MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451024 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 24 oktober 1945

24 Oct. '45

Lieve Matthijs, ik zou willen weten wat voor dagen je nu hebt doorgebracht. Was die Zondag moeilijk, of heeft de gedachte aan Anny je gesteund? En vielen toen al die brieven van mij niet gek? Als ze al voor je vroegere stemming te koel waren, dan waren ze nu toch waarschijnlijk te warm.

Ik had het idee dat ik je nog heel veel te zeggen had naar aanleiding van je laatste brieven en nu weet ik het absoluut niet meer!

O ja, Strindberg. weet je wat ik strijd noem? als iemand, zooals b.v. mijn vriend de pianist, wel van whisky en van bier houdt en niet van wijn en koffie en thee; als iemand een ander tempo heeft (wat zoo ontzettend dikwijls het geval is), als iemand op een ander uur naar bed wil en op wil staan. Het zijn natuurlijk vreeselijke kinderachtigheden, maar het komt altijd weer terug, je kunt je daarin niet aanpassen, en voor iemand met zwakke zenuwen, zooals ik, is het verdragen daarvan al een groote krachtsinspanning. Daarom is het leven met J. voor mij zoo ideaal, omdat wij daarin zoo gelijk zijn – we zijn wel verschillend van aard, maar niet van smaak en van levensgewoonte. Reken je mij tot de innerlijke bultenaren? Tant mieux, dan heb je voor de voort te zetten litanie een gratis regel! Weet je, tot een oud geslacht te behooren heeft zijn nadeelen, maar die zijn de koopsom voor de voordeelen. Ik voel me heelemaal nooit de mindere van iemand, ik hoef dus nooit bang te zijn (behalve voor jouw wenkbrauwen!) en dat vind ik een enorm voordeel. Geloof je, dat je dat gevoel ooit krijgt zonder het blauwe bloed? Ik moet de zekere afgeleefdheid dan maar in den koop toe nemen. Moeder's geslacht was nog sterk, maar dat van Pappie was niet veel zaaks meer. Kafka heb ik niet gelezen. Hij is een Jood, hè? Ik kan het me wel zoowat voorstellen.

Over het actief-zijn in de liefde wou ik het ook nog hebben. Ik weet wel dat dat niet hoeft voor de vrouw. Maar zij moet de passitiviteit toch niet zoo ver drijven dat het haar om het even is van wien de activiteit uit gaat. Er moet toch een keus gedaan worden – Dat is bij mij de moeilijkheid, ik word niet met geweld in één richting gestuwd. Eigenlijk moeten we het hier nu niet meer over hebben. Maar ik wou ook nog vragen naar de gedachte van Anny: "ik ben nog niet zijn vrouw." Kwam hierbij haar geloof aan de reïncarnatie te pas? Dacht zij dat zij in een andere incarnatie wel je vrouw zou zijn? Wat denk jij van het vagevuur? Ik heb weleens gedacht, me afgevraagd of alleen de zielen in het vagevuur, die nog niet los zijn van de smetten van de aarde, zich aan ons kunnen manifesteeren en of de zielen in den hemel dermate geabsorbeerd zijn door het Licht, dat zij zich niet meer naar de aarde kunnen wenden. Wat vind jij hiervan, lijkt het je erg primitief? Ik geloof in het vagevuur omdat je menschen ziet sterven waarvan je onmogelijk kunt aannemen dat ze klaar zijn voor den hemel. Maar met de reïncarnatie heb je het vagevuur niet noodig.

Waarom stelde Anny voor te scheiden? Dacht zij dat je nog eens een Amerikaansche millionnaire zou trouwen die al je werken zou laten uitvoeren? Het kan toch alleen in verband met je werk zijn geweest, want ontrouw ben je haar nooit geweest. (Daar vallen me die gouden tanden te binnen à la Mr. Roosevelt – quelle horreur! "Het absolute-homogene"!)

– Ik ben even naar het Concertgeb. geweest om Askenase in Chopin te hooren, wat wel dol is. Joanna is naar een vriend van ons toe, die net terug is uit Parijs en allemaal nieuwe platen van Bernac heeft meegebracht, bij wien hij een maand gestudeerd heeft. Joanna zou een razenden zin hebben om ook eens een tijdje met Bernac te werken, en zij zou de reisvergunning ook wel krijgen, maar Bernac is steeds op tournee. Alleen omstreeks Kerstmis schijnt hij een paar weken in Parijs te zijn; ik ben benieuwd of ze het werkelijk gaat ondernemen. Engeljan gaat met een stuk of wat krantenmenschen half Nov. naar Amerika voor een maand of 6 weken. Ik vraag me af of zij dan naar Parijs zal gaan net als hij terugkomt. – Kan jij Hilversum hooren met je radio? Op 4 Nov. 's middags zingt Jo Vincent "Ik ben in eenzaamheid" met orkest, onder Boult. Ik weet niet of zij het kan. Het is een echt Eng. progr.: Ireland, Elgar en Brahms, en tusschendoor een rommelnummer van Vincent: H. Bosmans, Pappie en H. Andriessen. Je kunt eigenlijk zoo al zien, dat het niet goed kan worden. Afschuwelijk om geen Engelsch te kennen – Joanna is dien dag de stad uit en ik zal wel naar het "kamertje" moeten, want die Boult is indertijd eens erg verrukt van Elektra geweest en heeft een heel vriendelijk praatje met Moeder gehouden, dat hij nog wel niet vergeten zal zijn. Kan jij Shakespeare in het Engelsch lezen? Heb je dat ook allemaal op de U.B. moeten leeren? Of was je op een middelbare school geweest? Hoe ken je eigenlijk Latijn?

Op deze wouwelmanier schreef ik vroeger altijd naar huis, als ik op reis was. Dat ging den heelen dag door, dan schreef ik precies wat ik gegeten had, wat ik gelezen had, wie ik gesproken had, wat ik dacht nu te zullen gaan doen, wat er voor en tegen was – een vreeselijke kletserij, maar toch wel gezellig. Al die twee jaar dat ik in Weenen was, heb ik van Moeder iederen dag een brief gekregen, en ik stuurde om den anderen dag een dikke enveloppe weg. Zoodoende voelde ik me ook nooit alleen. Ik heb maar één moment Heimweh gehad. Ik had een kamer gehuurd en hoewel het een monster was, dacht ik dat ik me er toch wel thuis zou voelen. Ik was er aangekomen met mijn boeltje en mijn vleugel was gebracht en de kachel was aangemaakt en toen liep het naar schemerdonker en toen wou ik de gordijnen gaan sluiten – maar wat merk ik? er zijn geen gordijnen! Het akeligste, vaalste najaarslicht kwam er naar binnen – toen had ik zin om te huilen, maar omdat het me altijd zoo goed gaat in het leven, gebeurde er toen ook iets: er werd gebeld en iemand kwam me halen om mee naar zijn huis te gaan. De volgende dagen kon het me niets meer schelen dat er geen gordijnen waren. Maar dat oogenblik van Heimweh is wel sterk geweest, want ik herinner het me nog als gisteren, terwijl het 12 jaar geleden is.

Ben jij "in eenzaamheid alleen"? Nee hè? dat kan niet, als je zoo vol mooie vizioenen zit. Krijg ik je eerste hoofdstuk te lezen? Als intieme vriendin heb ik daar wel het recht op, dunkt me! Ik ben reuze benieuwd wanneer er weer een blauwe brief komt. Volgende week toch wel, hoop ik – ik ben de blauwe-briefloosheid niet meer gewend. Tot binnenkort! Steeds

je

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA