MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451029 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 29 oktober 1945

Louveciennes

29 oct. 1945

Lieve Thea,

in het licht en in het donker,

Even een vlugge krabbel. Nog steeds verslonden, verzwolgen in mijn uiteenzettingen over de reïncarnatie. Na ontvangst van je brief van 24 Oct. den ganschen morgen geschreven voor jou. Qui l'eût cru! Je vindt er ook een antwoord op je vraag naar het vagevuur.

Je nage toujours en plein bonheur.

Geen strijd met mij! Je kunt drinken wat je wilt, slapen wanneer je wilt, etc. en ik zou drinken, eten slapen, doen en laten doen zooals je wilt! Il n'y aurait qu'une loi! Dis-moi laquelle?

Zonder twijfel: je bent open, vrij, zonder barrières. Toch blijf je voor mij een eenigme. Want zelden zeg je het fundamenteeleen daardoor plaats je mij voor perplexiteiten.

Die episode b.v. van den machinist in wiens armen je lag gedurende vier uren in een nacht-trein.

Zij suggereert mij de volgende vragen:

Gingen jullie liggen gelijk de poppen op een divan die de oogen sluiten wanneer men ze neerlegt en niet meer verroeren? En als je niet meer verroerde, sprak het lichaam niet zijn stille, bedwelmende taal? Als jij passief bleef, wat deed hij; bleef hij óók passief? Rook die machinist naar zijn machine? Voor mij hebben stoom-machines en ook benzine-machines een zéér Afroditischen geur. Als ik niet vreesde je hoofdpijn te bezorgen zou ik je in détails beschrijven wat ik met je doen zou wanneer ik je vier uren in mijn armen had op het eenigszins demonische ritme van een nachttrein. Mag ik? Zeg het! Maar wat ik doen zou kan "best" gebeurd zijn, toen.

Mais alors, je ne comprends plus. Waarom, wanneer ik speel met een licht-vlek (die zoo maar komt) dreig je mij dat je den "omgang" zou moeten staken als geen vijf honderd k.m. ons scheidden??

Zou dit wel willen weten (maar hoe intiem we ook zijn, ik durf 't je nauwlijks vragen): tot welken graad heb je de lichamelijke liefde ondervonden, gekend? Tu es encore vierge? Word niet boos. Het zou me niet verwonderen. Het andere zou me een beetje verwonderen. Je t'aime. Et en te posant ces questions terriblement tendres, je voudrais pouvoir t'embrasser; une seconde.

Zou het jou vergaan met de liefde, gelijk 't mij vergaat met perzikken, aard-beien en sommige nobele soorten van appels? Wanneer ik die aan den neus breng en even opsnuif doorvliegt me een sensatie van heerlijkheid en wel-lust waarvan ik duizel, en waarvan ik, als ze een ziertje sterker was, zou omvallen, hoewel ik stevig op mijn poten sta. Anny zei me dan: Pourquoi tu n'en manges pas? En ik antwoordde: Je n'en ai pas envie!!

Waarom zou er niet een geluk zijn waaraan men wennen moet? Ik zou je nog veel liefs willen zeggen, liefste. Vergeef me wanneer ik een slecht psycholoog ben; eigenlijk een primitieve; vandaar mijn vereering voor een hout-vuur, en jou bij dat hout-vuur.

A propos: hoe heb je daarop gereageerd? je zei 't me niet!

Ik heb de passages opgezocht van "de vroegere namen der dingen zijn thands aan de dingen zelve gelijk." Ik begrijp dat op pag. 5 en 75 van Ommegangen. Maar 't lukt me niet dat te begrijpen op pag. 67 waar hij het gebruikt als een citaat. Een citaat van wien? Van zich zelf of van een ander? Ik voor mij hoor in de phrase een weerklank van de twisten der middeleeuwsche scolastici over de universalie. Er waren toen realisten die beweerden dat een ding gelijk was aan den naam van het ding. Er waren conceptualisten die zeiden dat het universeele in de dingen zelf bestaat, en, gescheiden van die dingen, geen realiteit-in-zich meer is noch een simpel woord doch een concept van den geest. (De Abélard met zijn Héloïse ontdekte deze theorie.) Dan waren er nog de nominalisten die beweerden dat het idee "paard" b.v. gemaakt is door bijzonderheden ontleend aan dit of dat paard, om welke reden het bijgevolg onmogelijk is aan het idee "paard" een onafhankelijk, zelfstandig bestaan toe te kennen! Met zulke muggezifterijen hebben de philosophen van dien tijd een paar eeuwen doorgebracht en het menschelijk verstand gescherpt. Maar ik weet niet bij den drommel hoe ik een dier drie visies op de wereld der verschijningen in verband zou kunnen brengen met het "dilettantisme" en de "décadence-symptomen" van den jongen Barrès, en een beter aanknoopingspunt zie ik nergens. – Het is overigens niet de eenige plaats in den goud-brokaten, sensueel geïnstrumenteerden stijl van Ommegangen waar hij hermetisch is, vin je niet?

Blij met je gewauwel van dezen ochtend; ik noem dat gemurmel van de trouwe bron. Hoor je niet graag spotten en me gratis regels geven voor mijn litanie!!

Wat je consideratie betreft over "oude geslachten", dunkt je niet dat alle geslachten even oud zijn, dat alleen de namen verschillen van het ding, en dat het ding zelden aan zijn naam gelijk is? We zouden daar een mooie disputatie over kunnen openen. Ik geloof dit: Van zoover ik mij heug ben ik nooit voor iemand uit den weg gegaan en elke uitdaging, in het spiritueele en in het temporeele, heb ik aanvaard alsof ik Les-Trois-Mousquetaires-te-gelijk was. Voor zoover ik kan nagaan heb ik geen druppel blauw bloed. Ik geloof daarom: Wat wij zijn, we zijn het uitsluitend door eigen kracht, eigen wil, eigen keus, – of dikwijls door eigen halfheid, door eigen lafheid. Aan 't eind der middeleeuwen zei Shakespeare: What is in a name!

Kijk, heb jij ook moeilijkheden met het Engelsch? Ik kan Shakespeare lezen in 't origineel, maar langzaam, zonder contact. Die taal "ligt" me niet. Ze heeft me altijd den indruk gemaakt van een gebrekkig, niet geheel volwassen kindertaaltje. En die manie om Fransche woorden uit te spreken op z'n Engelsch! Doch niemand geeft me daarin gelijk.

Ik moet mij haasten.

Ik teeken met mijn lippen een snellen driehoek van je oogen naar je mond,

liefste

je Matthijs

Eerste brief van Monnikendam heden; ik had niets meer gehoord. Hij offreert me nu voor ruim 100 pag... 900 gulden. Te leveren over zes maanden; uitgever nog onbekend, voor mij ten minste.

De 100 pagina's hebben ondertusschen achter de bank gelegen; nog niet verder dan het eerste hoofdstuk; moet aan 't werk, word nog rijk!

Zou er geen kans zijn dat jij ook tegen Kerstmis in de buurt van Parijs komt?

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA