MATTHIJS VERMEULEN

Componist, schrijver en denker

19451006 Thea Diepenbrock aan Matthijs Vermeulen

Thea Diepenbrock

aan

Matthijs Vermeulen

Amsterdam, 6-8 oktober 1945

6 Oct. '45

Lieve Matthijs, dit wou ik je nog vragen: hoe kon je denken dat je voor die bewuste gewaarwordingen ongevoelig was geworden – is Le Balcon dan geen liefdeslied? Zou je het ook gemaakt hebben als ik er niet was geweest? <Ik zeg niet dat het een tot mij gericht liefdeslied is, maar ik heb altijd het vermoeden gehad, dat ik toch iets in je gewekt had, al was je je van de herkomst ook niet bewust.> Of dacht je dat je daarna, sinds Maart, daarvoor gestorven was? Ik heb vanavond heerlijk quartet hooren spelen: Haydn, Beethoven, Ravel; van Beethoven op.59 no.3 met een fantastisch verliefd Andantino. Ze speelden het heel mooi, maar een haartje te levendig en daardoor te reëel, te weinig verlangend, wervend, naar elkaar toe buigend. Ik zat naast een brave collega van me, die als goede sociaal-democraat de ziel niet kent en me dus ook niet begrijpt als ik het heb over de gemoedsaandoeningen door een bepaalde muziek uitgedrukt. Hij is op me gesteld en vindt het wel grappig dat ik alles een beetje anders zeg dan b.v. Rutters, en het was komiek om te zien, hoe hij, toen ik het erover had wat een razend verliefde muziek dat was, vriendelijk glimlachte en dacht: daar heb je weer zooiets; voor hem is het een stuk in 6/8 en in a mineur!

Hoe is het nu met je dochter, gaat zij vertrekken? Wordt het dan niet langzamerhand te gek als je in dat groote huis blijft wonen? Als je nu weer sjournalist gaat worden (ocharm!) ga je beter op een zolderkamertje in Parijs. Daar kan je dan ook in een kroegje eten. Wel heel akelig allemaal, hè? Of kost dat huis belachelijk weinig en kan je heelemaal voor jezelf zorgen? Zij moet toch wel een heel gek gevoel hebben, als zij je zoomaar alleen laat.

7 Oct.

Ik ben vanochtend naar de Hoogmis geweest met een jonge vrouw, waarvan de man in de gevangenis zit wegens een moord op een onderduikster. Hij moet nog 6 jaar zitten en zij heeft een kind van 2, is den heelen dag weg om haar brood te verdienen en moet dat kind achterlaten bij een schoonzuster die het groot brengt zonder eenige hoogere aspiraties. Dat kwelt die arme moeder vreeselijk; zij is geloovig en verlangt naar de balsem van de Kath. eeredienst. Na de Mis heb ik haar mee naar huis genomen, maar ik heb vreeselijk het gevoel van tekortgeschoten te zijn in het vinden van de goede woorden. Wat is het toch moeilijk om elkaar te helpen. Ik geloof eigenlijk alleen nog maar in hulp langs den bovennatuurlijken weg. Ik heb vroeger eens geprobeerd een meisje uit de misère te helpen en dat is op een ongelooflijk fiasco uit geloopen. Ik meende dat er geen ijdelheid van mijn kant in het spel was, maar misschien was het toch zoo en is het daarom mislukt. Hoe vind je den tusschenweg? Heelemaal niks doen als er nood en leed op je weg komt, kan je toch ook niet. Of zou je met een werkelijk hartgrondig gebed evenveel of meer bereiken dan de hulp, die je met je verstand uitdenkt? Het wachten op het wonder, zooals A. dat gedaan heeft, vind ik eigenlijk erg mooi. Ik zou het niet kunnen , ik ben er te actief en te rationalistisch voor. <Jullie heb ik, op het eerste gezicht te oordeelen, langs den natuurlijken weg kunnen helpen, maar toch ook niet afdoende, want A. is toch van den honger omgekomen. Merkwaardig dat zij mij haar failliet (zooals je me dat uitlegt) nooit kwalijk heeft genomen.>

Joanna is met Engeljan en nog twee menschen naar Deurne (naar Wiegersma) en naar Maastricht, voor het eerst na den oorlog naar de overkant van de rivieren. Ken jij het werk van Wiegersma? Hij ook weet van het geval '16-'17, ik meen door Plasschaert. Het is zeker zoo bekend, doordat de menschen gewoon hun oogen open hebben gehad, denk je niet?

O Matthijs, wat heb ik je vanavond benijd, dat je geen bezit hebt! Ik moet een aangiftebiljet invullen, een extra-aangiftebiljet (vanwege alle ontduikingen) en daar moet je alles nog eens precies opzetten wat je bij een vorige keer al opgegeven hebt, en nu heb ik die papieren niet meer, waar ik die boel op uitgerekend had! Hoe moet dat nu? Moet ik nu weer heelemaal van voren af aan beginnen? Dat kost me een dag, want ik moet het voor J. ook doen, die wordt heelemaal doodzenuwachtig van een belastingbiljet. Ik zucht niet gauw, maar nu doe ik het toch...

Ik denk daar aan Lazarus: als ik dàt mirakel niet aan je verricht, als ik dien roep tot nieuw leven niet tot je richt, heb je er dan niets aan? Zou je in deze phase om mijn vriendschap, mijn warme en innige vriendschap, niet meer geven? Het zinnetje "ik hang af van jou" deed me ineens schrikken. Net alsof alles staat en valt met den overgang van vriendschap naar liefde. Zou je, als ik het je niet geven kan zooals je het zou willen, toch maar liever doodgaan en zou je dit, deze paar weken, dan alleen zien als een van den rechten weg afleidend oponthoud? Toen ik je Woensdagavond terugschreef, was ik niet zoo bang voor verdriet – nu krijg ik het ineens te pakken. En nu lijkt me het wachten op het antwoord ineens lang.

Wat snoezig is dat portretje van Anny hè? Kende je het?

8 Oct.

Ik had gehoopt dat er vanmiddag nog een tusschentijdsche brief van je was gekomen, zoomaar een praatje, maar het is niet zoo. Met een meneer Heyligers, die vroeger in Parijs woonde, nu hier, maar nog een huis heeft in Parijs en dat verhuren gaat, heb ik gesproken over een particuliere clearing met hem. Hij kon er niet dadelijk op ingaan, omdat dat verhuren nog niet voor mekaar was, maar hij had er wel eenigszins ooren naar. Op dit moment heb ik zelf geen geld, want wij zitten hier midden in de geldzuivering, maar misschien dat ik dan toch volgende maand wat kan laten sturen. Antwoord-coupons zijn niet meer te krijgen, door de zwart-handelaren opgekocht als geldbelegging! Als wij toch eens zoo goochem waren als de kinderen van de duisternis...

In Oostenrijk zeiden we altijd: Bussi, Bussi – weet je wat dat beteekent?

Thea

Verblijfplaats: Amsterdam, Bijzondere Collecties UvA