ik heb b.v. niet gewild dat mijn kinderen mij Vader noemden omdat ergens geschreven staat dat men dezen titel slechts geven zal aan den Hemelschen Vader. Er staat eveneens dat men hem moet bidden in 't geheim. Ik doe dat sinds lang, en jij bent de eenige die het weet. Het lijkt mij daarom dat wij ook in dezen kring van ons ziele-leven niet gescheiden zijn en naast elkander gaan. Een paar formaliteiten wegen voor mij niet zoo zwaar. Wanneer jij een paar formaliteiten zoudt wenschen zal ik mij daarin gaarne schikken. Ik hoop ook dat ik je niet kwets met deze uitdrukking. Als ik je mijn liefde beloof is dit voor mij het hoogste sacrament. Wil jij er nog een andere wijding bij dan stem ik zonder aarzelen toe. Ik heb niets van een anti-clericaal. Zeer gaarne zal ik je vergezellen naar een Mis of een Lof waar goed gezongen wordt. Ik heb de Kerk niet verlaten omdat haar geboden mij te moeilijk vielen. Maar omdat ik voortdurend de meest – ik zou haast zeggen diabolieke – fatale richtingen geconstateerd heb in haar bestuur. Is het je b.v. bekend dat het katholieke Duitsche Centrum met al zijn kracht heeft bijgedragen tot de bewindsverovering van Hitler? Men verzwijgt, men vermoffelt dat gewoonlijk. Maar 't is een historisch feit. Is het je bekend dat de lijkverbrandingsovens, waar men mannen, vrouwen en kinderen stookte, dienden tot verwarming der administratieve gebouwen? Voor mij is er verband tusschen 't een en 't ander. Tijdens de Duitsche bezetting was er in de gevangenis van Fresnes, bij Parijs, een priester (een Luxemburger!) die het biechtgeheim schond en de inlichtingen welke hij van zijn biechtelingen verkreeg overbracht aan de Gestapo. Ik zou je nog meer kunnen voorleggen van dergelijke, tragische afdwalingen. Begrijp je dat zulke bevindingen mij gruwelijk wonden? Meen je niet dat, wanneer ik b.v. de Missa Solemnis hoor, zooals een poos geleden nog, of wanneer ik jouw lieven wensch voel, meen je niet dat 't mij dan smart om mijn volledige instemming op de uitnoodiging van dien zang en van jouw wensch niet te kunnen geven? Maar als je denken mocht dat het teeken waarmee je mij wenkt me niet ver genoeg voert, dan zou ik zeggen: heb een beetje geduld, een beetje indulgentie. Wie weet? Ik zie ons voorloopig heel goed als b.v. de vader en de moeder van Augustinus, en stellig ben ik minder "heiden" dan die vader. Maar jij zult zeggen: "Enfin, het is zoo ver nog niet!"!

Zondagavond 25 nov.

Pas een half uur in 't donker gezeten tot dusverre.

Ik moet je nu nog ophelderen waarom ik je voeten wil zoenen...! Wat ik daaraan heb! Natuurlijk, dat dient tot niets! Maar vindt je niet dat de liefde (wil je er wat aan hebben...) een blijmoedige, opwekkende, spontane (dat ligt voor de hand), gefantaseerde, gevarieerde ceremonie moet zijn, zoo iets als een ballet, een tooneelspel, een religieuse handeling (onder die drie vergelijkingen zou ik verreweg 't meest voelen voor de religieuse handeling want ik kan me geen schoonheid voorstellen die geen adoratie mee brengt) dus een liturgie, waarvan verschillende scènes "desnoods" gemist kunnen worden (als je een slecht auteur bent, als je geen inventie hebt, als je maar wat knoeit) doch waarvan alle scènes (bij de goede auteurs) bijdragen, ten eerste om 't hoogtepunt van de bedrijven, de ontknooping... zoo lang mogelijk op te schorten (want verlangen is reeds een groot geluk) tweedens om tot de centrale actie met een nimmer verflauwende spanning in te leiden, derdens om aan den climax een behoorlijken luister te verleenen, en vierdens om het concert tot beider voldoening en zaligheid te laten eindigen? Daarom wil ik (o.a.!) je voeten zoenen!

Wat zeg je van zulk een zin, dezen cursus in miniatuur?! Ik heb onder 't schrijven geglimlacht en doe 't nog. Ja, ik ben den ganschen dag alleen, elke dag is als de vorige dag ("vandaag als gisteren... etc.) en niet enkel vliegen de dagen voorbij, niet enkel verveel ik me geen seconde... met jou, doch liefst zou ik geen seconde iemand anders bij me willen hebben... dan jou, ginder en hier.

De theorie van Bertus over "de essens der melodie" is pure nonsens. Om portamento's te hooren hoef je niet naar babies te luisteren, die kun je nog veel geslaagder observeeren bij krollende katten in de dakgoot en bij jankende honden aan een ketting. (Trouwens "mijn" babies hebben – juist floept 't licht uit – steeds intelligente geluiden gemaakt; nooit gehuild; alleen met Roland heb ik een beetje moeite gehad; dat behoorde bij 't meesterwerk! je gelooft me misschien weer niet?) Het bewonderenswaardige is, en de kunst was, het humane, bij den eersten mensch, om een zuivere quint, een zuiver octaaf te intoneeren, dat je nergens in de hoorbare natuur aantreft, en het te definieeren. De rest is "vulling", bijzaak. Een portamento is niet intelligent, want niet meetbaar.

Hoe moeilijk, als dat licht uitflapt, om niet te koken, niet te zieden! Midden in een woord!

Je bezit een loffelijke imaginatie. Maar je las me verkeerd. Om me 's morgens te scheren heb ik electriciteit noodig; doch enkel om te zien. Ik bedien me van een prehistorisch veiligheidsscheermes der firma Gilette. Onverslijtbaar. Maar electrische scheermessen zijn geenszins Duivelsch!

Je bent natuurlijk te eerlijk om met die miserabele belastingbiljetten te smokkelen? Op dit gebied ben ik zakenman (hoewel niet deftig) en zette ik alle scrupules op zij. In een democratie, zoo redeneer ik, en de moderne monarchieën zijn slechts gecamoufleerde democratieën, = L'Etat c'est Nous. Dus benadeel ik mijzelf, al smokkelend. Hetgeen mag!

Hoe ik dat overplaatsen zie van jou in mijn stilte zeg ik je een volgenden keer. Het is laat geworden met die tweede dompeling in 't donker. Ik zoek je langs... om te weten wat ik zou willen zoenen. Ik vind niets, omdat ik alles zou willen. Slaap lekker, liefste.

Maandag-middag 26 nov.

Dezen ochtend je teedere brieven van 20 (Loenen) en 21 nov. Merci pour aujourd'hui! Comme tu as déjà pu lire, tout est bien.

Van morgen zeer lange en vertrouwelijke brief van Jany, die door den mijnen getroffen is. Hij heeft uitstekende voornemens en ik denk dat hij zal doen wat hij kan. Ik heb direct beantwoord.

Nee, ik vind "liefste" niet leelijk, noch banaal. Maar voor mij is het een superlatief. En voor mij hebben de woorden gewicht. Als ik zeg "liefste" is 't voor mij werkelijk de alles overtreffende trap. Voor jou ook? Daarom zeg ik je sinds dien eersten keer "liefste". Omdat dit woord jou aan mij bindt, en mij aan jou, liefste.

Je te serre à mon cœur, longuement, passionnément,

ma bouche sur ta bouche,

liefste,

je Matthijs

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA