MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451118 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 18-19 november 1945

18 Nov. '45

Lieve Matthijs, ik heb vandaag je portretjes aan J. laten zien en tot mijn vreugde had zij letterlijk de zelfde reactie als ik: het ernstige, met de handen in de zakken prachtig, en de andere niet helemaal prettig. Dat aan de piano is een heel klein beetje wat ik noem "edel", een heel klein beetje oneenvoudig; als het dat niet was, zou ik het ook erg mooi vinden.

Ik ben weer op een vervelenden sonaten-middag geweest. We zitten met zijn drieën collega's maar wat grapjes te maken, dat is nog het beste wat we doen kunnen. Ik had dit blocje meegenomen voorgeval ik de pauze alleen zou doorbrengen, maar we zijn allemaal met de pauze weggegaan. Nu ga ik de stukjes schrijven met heldenmoed.

St. Elisabeth.1

Ik heb mijn pen beneden, maar het gaat zoo ook. Er is stralende zon, vandaar dat ik me weer naar het atelier begeven heb. Dank je wel voor het overal-Lieve-Thea zeggen. Wat zal overal dat vervelend vinden, om steeds het zelfde te hooren! Ja, ik heb er ook wel eens over gedacht of ik het in jouw stilte uit zou houden. Aan de eene kant is het heerlijk en ik snak ook dikwijls genoeg naar meer rust, maar het ligt voor een deel aan den mensch zelf hoeveel gedoe hij aanhaalt. Voor een deel aan het fatum, aan de sterren, maar voor een deel aan hemzelf. Ik geloof dat ik zelfs in Louveciennes binnen enkele weken me allerlei druktes op mijn lijf gehaald zou hebben. Jij doet er eenvoudig niet aan, aan de menschen. Ik ben altijd te goedig, daarom vragen ze me diensten en ze komen bij me aan loopen en ik vind mezelf niet aardig als ik hun niet allerlei vriendelijkheden bewijs. Dat komt ook wel doordat heel veel deuren voor ons openstaan; het zou wel heel onsociaal zijn als we daar geen gebruik van maakten. We kennen menigtes van menschen en dat is soms verduiveld vervelend, maar als we iets gedaan willen krijgen, komt het goed te pas. (Je zult zeggen: had dan maar een baantje voor me gevonden. Ja, dat is zoo lastig omdat jij het bent: de menschen willen geen buitenmodel-mensch.) Maar afgezien van die diensten-bewijzerij zijn wij zoo gewend geraakt aan dat vele menschen-zien, het is een soort opium, je krijgt altijd nieuwe indrukken, het maakt het bestaan wel levendig, het bespelen van zooveel snaren is ook wel aanlokkelijk. Ik kan het niet overzien of ik tegen zoo'n kluizenaarsbestaan zou kunnen. Maar heel waarschijnlijk zou het met mij geen kluizenaarsbestaan blijven. Eigenlijk is dat misselijk, want dan zou ik het huis regeeren. Bah. Enfin, het is zoo ver nog niet! Want inderdaad: als we samen zouden zijn, hoe dan samen te zijn? Dat zie ik zoomin als jij.

Ik heb haast. Over de ontrouw alleen dit. Je had gesproken van een haast onmerkbare zwenking naar mij in April '39 en A.'s brief aan Josquin als gevolg daarvan. Ik dacht dat dat een verstoring v.h. meesterwerk te noemen zou zijn volgens jullie strenge normen.

Ik begrijp nu dat je daarop niet reageerde (het was zoowat de eenige brief waar je met geen woord op reageerde): de zaak was voor jou al besloten.

Er zou nog van allerlei te "overleggen" zijn, maar ik moet er vandoor. Wat moet ik je vragen? Ik heb geen verlangens op dat punt. Ik heb genoeg aan je gevoelens, waar ik heel gelukkig mee ben.

je

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA

  1. 19 november is de feestdag van de H. Elisabeth van Hongarije.