MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451011 Matthijs Vermeulen aan Thea Diepenbrock

Matthijs Vermeulen

aan

Thea Diepenbrock

Louveciennes, 11 oktober 1945

Louveciennes

11 Oct. 1945 (donderdagmorgen)

Lieve Thea, mijn roepend vraagteeken,

ik zou niets meer willen doen buiten je medeweten en zonder je toestemming. Ik ontving een zeer waardeerenden, uitvoerigen, optimistischen, vriendschappelijken brief van Sanders.

Tusschen haakjes: Je verbaast je "erg" dat ik zijn aanbod (in princiep) had aangenomen. Ik vergat het je te zeggen. Het bereikte mij gedurende de eerste week van September. Ik zou toen ook de guillotine aanvaard hebben, met evenveel genoegen, als men ze mij aangeboden had.

Zijn brief boezemt me dit idee in: Zou ik hem, of iemand anders, maar wie? kunnen vragen of er "iets" voor mij te vinden is te Amsterdam of niet ver van A'dam? "Iets" buiten de journalistiek. Ik deins en huiver terug, met grondigen afschuw, voor de journalistiek. Veel liever de guillotine. Het zou ziet veel zaaks behoeven te zijn. Een kleine basis. Bibliothecarisje b.v. Conservatortje! Zelfs bedelaartje. Iets waar ik een beetje over mij beschikken kan. Ik zou op een der oude grachten een zolder huren!

II°. Ik heb verschillende gesprekken gehad met Roland. Hij verdient geld genoeg om 't volgend jaar te willen trouwen. Hij heeft in de Vendée een eenvoudig boeren-kind gevonden, niet on-ontwikkeld, hyper-katholiek gelijk hij. Ik zag haar nog slechts in foto. Mooi voorhoofd; iets sympathieks in het silhouet. Roland is een uiterst beste, brave jongen. Hij wil niets liever dan voor mij "zorgen". Maar met al zijn idealisme is hij excessivement terre à terre en imperméable. Ik kan met hem woorden wisselen. Maar geen gedachten. En nog minder wat subtieler is dan gedachten. Ik heb het gevoel een machine te moeten worden om met hem te kunnen spreken. Terrible. Wat ik van Josquin verwelkomd zou hebben met vreugde (die verzorging) schrikt mij af van Roland. Het zou mij buitengewoon peniebel, verstikkend, zijn met hem te moeten samenwonen. Dan liever landlooper, zwerver. Ik heb daarover dikwijls gepeinsd. (Hij zou zich hier in dit huis vestigen.)

Ik kon niet laten je te schrijven. Voel nu pas een spoor van rust. Ben nog steeds getroubleerd, getourmenteerd door die gewaarwording van vooreergisteravond: de fout, de boete. Was mij altijd wel bewust geweest van de fout. Maar pas Maandag avond van de noodwendigheid der boete. Alsof ik nu eerst klaar zie en juist. Zou me willen veroordeelen om niets meer te verwachten, om voortaan enkel hier te zijn tot mijn straf, om te boeten voor de boete van Anny, welke ik niet kan aanvaarden.

Er is tegenspraak tusschen de eerste helft van mijn brief en de tweede. Ik weet 't wel. Dat vermeerdert nog mijn torment.

Antwoord aan je

Matthijs (in arren moede!)

Er valt voor mij niets aan te vangen in Frankrijk. Heb mijn IV symphonie aangeboden bij de Radio!! Zij is teruggekeerd met het pretext "te lang". Zij duurt dertig minuten!

Verschrikkelijk: al wat ik hoor aan "moderns" geeft me den indruk: alsof ik geen ziel meer heb.

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA